Wat hoofdstuk 13 uit 1 Korintiërs is voor de brieven van Paulus, is hoofdstuk 3 ‘Learning How to Love‘ voor Brian McLaren’s The Great Spiritual Migration: een spiritueel hoogtepunt, ómdat het over de liefde gaat.

Ik vind het een prachtig hoofdstuk, omdat hier voelbaar wordt waar het McLaren dan wel om gaat als hij pleit voor het afschaffen van de centraliteit van dogma’s, geloofsovertuigingen en andere leerstelligheden. Het gaat hem om de liefde. Waarom? Omdat het Jezus om de liefde gaat: ‘Heb de Heer uw God lief, en uw naaste als u zelf’. Omdat heel de Bijbel vol is van de onuitputtelijke liefde van God die overstroomt in compassie, barmhartigheid en genade. Omdat Johannes zegt: ‘God is liefde’. En omdat Paulus zegt: ‘Ga de weg van de liefde. Zoals Christus.’

School

Hier klopt voor mijn gevoel het hart van McLarens boek: in een hartstochtelijk pleidooi voor de kerk als ‘School van de Liefde’ (blz. 53-54):

Wat ik geloof dat kan en moet gebeuren is dat tienduizenden kerkgemeenschappen wat ik noem ‘scholen’ of ‘studio’s’ van de liefde zullen worden. Dat is de toekomst waar ik naar verlang en waaraan ik gepassioneerd ben toegewijd. Ik ben niet geïnteresseerd in de denominatie, de muzikale stijl of de liturgische smaak van kerkgemeenschappen. Het maakt me niet uit of ze wekelijk in een kathedraal, maandelijks in een bar, jaarlijks in een retraitecentrum of dagelijks online samenkomen. Het maakt me niet uit of ze groot of klein zijn, formeel of alledaags, hip of niet-hip. Het maakt me niet uit of de stijl van de eredienst traditioneel of eigentijds of wat dan ook maar is. Wat mij uitmaakt is dit: of ze de mensen leren een leven van liefde te leiden, vanuit het hart, voor God, voor alle mensen (geen uitzonderingen), en voor heel de schepping.

Liefde als prioriteit

Vervolgens voert McLaren een even briljant als eenvoudig (waarom hebben we dit als christenen niet eerder met elkaar bedacht voor ons kerkelijke leven?) curriculum dat ons helpt te leren gaan voor het hoogste van alle doelen: de liefde (blz. 55-56):

De christelijke religie bestaat nu al zo’n tweeduizend jaar, en voor zover ik weet, hebben we geen goed doordachte pedagogie van de liefde, geen liefdes-curriculum.

(…)

Vandaag is het de hoogste tijd voor een nieuwe Jezusbeweging, waarin ‘rechtvaardige en genereuze gemeenschappen’ waarvoor de liefde op de wijze van Jezus het primaire doel is worden samen gebracht.

Vierdelig  curriculum

Het curriculum )leerplan, leerweg) dat Brian McLaren voorstelt, heeft vier delen of fases: Liefde 101, Liefde 201, Liefde 301 en Liefde 401.

We moeten starten met liefde voor de naaste (Liefde 101). Dan kan vreemd lijken. Is de liefde voor God niet het eerste gebod? Toch wordt op meerdere plaatsen in het Nieuwe Testament duidelijk hoe fundamenteel en primair de liefde voor de naaste is. Zo zegt Paulus in Galaten 5:14: “De hele wet is vervuld in één uitspraak: ‘Heb uw naaste lief als uzelf.’” En Johannes schrijft (1 Johannes 4:20): “Als iemand zegt: ‘Ik heb God lief,’ maar hij haat zijn broeder of zuster, is hij een leugenaar. Want iemand kan onmogelijk God, die hij nooit gezien heeft, ​liefhebben​ als hij de ander, die hij wel ziet, niet liefheeft.”

Deze naaste is allereerst degene die het dichtst bij ons leeft: onze partner, onze kinderen, onze ouders, kortom onze gezinnen en families. Wat zou het goed zijn als een kerk leert hoe liefde er in deze verbanden uitziet. Vervolgens zijn er de vrienden, de buren, de vreemdelingen, de ‘outsiders’ en niet te vergeten: onze vijanden. Hen leren liefhebben – dat is het allereerste wat nodig is in de kerk als ‘School van de Liefde’.

