taalKomende zondag houd ik de laatste preek in een serie van twaalf over het koninkrijk van God op aarde zoals in de hemel. Het zal gaan over de opdracht van Jezus om zijn leerlingen te zijn door leerlingen te maken (Matteüs 28:18-20).

Bij het afsluiten van zo’n prekenserie is voor mij de vraag hoe het nu dan verder gaat. In hoeverre heeft de prekenserie geholpen om de centraliteit van het goede nieuws van het koninkrijk zo te laten landen dat het op een meer fundamentele manier ons geloof en onze geloofsbeleving gaat kleuren? Een aantal jaren geleden heb ik ook een half jaar gepreekt over het koninkrijk, maar het blijkt nog niet eenvoudig te zijn om wat Jezus in zijn boodschap centraal stelt ook echt centraal te laten worden in mijn eigen leven en het leven van de gemeente. De bijna voorbije 100 dagen hebben mij in elk geval geholpen om het koninkrijk weer meer te gaan zien en ook mijn denken er steeds meer door te laten bepalen.

Hoe gaat het nu verder? Al prekend en levend en kennismakend met een nieuwe gemeente en met nieuwe mensen is voor mij in elk geval naar voren gekomen dat het heel belangrijk is om in de komende tijd aandacht te gaan geven aan het gebed. Hoe dat precies moet, weet ik nog niet helemaal, maar dat zal vanzelf wel duidelijk worden. De link met het koninkrijk heb ik in elk geval al gevonden. Want ik denk dat. zoals Frans de taal is van Frankrijk en Nederlands de taal is van Nederland, bidden de taal is van het koninkrijk. Wie in Gods koninkrijk wil functioneren zal de taal van dat koninkrijk moeten (leren) spreken. Bidden dus.

Ik schreef daar een paar jaar geleden al eens een artikel over: Bidden is de taal van Gods koninkrijk. Misschien dat dat verhaal een mooi aanknopingspunt biedt voor het vervolg.

Dit is de laatste blogpost met 100-dagen-reflecties. Het is wel weer even genoeg zo. De vakantie wenkt al uit de nabije verte (5 juli): een paar weken van leegte (vacare) en stilte en rust. Ik moet ook zelf steeds weer leren om in de praktijk te brengen waar het zondagavond in de vriendendienst over zal gaan (Prediker 4:6):

Beter is één hand gevuld met rust
dan beide vuisten vol gezwoeg en najagen van wind.