predikant als monnikAfgelopen zaterdag stond er in het Nederlands Dagblad een boeiend pleidooi van dr. Bert de Leede (hij neemt komende vrijdag afscheid als docent praktische theologie aan de Protestantse Theologische Universiteit). Het pleidooi gaat over het profiel van de predikant van de toekomst. Deze man of vrouw zal vooral een apostel en een non-conformist moeten zijn. Apostelen zijn: mensen die getuigen van hun ervaring met Jezus Christus. Ze zijn niet ingekapseld in een kerkelijke structuur, maar delen hun ervaringen. Non-conformisten zijn: mensen met een onafhankelijke geest, tegenover de maatschappij, maar net zo goed tegenover zijn kerkelijke gemeente.

Een mooi pleidooi. En komende vrijdag wordt er een uitgebreid debat over gevoerd: Debatmiddag ‘De predikant in het jaar 2025: Apostel en Non-conformist’. Dus dat wachten we eerst maar even af. Toch spoken er sinds het lezen van het verhaal in het Nederlands Dagblad twee vragen maar steeds rond in mijn gedachten.

1 De predikant 2025: geen herder-en-leraar meer?

Zou het, na eeuwenlang opleiden van predikanten tot herder-en-leraar, mogelijk zijn om hen nu (om) te vormen tot apostel? Dat woord apostel staat voor mij primair in dat bekende rijtje van vijf uit Efeziërs 4:11-12: ‘En hij is het die apostelen heeft aangesteld, en profeten, evangelieverkondigers, herders en leraren, om de heiligen toe te rusten voor het werk in zijn dienst. Zo wordt het lichaam van Christus opgebouwd’. Een apostel is een heel ander type mens dan de herder en/of de leraar. Wie worden dan de herders en de leraren van de kerk?

Nu gaat het me niet om het traditioneel vasthouden aan een beroepsbeeld dat best aan vervanging toe kan zijn, maar het verbaast me wel wat dat de beelden van ‘herder-en-leraar’ enerzijds en ‘apostel’ anderzijds niet expliciet met elkaar in gesprek worden gebracht in het betoog.

2 De predikant 2025: monnik

Ik heb de indruk dat de uitdrukkingen ‘apostel’ en ‘non-conformist’, die zo duidelijk als focus worden gekozen voor het debat over het profiel van de predikant, eigenlijk twee keer hetzelfde zeggen. In elk geval zie ik mensen voor me die een behoorlijk uitgesproken, out-going en extravert karakter hebben. Helemaal prima natuurlijk.

Maar juist daardoor mis ik iets wat volgens mij ook heel belangrijk is (en wat tijdens de debatmiddag ongetwijfeld ook wel aan de rode zal komen): zou de predikant 2025 misschien niet ook monnik of moniaal moeten zijn, of abt of abdis? Een monnik/moniaal is iemand die God zoekt. Een monnik/moniaal is iemand het monastieke verlangen leeft, dat je met woorden uit de cisterciënzer traditie zo op formule kunt brengen: ‘Het doel van de monastieke weg is een groeiende omvorming van de persoon tot gelijkenis met Christus door de werking van Gods Geest.’

Een abt of abdis (ik schreef hier eerder over: ‘Kerk zoekt abt?‘) is een monnik of moniaal die in het klooster geroepen is om leiding te geven. Om vader of moeder te zijn (of misschien wel allebei tegelijk) en iets te gaan ervaren van wat de apóstel Paulus onder woorden brengt in Galaten 4:19: ‘Kinderen, zolang Christus geen gestalte in u krijgt, doorsta ik telkens weer barensweeën om u.’

Ik ben benieuwd naar het debat en aan het langer durend gesprek dat ongetwijfeld op gang zal komen.