gebedsruimteoefenruimteVanavond spreekt Sake Stoppels in de Plantagekerk in Zwolle over het thema discipelschap. Ik mag de avond openen en wil het volgende naar voren brengen.

Sake Stoppels schreef het boek ‘Oefenruimte. Gemeente en parochie als gemeenschap van leerlingen.’ Het boek is een pleidooi voor een (nieuwe) focus op discipelschap in de lokale kerk. Dat vraagt dus voor verreweg de meeste kerken een veranderingsproces. Hoe ga je daarmee aan de slag?

Al eerder schreef Sake Stoppels een boek dat precies aan dat thema is gewijd: ‘Voor de verandering. Werken aan vernieuwing in gemeente en parochie’. Uit dat boek wil ik aan het begin van deze avond iets naar voren halen wat opvallend is. Want Stoppels pleit daar heel nadrukkelijk voor een fundamentele rol voor gebed in veranderingsprocessen. Misschien dat de titel van het boek ook wel had kunnen luiden: ‘Gebedsruimte’.

In ieder geval wil ik op dit moment, en dat leer ik dus van Sake Stoppels, zeggen dat elke oefenruimte allereerst ook gebedsruimte moet zijn. Vanavond vormt de ruimte waar we samen zijn ook een soort oefenruimte. We oefenen ons vooral in ons denken: hoe kan discipelschap weer een fundamentele rol gaan spelen in de lokale kerk? Maar dat moeten we dus niet doen zonder van de ruimte hier eerst ook een gebedsruimte te maken.

Twee belangrijke overwegingen over het gebed van Sake Stoppels wil ik doorgeven:

“Als we het over gebed hebben, dan is de gedachte van maakbaarheid ver weg. Waarachtig gebed dwingt niets af, maar opent zich in alle kwetsbaarheid. Het gebed zet ook stil, nijvere handen worden gesloten of openen zich naar het licht. Als het gebed al iets maakt, dan is het ruimte” (blz. 67).

Het gaat om “een cultuur van luisterend bidden. Dat betekent een omvorming van het verstaan van wat gebed is. Het gaat niet meer primair om God die luistert naar onze woorden, maar vooral om groeiende ontvankelijkheid voor wat van Godswege te verstaan wordt gegeven. Het gaat dan in het gebed om tot verstaan komen, om het ontwikkelen van een antenne voor de zachte Stem die individuele gelovigen en geloofsgemeenschappen een weg wijst. Het verstaan van de stem vraagt om oefening” (blz. 71).

Mijzelf houden momenteel deze twee vragen sterk bezig, geleerd van een andere auteur over discipelschap (Mike Breen, ‘Een cultuur van discipelschap’): 1. Wat zegt God tegen mij? 2. Wat ga ik daarmee doen?

Zo wil ik deze avond beleven. We krijgen van alles te horen. Van Sake. Van elkaar in vragen en reacties. Laten we er vooral ook alert op zijn wat God door alles heen wil zeggen. Hoe kunnen we daarin ook Gods stem verstaan?

En aan het einde van de avond moeten we niet vergeten om een antwoord te geven op deze vraag: Wat ga ik daarmee doen?