Bij het beoefenen van de Lectio Divina vormt de stilte een onmisbare component. Tijdens de workshop op 25 april hebben we hier ook apart mee geoefend. Daarvoor heb ik een handreiking aangeboden die als kern heeft dat je, als je stil wilt worden en merkt dat je steeds wordt afgeleid, telkens zachtjes moet terugkeren naar een ‘gebedswoord’ (zoals de naam ‘Jezus’ of ‘God’ of ‘genade’). De handreiking ziet er zo uit:

Kies een gebedswoord dat voor jou symbool staat voor je actieve verlangen om in de tegenwoordigheid van de Heer te zijn en open te staan voor zijn vernieuwende werkzaamheid.

1. Ga ontspannen zitten, sluit je ogen en neem enkele momenten om tot rust te komen.

2. Introduceer het gebedswoord.

3. Als je merkt dat je bezig bent met gedachten of andere prikkels, keer dan telkens weer zachtjes terug naar het gebedswoord.

4. Sluit deze tijd van gebed naar behoefte af met nog enkele minuten stilte, dankzegging, voorbede, aanbidding of met het Onze Vader.

Het ‘gebedswoord’ dat ik zelf altijd gebruik is de naam van Jezus. In de stilte gaat het er niet om dat ik dan veel óver hem nadenk, maar dat zijn naam het concrete symbool vormt dat me helpt om terug te keren naar de stilte die zo vaak doorbroken wordt door allerlei gedachtegangen of prikkels van buiten.

Deze stilte (in het latijn: silentium) vormt de genadige context van de Lectio Divina die ten diepste als doel heeft om in de stille aanwezigheid van de Heer te zijn, waar niet meer moet, waar we tot rust moge komen, bemoedigd door wat we ontvangen hebben in de lectio, meditatio en oratio. Want de vierde stap, de contemplatio, is uiteindelijk: stil van verwondering verkeren in Gods liefdevolle nabijheid.