Dat discipelschap al enige tijd veel aandacht krijgt, is geen nieuws meer. Talloze christenen, voorgangers, kerken en parakerkelijke organisaties besteden momenteel veel aandacht aan deze thematiek. Waar komt deze herlevende interesse vandaan? In een artikel dat ik schreef voor het blad GEESTkracht (Bulletin voor Charismatische Theologie) geef ik onderstaande vijf antwoorden op deze vraag.

1 De herlevende interesse voor discipelschap heeft alles te maken met teleurstelling over missionair kerk zijn. De afgelopen jaren is daar in veel kerken heel erg op ingezet. Maar de resultaten zijn teleurstellend. Het missionair zijn heeft niet de groei en de vernieuwing gebracht waarop werd gehoopt. Sake Stoppels heeft in dit verband gesproken over het boemerang-effect van missionair gemeente zijn. Het missionair willen zijn keert als een boemerang naar de kerken terug omdat het de vraag is of we wel in staat zijn om missionair te zijn als we geen discipelen van Jezus zijn, mensen die zelf allereerst leren om dag in dag uit heel concreet met Jezus te leven.

2 De herlevende interesse voor discipelschap is een gevolg van de hernieuwde theologische en spirituele aandacht voor het koninkrijk van God. In heel veel kerken heeft het kerkelijke leven zelf erg centraal gestaan (geconcentreerd op de zondag). Maar we ontdekken steeds meer dat God ons roept om in deze wereld aanwezig te zijnen daar in de kracht van de Geest iets zichtbaar en ervaarbaar te maken van het koninkrijk van God op aarde zoals in de hemel. We hebben wel geleerd hoe we ons op zondag in de kerk moeten gedragen maar zijn er onvoldoende aan toe gekomen om samen te leren hoe je al christen present kunt zijn in het dagelijkse leven van de samenleving. Discipelschap gaat niet over hoe je je moet leren gedragen in de kerk, maar over hoe je kunt leren leven in Gods koninkrijk. De kerk heeft daarin primair de rol van oefenplek.

3 De herlevende interesse voor discipelschap komt ook voort uit het verlangen om een beweging van denken naar doen te maken. In heel veel kerken (met name in de protestantse traditie) is de leer van de Bijbel en de leer van de kerk en hoe je moest denken sterk de focus geweest in prediking en onderwijsprocessen. Maar we komen steeds meer tot de ontdekking dat het denken maar één toegangsweg biedt tot verandering en vernieuwing, en misschien ook niet de beste toegangsweg.Juist door te doen, door nieuw gedrag in de praktijk te brengen, komen er leerprocessen op gang die onmisbaar zijn als we willen groeien in het dagelijks volgen van Jezus.

4 De herlevende interesse voor discipelschap heeft vervolgens ook veel te maken met twee zaken die sterk aan elkaar verwant zijn. Allereerst komen de grenzen van het (ook kerkelijke) consumentisme in zicht. Ik weet wel dat dat momenteel nog een van de grote problemen van de kerk is: een consumentistische cultuur die wordt gevoed door als strak georganiseerde events neergezette kerkdienstenop zondagmorgen. Bill Hull merkt daar ergens over op: veel kerkgangers beantwoorden de vraag hoe het geestelijk met hen gaat door iets te vertellen over de mooie samenkomsten die ze hebben meegemaakt. Maar veel christenen die meer willen (meer van Gods Geest, meer koninkrijk van God) zijn het consumentisme zat en ook hun eigen consumerende houding. Of is dit wishfull thinking van mijn kant? In de tweede plaats, hiermee samenhangend: ik kwam onlang op het spoor van het boek ‘Discipline. Overleven in overvloed’ van Marli Huijer (hoogleraar filosofie). Dat boek gaat over de hernieuwde belangstelling voor discipline in een ‘gededisciplineerde’ maatschappij waarin we allemaal leven, waarin geen grenzen zijn aan het willen vervullen van onze behoefte aan contact, informatie, intimiteit enzovoort. Ik zou de stelling wel aandurven dat een hernieuwde interesse voor discipelschap, waarvan discipline een onmisbaar aspect is, ook een antwoord is op de realiteit van een ‘gededisciplineerde’ kerk.

5 De herlevende interesse voor discipelschap is tenslotte, maar misschien wel het belangrijkste, in mijn ogen niet minder dan een beweging van de heilige Geest. Het is meer dan opvallend dat op zoveel verschillende plaatsen en in zoveel verschillende kerkelijke denominaties en christelijke organisaties discipelschap in zo korte tijd zo hoog op de agenda is komen te staan. Dat laat zich niet verklaren vanuit menselijke projecten en afspraken. Het kan haast niet anders of de heilige Geest van Jezus, die waait waarheen hij wil, is de wind in de rug van een nieuwe discipelschapsbeweging waarin kinderen van God opnieuw ontdekken hoe wezenlijk het is om van dag tot dag te leven met Jezus, als zijn vertrouwelingen en volgelingen.