Het is lente! Alles begint weer te bloeien. Voorzichtig nog, maar onmiskenbaar. Alles wat nog zo doods lijkt (bijvoorbeeld de hoge bomen aan de Oude Veerweg in Zwolle waar ik woon) toont weer tekens van nieuw leven. Een nieuwe lente!

Dat woord lente verbind ik ook al jaren lang met een uitspraak van Paus Benedictus. Aan het einde van deze blogpost kom ik daarop terug.

Het Woord laten staan

Ik wil namelijk iets schrijven over over lectio divina en Luther. In het nieuwste nummer van het blad Dienst (ambtsdragersbald in de GKV) schrijft Herman Selderhuis namelijk een mooie bijdrage over het centraal stellen van de Bijbel en hoe belangrijk dat ook vandaag is. Luther – we leven 500 jaar na de Reformatie –  is daarin onze leermeester.

Hij leerde ons zingen: ‘Het Woord – dat zal men laten staan’. Luther was zelf tot bekering gekomen door zijn intense en persoonlijke omgang met het Woord van God. Die omgang gunt hij elke christen. Selderhuis schrijft (en hij maakt een verbinding met de lectio divina):

In het klooster leerde Luther dat bijbellezen eigenlijk ‘bijbelluisteren’ is. Een tekst moet gelezen en gehoord worden en dat net zolang totdat je enig bezef hebt van wat de tekst zegt. Deze manier van bijbellezen werd wel lectio divina genoemd. Letterlijk is dat het goddelijke lezen. Lezen en luisteren tot je Gods stem in het Woord gehoord hebt. Dat is volgens Luther een levenslang leerproces.

(…)

De Bijbel werd Luther steeds meer tot enige bron en norm, waarbij hij onder meer in een preek uit 1515 wel duidelijk stelt dat het niet om de Bijbel op zich gaat, maar daarom dat wij via de Bijbel tot Christus komen.

(…)

Het gaat, zoals Luther zegt, om het herkauwen van een Bijbeltekst en om het net zo lang luisteren totdat de tekst als het ware uitbot als de bloesem aan een boo en de rijke inhoud tevoorschijn komt.

Luisterend lezen

Dat kunnen we dus (opnieuw) leren van Luther, in dit Reformatiejaar: een bijbellezen dat bijbelluisteren wordt; lectio divina; herkauwen; luisterend lezen. Dat gebeurt wat er in Psalm 119:130 staat:

De Bijbel beproeft, richt en verlicht alle menselijke beweringen en Luther verwijst daarvoor naar Psalm 119:130: Als Uw woorden open gaan, is er licht en inzicht voor de eenvoudigen.

Een nieuwe geestelijke lente

Terug naar de lente, naar nieuw leven, takken die uitbotten, bloesems die bloeien. Paus Benedictus XVI heeft eens (in 2005) een pleidooi gevoerd voor die lectio divina die Luther beoefende en die hem bracht tot geloof in Christus als zijn enige redder.

Daarin voorspelt de emeritus-paus een nieuwe geestelijke lent. Het citaat dat nu volgt als al jaren lang mijn inspiratiebron om aandacht te geven aan de praktijk van de lectio divina. Een praktijk die we, juist nu we 500 jaar Reformatie vieren, weer veel meer zouden moeten gaan beoefenen, als katholieken en protestanten samen!

‘Speciaal wil ik in herinnering roepen en aanbevelen de oude traditie van de lectio divina: deze zorgvuldige lezing van de Heilige Schrift die gepaard gaat met gebed, leidt tot die intieme dialoog waarin degene die leest de sprekende God hoort, en waarin hij biddend antwoord geeft met een vertrouwensvolle openheid van het hart.’

‘Als deze lectio divina op effectieve wijze wordt verbreid, dan zal deze geestelijke oefening – daarvan ben ik overtuigd – een nieuwe geestelijke lente brengen.’