predikant als monnikAls de predikant van de toekomst een apostel moet zijn, wie worden dan de herders en leraars van de kerk?

Een boeiend pleidooi van dr. Bert de Leede, over het profiel van de predikant van de toekomst (ND13 juni). Hij of zij zal vooral een apostel en een non-conformist moeten zijn. Apostelen zijn mensen die getuigen van hun ervaring met Jezus Christus. Ze zijn niet ingekapseld in een kerkelijke structuur, maar delen hun ervaringen. Non-conformisten zijn mensen met een onafhankelijke geest, tegenover de maatschappij, maar net zo goed tegenover zijn kerkelijke gemeente. Toch spoken er twee vragen rond in mijn gedachten.

Zou het, na eeuwenlang opleiden van predikanten tot herder-en-leraar, mogelijk zijn hen nu (om) te vormen tot apostel? Dat woord apostel staat voor mij primair in dat bekende rijtje van vijf uit Efeziërs 4: ‘En hij is het die apostelen heeft aangesteld, en profeten, evangelieverkondigers, herders en leraren, om de heiligen toe te rusten voor het werk in zijn dienst. Zo wordt het lichaam van Christus opgebouwd.’ Een apostel is een heel ander type mens dan de herder en/of de leraar. Wie worden dan de herders en de leraren van de kerk?

Ik heb de indruk dat de uitdrukkingen ‘apostel’ en ‘non-conformist’ eigenlijk twee keer hetzelfde zeggen. Ik zie mensen voor me die een behoorlijk uitgesproken, extravert karakter hebben. Helemaal prima natuurlijk. Maar daardoor mis ik iets wat volgens mij ook heel belangrijk is: zou de predikant 2025 niet ook monnik of moniaal moeten zijn, of abt of abdis?

Een monnik/moniaal is iemand die God zoekt. Hij of zij leeft het monastieke verlangen, dat je met woorden uit de cisterciënzer traditie zo op formule kunt brengen: ‘Het doel van de monastieke weg is een groeiende omvorming van de persoon tot gelijkenis met Christus door de werking van Gods Geest.’

Een abt of abdis is in het klooster geroepen leiding te geven. Om vader of moeder te zijn – of misschien wel allebei tegelijk – en iets te gaan ervaren van wat de apostel Paulus onder woorden brengt (Galaten 4): ‘Kinderen, zolang Christus geen gestalte in u krijgt, ­doorsta ik telkens weer barensweeën om u.’

(Bovenstaande tekst is vandaag te lezen in het Nederlands Dagblad en is gebaseerd op deze blogpost van gisteren.)