Op de tweede plaats (Liefde 201) komt: de liefde voor onszelf. Want wat gaan veel mensen gebukt onder zelfhaat, zelfverwerping en zelfverachting. En, aan de andere kant, wat zijn er veel mensen die leven vanuit een egoïstische en troste vorm van zelfverwerkelijking en zelfverheerlijking. Liefde voor jezelf leren is zo basaal als bezig zijn met het nooit ophoudende proces van zelf-inzicht en zelf-reflectie en zelf-aanvaarding. Daarbij kunnen allerlei persoonlijksheids-instrumenten zoals Enneagram en MBTI een belangrijke rol vervullen. Bínnen Liefde 201 dus, in de ruimte van de kerk als ‘School van de Liefde’.

Op de derde plaats (Liefde 301) komt liefde voor de aarde, voor de schepping, voor de lucht en het water, voor het klimaat (blz. 60):

Als je je naaste liefhebt als jezelf, dan verlang je ernaar dat al je kinderen en al je toekomstige nakomelingen in staat zullen zijn om ook te genieten van de schoonheid van de schepping; daarom zul je geven om duurzaamheid en zul je ecologie als een prachtige en heilige wetenschap zien.

Als je zo de naaste, jezelf en de aarde liefhebt, zal er ook de liefde voor God zijn. Nu niet meer God als een doctrine of een theorie los van alles wat en allen die we hebben leren liefhebben. Het gaat nu om de liefde voor de God die we ontmoet en ervaren hebben in de werkelijkheid van het leven. Nu pas (Liefde 401) kan echt landen wat Johannes bedoelt als hij zegt: “laten wij elkaar ​liefhebben, want de ​liefde​ komt uit God voort. Ieder die liefheeft is uit God geboren en kent God. Wie niet liefheeft kent God niet, want God is ​liefde.”

McLaren rond zijn voorstel voor dit vierdelige liefdescurriculum af met een kleine kanttekening (61):

Natuurlijk is het niet mijn bedoeling dat deze elementen van het liefdescurriculum altijd in dezelfde volgorde een plek moeten krijgen. Zolang we maar leren om te geven om de aarde, te geven om onszelf, te geven om elkaar en te geven om God, in welk rommelige volgorde dan ook, ben ik gelukkig. In extase zelfs!

Het gaat om liefhebben

Brian McLaren geeft ook nog tien aanwijzingen om de liefde centraal te stellen op momenten dat christenen samenkomen. Die aanwijzingen zijn zo mooi en goed dat ik ze in de volgende blogpost compleet in vertaling wil doorgeven. Nu alleen nog een paar opmerkingen rond de vraag waarom het curriculum dat MacLaren aanbied me zo aanspreekt en waarom ik het beeld van de ‘School van de Liefde’ zo goed vind.

  1. Het boeiende van het beeld van de kerk als ‘School van de Liefde’ vind ik dat daar iets monastieks in door klinkt. In de traditie van het Cisterciënzer kloosterleven wordt het klooster namelijk gezien als ‘Schola Caritatis‘: ‘School van de Liefde’! Het zal ook niet voor niks zijn dat McLaren in dit hoofdstuk aandacht vraagt voor misschien we de bekendste Cisterciënzer monnik: Bernard van Clairvaux (1090-1153). In zijn boek ‘De Diligendo Deo‘ (in het Nederlands vertaald onder de titel ‘Een God om lief te hebben’) beschrijft Bernard een liefdesleerproces in vier fases: 1. onszelf liefhebben omwille van onszelf, 2. God liefhebben omwille van onszelf, 3. God liefhebben omwille van God, 4. onszelf liefhebben omwille van God.
  2. Het curriculum spreekt me ook zo aan omdat het me doet denken aan het ‘Curriculum voor Christusgelijkvormigheid’ dat Dallas Willard (een van de inspiratiebronnen van McLaren) aanbiedt in zijn boek ‘The Divine Embrace‘. In dat curriculum staat Christus dus centraal. Bij McLaren is dat de liefde. Maar is dat niet eigenlijk hetzelfde? In Christus is Gods liefde openbaar geworden!
  3. In dit derde hoofdstuk van McLarens boek lees ik nog niet over de betekenis van het kruis. Daarom vond ik het mooi om bij de voorbereidingen voor het schrijven van deze blogpost een citaat tegen te komen van St. Maximilian Kolbe: ‘Het kruis is de school van de liefde’. Elders in zijn boek spreekt McLaren wel degelijk over het cruciforme leven in de navolging van Christus, speciaal daar waar hij uitgebreid en diepgaand schrijft over zijn eigen leerweg als het gaat om het liefhebben van zijn vijanden: “Mijn vijanden hebben me meer in uw omhelzing gedreven dan mijn vrienden” (blz. 190).

Opnieuw treft het me hoezeer de tekst die ik gekozen heb om in de veertigdagentijd mee te dragen, aansluit bij de drive van McLaren in zijn boek The Great Spiritual Migration: