Om vertrouwd te raken met de psalmen, kan het helpen om de eerste regel van alle psalmen te kennen. In de loop van de tijd zal, als je intensief met de psalmen omgaat, die eerste regel genoeg zijn om je de hele psalm voor de geest te halen.

1 Gelukkig de mens die niet meegaat met wie kwaad doen
2 Waartoe leidt het woeden van de volken
3 HEER, hoe talrijk zijn mijn belagers
4 Antwoord mij als ik roep
5 Hoor mijn woorden, HEER
6 HEER, straf mij niet in uw woede
7 HEER, mijn God, bij u schuil ik
8 HEER, onze Heer, hoe machtig is uw naam
9 Ik wil u loven, HEER, met heel mijn ​hart
10 Waarom, HEER, bent u zo ver

11 Schuilen doe ik bij de HEER
12 Grijp in, HEER! Niemand is nog trouw
13 Hoe lang nog, HEER, zult u mij vergeten
14 Dwazen denken: er is geen God
15 HEER, wie mag gast zijn in uw ​tent
16 Ik zeg tot de HEER: U bent mijn Heer
17 Luister, HEER, ik vraag om recht
18 Ik heb u lief, HEER, mijn sterkte
19 De hemel verhaalt van Gods majesteit
20 Moge de HEER u antwoorden in dagen van nood

21 HEER, uw kracht verblijdt de ​koning
22 Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten
23 De HEER is mijn ​herder
24 Van de HEER is de aarde en alles wat daar leeft
25 Naar u, HEER, gaat mijn verlangen uit
26 Doe mij recht, HEER
27 De HEER is mijn licht, mijn behoud
28 U, HEER, roep ik aan
29 Erken de HEER, o ​goden
30 Hoog wil ik u prijzen, HEER, want u hebt mij gered

31 Bij u, HEER, schuil ik
32 Gelukkig de mens van wie de ontrouw wordt ​vergeven
33 Huldig de HEER bij de klank van de ​lier
34 De HEER wil ik prijzen, elk uur van de dag
35 Bestrijd, HEER, wie mij bestrijden
36 De ​zonde​ spreekt tot de goddeloze, diep in zijn ​hart
37 Erger je niet aan slechte mensen
38 Wees niet vertoornd, HEER, straf mij niet
39 Ik had mij voorgehouden: ik moet mij beheersen
40 Vol verlangen heb ik op de HEER gewacht

41 Gelukkig wie zorgt voor de armen
42 Zoals een hinde smacht naar stromend water
43 Verschaf mij recht, o God
44 God, met eigen oren hebben wij het gehoord
45 In mijn ​hart​ wellen de juiste woorden op
46 God is voor ons een veilige schuilplaats
47 Klap in de handen, o volken
48 Groot is de HEER, hem komt alle lof toe
49 Hoor, alle volken
50 De God der ​goden, de HEER

51 Wees mij ​genadig, God, in uw trouw
52 Wat prijs je het kwade aan, jij held
53 Dwazen denken bij zichzelf: er is geen God
54 God, bevrijd mij door uw naam
55 Luister, God, naar mijn ​gebed
56 Wees mij ​genadig, God, want ze bedreigen mij
57 Wees mij ​genadig, God, wees mij ​genadig
58 Machtigen, spreekt u werkelijk recht
59 Bevrijd mij van mijn vijanden, mijn God
60 God, u hebt ons verstoten, ons uiteengeslagen

61 Hoor, o God, mijn smeken
62 Alleen bij God vindt mijn ziel haar rust
63 God, u bent mijn God, u zoek ik
64 Hoor mijn stem, God, hoor mijn klacht
65 U komt de lof toe
66 Heel de aarde, juich voor God
67 God, wees ons ​genadig​ en ​zegen​ ons
68 God staat op
69 Red mij, God
70 God, breng mij uitkomst

71 Bij u, HEER, schuil ik
72 Geef, o God, uw wetten aan de ​koning
73 Ja, God is goed voor Israël
74 Waarom, God, hebt u ons voor altijd verstoten
75 Wij loven, God, wij loven u
76 Vermaard is God in Juda
77 Luid roep ik God, ik schreeuw het uit
78 Luister, mijn volk, naar wat ik leer
79 God, vreemde volken hebben uw land bezet
80 Hoor ons, ​herder​ van Israël

81 Jubel voor God, onze sterkte
82 God staat op in de hemelse raad
83 God, houd u niet stil,
84 Hoe lieflijk is uw woning
85 U bent uw land ​genadig​ geweest, HEER
86 Hoor mij, HEER, en antwoord mij
87 Boven alle steden van ​Jakob
88 HEER, God, mijn redder
89 Van uw ​liefde, HEER, wil ik eeuwig zingen
90 Heer, u bent ons een toevlucht geweest

91 Wie in de beschutting van de Allerhoogste woont
92 Het is goed de HEER te loven
93 De HEER is ​koning, met hoogheid is hij bekleed
94 God van vergelding, HEER
95 Kom, laten wij jubelen voor de HEER
96 Zing voor de HEER een nieuw ​lied
97 De HEER is ​koning​ – laat de aarde juichen
98 Zing voor de HEER een nieuw ​lied
99 De HEER is ​koning​ – volken, beef
100 Juich de HEER toe, heel de aarde

101 Ik wil zingen over trouw en recht
102 HEER, hoor mijn ​gebed
103 Prijs de HEER, mijn ziel
104 Prijs de HEER, mijn ziel
105 Loof de HEER, roep luid zijn naam
106 Loof de HEER, want hij is goed
107 Loof de HEER, want hij is goed
108 Mijn ​hart​ is gerust, o God
109 God, die ik loof, blijf niet zwijgen
110 De HEER spreekt tot mijn heer

111 Ik wil de HEER loven met heel mijn ​hart
112 Halleluja! Gelukkig de mens met ​ontzag​ voor de HEER
113 Halleluja! Loof, dienaars van de HEER
114 Toen Israël wegtrok uit Egypte
115 Niet ons, HEER, niet ons
116 De HEER heb ik lief, hij hoort
117 Loof de HEER, alle volken
118 Loof de HEER, want hij is goed
119 Gelukkig wie de volmaakte weg gaan
120 Roep ik in mijn nood tot de HEER

121 Ik sla mijn ogen op naar de bergen
122 Verheugd was ik toen ik hoorde
123 Naar u sla ik mijn ogen op
124 Was de HEER niet voor ons geweest
125 Wie op de HEER vertrouwt is als de Sionsberg
126 Toen de HEER het lot van Sion keerde
127 Als de HEER het ​huis​ niet bouwt
128 Gelukkig ieder die ​ontzag​ heeft voor de HEER
129 Dikwijls werd ik gekweld, van mijn jeugd af aan
130 Uit de diepte roep ik tot u, HEER

131 HEER, niet trots is mijn ​hart
132 Blijf ​David​ gedenken, HEER
133 Hoe goed is het, hoe heerlijk
134 Zegen​ de HEER, u allen
135 Halleluja! Loof de naam van de HEER
136 Loof de HEER, want hij is goed
137 Aan de rivieren van Babel
138 Ik wil u loven met heel mijn ​hart
139 HEER, u kent mij, u doorgrondt mij
140 Bevrijd mij, HEER, van wie mij kwaad doen

141 HEER, u roep ik aan, kom mij te hulp
142 Luid roep ik tot de HEER
143 HEER, hoor mijn ​gebed
144 Geprezen zij de HEER, mijn rots
145 U, mijn God en ​koning, wil ik roemen
146 Halleluja! Loof de HEER, mijn ziel.
147 Halleluja! Hoe goed is het te zingen voor onze God
148 Halleluja! Loof de HEER, bewoners van de hemel
149 Halleluja! Zing voor de HEER een nieuw ​lied
150 Halleluja! Loof God in zijn ​heilige​ woning