jezus-afbeeldingVanavond hebben we als kerkenraad van de Plantagekerk een bezinningsavond rond het leiding geven aan de gemeente. Ik zie uit naar de ontmoeting, ook omdat het een heel belangrijk thema is. Alle kerkenraadsleden zijn (door een werkgroepje dat de avond heeft voorbereid) uitgenodigd om op een paar vragen van tevoren een kort antwoord te formuleren. Eén van die vragen luidt: ‘Waar wil je naar toe met de gemeente?’

Die vraag is voor mij een uitnodiging om de missie die ik enkele jaren geleden heb geformuleerd weer tegen het licht te houden c.q. er weer contact mee te maken. Daarin gaat het dus wel om mijn persoonlijke missie want het zal duidelijk zijn dat de missie die ik als predikant primair voor mezelf heb geformuleerd voor mijn bediening niet ook zomaar de missie van de Plantagekerk is. Maar vanavond mag ieder eerst zijn eigen gedachten aanreiken.

Als ik dus nadenk over de vraag ‘Waar wil je naar toe met de gemeente?’ en dat combineer met de missie die ik zelf heb geformuleerd ‘Mensen bij Jezus brengen, te beginnen bij mezelf’, dan luidt mijn antwoord op de vraag dus: Ik wil graag toe naar een gemeente die mensen bij Jezus brengt en die tot in de tenen beseft dat zij zelf ook altijd weer bij Jezus gebracht moet worden.

Het gaat om mensen. Het gaat in de gemeente dus om ménsen. Ménsen maken verschil. Mensen in al hun eigenheid en eigenwijsheid, mensen in al hun gebrokenheid en kracht, mensen in al hun verschillende leefsituaties en leeftijdscategorieën, mensen in hun verschillende mate van betrokkenheid bij Christus en zijn gemeente. Het gaat om mensen. Niet om structuren, instrumenten, beleidsplannen, strategieën. Niet om de kerk als organisatie (die gemanaged moet worden). Niet om een gebouw. Niet om de kerkdiensten. Het gaat om mensen. Zondige, gewonde, gebonden mensen. Begaafde mensen ook. Bijzondere mensen, iedereen uniek. Mensen met verlangens en behoeften. Mensen die de echo van Gods stem horen in hun verlangen naar gerechtigheid, hun behoefte aan relaties, hin honger naar spiritualiteit en hun zin voor schoonheid (om Tom Wright er ook even bij te halen). Mensen die tegelijk ervaren dat dat ze allemaal tussen de vingers doorglipt. Mensen die in hun misère en hun verlangens en hun zwakheid en hun kracht. Het gaat om mensen die verbinding maken met elkaar en die een Geest van verbondenheid ervaren.

Het gaat om Jezus. Nee, ik wil mensen inderdaad niet bij de kerk brengen, hoe lief ik de kerk ook heb en hoe noodzakelijk de kerk ook is. Ik wil mensen niet als vrijwilligers benaderen die we nu eenmaal nodig hebben om de organisatie kerk draaiende te houden. Ik wil mensen bij Jezus brengen. Niet bij de bijbel, niet bij ware leer, niet bij een bepaalde confessie, niet bij zichzelf. Niet bij God ook. Dat is natuurlijk wat misverstandwekkend om het zo te zeggen, dat ik mensen niet bij God wil brengen Maar het is niet helemaal voor niks dat ik de naam van Jezus noem in de missie, en niet die van God. Met Luther zeg ik: ik ken geen andere God dan Christus. Er wordt her en der genoeg over God/god gepraat en geroepen. Aan God-talk geen gebrek. Maar die god kan ook Allah zijn, of mijn diepste zelf. Nee, het gaat om de God die ik alleen door Jezus leer kennen. Mensen bij Jezus brengen, en zó in de omhelzing van de drie-enige God, Vader, Zoon en heilige Geest. Daar gaat het om. En die Jezus is de meest boeiende Persoon die ooit heeft geleefd en hij leeft nog! Hij is de zachtmoedige koning, hij is de gewonde genezer, hij is de moedige messias, hij is het lam-dat-een-leeuw-is en de-leeuw-die-een-lam-is, hij is de ultieme vindplaats van alle wijsheid en inzicht, van genade en liefde, van waarheid en nederigheid. En hij is altijd ook weer anders. Als mensen bij Jezus komen, is het altijd weer verrassend wat er dan met hen gebeurt: ze worden discipel, ze ontvangen genezing, ze ontdekken de vrijheid, ze krijgen zin in het leven, ze ervaren genade die vergeeft en geneest en bevrijdt, ze zien de hemel open gaan want in Jezus overlappen hemel en aarde elkaar.

Het gaat om beweging. Mensen bij Jezus brengen. Daar zit beweging in. Het is een dynamisch gebeuren. Telkens opnieuw komen mensen bij Jezus. Dat is niet een eenmalig gebeuren. Dat is een doorgaand proces waarin we ook telkens merken dat afstand en nabijheid elkaar afwisselen. In elk geval is de kerk de plek, de oefenruimte, waar mensen geholpen worden om steeds opnieuw die beweging naar Jezus toe te maken en waar er ook oog voor is dat er steeds nieuwe vervreemdingsprocessen gaande zijn. Er zijn allerlei manieren, middelen en ontmoetingen die een betekenisvolle bijdrage kunnen leveren aan de dynamiek van het mensen bij Jezus brengen: een kerkdienst, een kleine groep, een pastoraal bezoek, een gebedsmoment, persoonlijke voorbede, catechese, diaconaat enzovoort enzovoort. Als het maar ten dienste staat aan het werk dat uiteindelijk het werk van de Geest blijkt te zin: mensen bij Jezus brengen om door hem gezien, bemoedigd, getroost, vergeven, genezen, bevrijd, onderwezen, geconfronteerd, uitgedaagd en zo tot zijn leerling gemaakt te worden.

Het begint bij mijzelf. Waar wil ik naar toe met de gemeente? Het antwoord op die vraag begint bij mij zelf. Ik wil allereerst zelf steeds opnieuw bij Jezus komen, gebracht worden. Want het is volstrekt onvanzelfsprekend dat ik eenmaal bij hem gekomen altijd bij hem zou blijven. Ik verlang naar een gemeente die dat onderkent en die me daarin helpt. En het zou heerlijk zijn om zelf ook een bron van zegen te mogen zijn voor anderen, voor mensen die Christus al hebben leren kennen en mensen die Christus nog mogen leren kennen, een bron van zegen door wie ik – door de Geest van Jezus – ben, door wat ik zeg, door wat ik doe.

Waar ik dus naar toe wil met de gemeente? Het is mijn verlangen om deel uit te maken van een gemeente die  steeds meer (want er gebeurt al heel veel moois door de Geest) een oefenruimte is voor het koninkrijk van God op aarde zoals in de hemel, waar mensen bij Jezus worden gebracht en hem zien en ervaren en intens van hem genieten.