Afgelopen vrijdag stond er in het Nederlands Dagblad een interview met dr. Wim Dekker, een van de drie auteurs van het boek ‘Tijd om mee te gaan. Over discipelschap vandaag’: Discipel is geen lookalike van Jezus‘. Aan Dekker wordt de vraag gesteld:

‘Volgens jullie hoef je niet te proberen te worden als Jezus. Toch hoor je dat alom: we moeten worden als Hij.’

Waarop Dekker antwoordt:

‘Voor je het weet ben je meer met jezelf bezig dan met Jezus. Dan wordt discipelschap een project met punten die gerealiseerd moeten worden. Dan ligt frustratie op de loer, of je probeert het niet meer om leerling van Jezus te zijn omdat het toch niet lukt. Een christen hoeft geen lookalike van Jezus te worden. De grondfout in deze gedachte is dat wíj zo veel willen. Maar leerling van Jezus zijn betekent leven uit genade. Hij stierf voor onze zonden in onze plaats. De zichtbaarheid van het geloof in ons leven is het werk van de Geest.’ En even verder: ‘Als wij op gemeenteavonden over discipelschap vertellen dat het in eerste instantie leven uit genade is, krijgen we meestal al gauw de vraag: “Maar wat moeten we doen?” Mensen willen snel iets aangereikt krijgen over missionair werk, een programma voor evangelisatie.’

Omdat ik zelf vaak spreek en schrijf over ‘lijken op Jezus’ (twee van mijn boeken zijn eraan gewijd: ‘Jezus uitstralen. Worden als Hij‘ en ‘Kijken naar de Heer. Veranderen door zijn schoonheid‘) voel ik me wel wat aangesproken. Daarom wil ik er graag wat over zeggen:

  1. Met Dekker ben ik het van harte eens dat we wars moeten zijn van alle activisme, ook als het om missionair gemeente zijn gaat. Activisme is per definitie verkeerd. ‘Projecten die gerealiseerd moeten worden’ is taal uit het bedrijfsleven en niet uit de kerk.
  2. Met Dekker ben ik het ook van harte eens dat genade het beginpunt en de bron van alles is! Wie niet leeft uit genade, wie niet put uit de bron van genade zit op een doodlopend spoor. Wie zonder genade iets wil gaan doen voor God, loopt vast. In termen van een auteur die veel over discipelschap heeft geschreven, Dallas Willard: in het leven in het koninkrijk van God kan onze ‘obedience’ (gehoorzaamheid) niet zonder Gods ‘abundance’ (overvloed).
  3. Wat ik wat merkwaardig vind is dat het begrip ‘lookalike’ wordt geïntroduceerd. Dat is ook wel wat jammer omdat met een dergelijk begrip een karikatuur wordt neergezet van datgene wat mensen bedoelen als ze spreken over ‘lijken op Jezus’ en ‘worden als hij.’ Het is makkelijk kritiek leveren op een karikatuur terwijl de mensen die aangesproken worden zich in die karikatuur niet herkennen. Die term laat ik dus verder even voor wat die is. (Met de uitspraak ‘een christen hoeft geen lookalike van Jezus te worden’ ben ik het dus eens.)
  4. Maar als we zouden formuleren: ‘Een christen hoeft niet te lijken op Jezus’, heb ik de indruk dat er wel iets fout gaat. Helemaal als dat tegenover ‘leven uit genade’ wordt gezet. Alsof gaan lijken op Jezus geen genadewerk van God zou zijn! Hier wreekt zich ook wat een versmald genadebegrip: ‘Hij stierf voor onze zonden in onze plaats.’ Zéker is dat genade. Maar genade is veel meer: genade is Gods oneindige goedheid waardoor hij levend maakt wat dood is, waardoor hij nieuw leven schept waar eerst oud leven was.
  5. De grondfout in de gedachte dat we op Jezus moeten lijken is ook niet dat ‘wíj zoveel willen’. De grondgedachte achter het op Jezus lijken is dat Gód zoveel wil! Gód wil ons door zijn genade en zijn heilige Geest zo gaan vernieuwen dat we gaan lijken op Jezus, wat het meest concreet wordt in de vrucht van de Geest (Galaten 5:22-23).
  6. De uitdrukking ‘lijken op Jezus’ is volgens mij gewone taal voor wat de Bijbel ‘Christusgelijkvormigheid’ noemt (Romeinen 8:29) en wat de Bijbel ‘door de Geest veranderd worden naar zijn beeld’ noemt (2 Korintiërs 3:18). Ik denk dat ‘lijken op Jezus’ ook gewone taal is voor wat de Heidelbergse Catechismus zegt in Zondag 12: dat we door het geloof lid zijn van Christus en deel hebben aan zijn zalving om profeet, priester en koning te zijn. ‘Lijken op Jezus’ is ook gewone taal voor wat ergens anders wordt gezegd: ‘Christus heeft ons niet alleen met zijn bloed gekocht en vrijgemaakt, maar vernieuwt ons door zijn Geest ook tot zijn beeld’ (Zondag 32). En ‘lijken op Jezus’ gaat ook hierover: ‘Kinderen, zolang Christus geen gestalte in u krijgt, doorsta ik telkens weer barensweeën om u’ (Galaten 4:29). En hierover, dat Jezus zegt: ‘Ik heb een voorbeeld gegeven; wat ik voor jullie heb gedaan, moeten jullie ook doen’ (Johannes 13:15). En zo is er nog wel meer te noemen.
  7. Ik kan me best voorstellen dat sommige christenen wat moeite hebben met de uitdrukking ‘lijken op Jezus’. Zo is er met name in de protestantse traditie vaak ook niet over gesproken, dus het kan ook wat nieuw klinken. En strikt genomen komt de uitdrukking zo ook niet voor in de Bijbel. Maar wie zegt dat het gevaarlijk is om te spreken over ‘lijken op Jezus’ omdat daarin de gedachte zit dat ‘wíj zoveel willen’ zal toch echt eerst stil moeten gaan staan om de Bijbel te openen en op zich in te laten werken wat het dan wel betekent als er wordt gesproken over ‘gelijkvormig aan het beeld van Christus’, ‘veranderen naar het beeld van de luister van de Heer’, ‘dat Christus gestalte in ons krijgt’ en dat jezus ons ‘een voorbeeld heeft gegeven’.

‘Voor je het weet ben je meer met jezelf bezig dan met Jezus’, stelt Dekker. En dat is waar, dat is een gevaar. En we mogen hopen en bidden dat Jezus ons daar dagelijks van redt.

Want het christelijk geloof gaat er vóór alles over dat Jezus bezig was en is met ons door voor ons te leven, te lijden, te sterven en op te staan, door voor ons in de hemel te zijn als voorbidder en door ons zijn Geest te geven.

En christelijk geloof gaat er vervolgens over dat wij, aangeraakt door Gods genade, bezig zijn met Jezus door in hem te geloven, hem te vertrouwen, hem te eren, hem te aanbidden, hem te gehoorzamen, hem te volgen, naar hem te kijken. En het is pure genade en puur werk van de Geest dat christenen daar doorheen groeien in Christusgelijkvormigheid doordat de vrucht van de Geest in ons leven tot bloei komt in een levenslang leerproces.

Dát is Gods missionaire tactiek om de mensen om ons heen, in ons dagelijkse leven, aan Jezus te herinneren.