ondertekeningKomende zaterdag komt op de synode van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (aldus de agenda) de nieuwe kerkorde aan de orde. Dat is een veelomvattend verhaal. Voor één thema daaruit vraag ik nu even de aandacht. Het betreft een nieuw ondertekeningsformulier. Of zoals het in het beleidsrapport (blz. 9-19) wordt genoemd: het ‘bindingsformulier ambtsdragers’.

Verschillende overwegingen hebben ertoe geleid dat het deputaatschap de opdracht kreeg om een nieuw bindingsformulier te ontwerpen. Ik noem er een paar:

  • De huidige ondertekeningsformulieren zijn wel erg streng en juridisch geformuleerd; bovendien is dat van predikanten wel erg gedetailleerd over mogelijke foutieve optredens van hen.
  • Er is behoefte aan een meer eigentijdse toonzetting en een bijbelse fundering van de grond waarop en de doelstelling waarvoor ambtsdragers aan de leer gebonden dienen te worden.
  • De ondertekeningsformulieren zijn opgesteld als documenten voor binding aan de leer; door de recent ontstane gewoonte om de ondertekening publiek in of na de eredienst te doen plaats vinden kan ten onrechte de indruk worden gewekt dat het liturgische formulieren zijn.
  • De tekst van het huidige ondertekeningsformulier voelt aan als ‘dichtgetimmerd’. Sommige ambtsdragers hebben daar moeite mee. Ze willen zich graag loyaal opstellen tegenover de belijdenis van de kerken, maar weten niet of ze “oprecht” kunnen instemmen met elke uitspraak die daarin te vinden is, om daarbij “voor het aangezicht van de Here” te verklaren dat men hier “hartelijk van overtuigd” is. Menigeen vindt het lastig om dit “met een goed geweten” te ondertekenen.

Wie nog meer overwegingen wil lezen kan terecht in het genoemde beleidsrapport. En wie het huidige ondertekeningsformulier wil lezen kan dat hier doen.

Voor nu rest alleen nog om het tekstvoorstel van de deputaten weer te geven (ingeleid door een bescheiden ‘de tekst kan luiden’) en de hartelijke wens uit te spreken dat de synode dit tekstvoorstel in grote lijnen aanvaardt. Dat zou heel veel ruimte geven en helpen om weg te groeien van een gejuridiceerde en daardoor vreugdeloze omgang met de binding aan het evangelie van Jezus Christus.

Ik heb slechts één wens: laat de naam van Jezus Christus in deze tekst ook minstens één keer voluit mogen klinken (in de onderstaande tekst heb ik dit tussen vierkante haken toegevoegd).

En ik heb toch ook nog één vraag. Er staat nu: ‘Wanneer er vragen rijzen rondom onze eigen opvattingen of gedragingen’. De praktijk leert dat er bij sommige gemeenteleden of kerkenraadsleden al snel vragen rijzen, die niet altijd evengoed onderbouwd zijn. Het kan geen kwaad om hier een woordje tussen te voegen waardoor duidelijk wordt dat de vragen die rijzen wel enige onderbouwing behoeven van de zijde van de vragensteller.

Maar dan nu toch de tekst:

Wij, ondergetekenden, verklaren van harte in te stemmen met de leer van de Bijbel, zoals die door de Gereformeerde Kerken in Nederland wordt beleden in de Nederlandse Geloofsbelijdenis, de Heidelbergse Catechismus en de Dordtse Leerregels. Wij beloven de gemeente voor te gaan in het spreken en leven vanuit dit ene evangelie [van Jezus Christus]. Wij beloven de waarheid van Gods woord openlijk uit te dragen, en te handhaven tegenover misleidende denkbeelden die binnen de kerk of uit de wereld opkomen.
Wanneer wij op enig onderdeel van de leer verschil ervaren tussen de leer van de Bijbel en de inhoud van de genoemde belijdenisgeschriften, zullen we dit op gepaste wijze aan de orde stellen.
Wanneer er vragen rijzen rondom onze eigen opvattingen of gedragingen, zijn we altijd bereid om ons daarover te verantwoorden.
In beide gevallen zullen we ons houden aan de aanwijzingen van de bevoegde kerkelijke vergaderingen.