Preek zondag 1 september 2024 (over Efeziërs 4:15)
Luister de preek terug als podcast:
Preek
1
De zomer is een mooie periode om weer eens wat boeken te lezen. Lekker in een luie stoel voor de tent, op het strand, of onder een schaduwrijke boom. Wie is het daarmee eens? Wie heeft er weer eens een boek gelezen, een roman, een detective?
Ik las in onze achtertuin een boek van de Braziliaanse auteur Paulo Coelho: “De Zahir”. Het boek vertelt het verhaal van een bekende schrijver die op een dag ontdekt dat zijn vrouw, die oorlogsverslaggever is en met wie hij al meer dan twintig jaar is getrouwd, plotseling verdwenen is. Geen briefje. Geen spraakberichtje. Gewoon weg. Zou ze ontvoerd zijn? Zou ze een ongeluk hebben gehad? Al vrij snel wordt duidelijk dat ze gewoon vertrokken is om een nieuw leven op te bouwen, zonder hem, zonder afscheid te nemen, zonder te vertellen waarom.
Hij voelt zich diep verdrietig en alleen. Na verloop van een aantal weken probeert hij haar los te laten (wat zij blijkbaar wilde), en ook zelf zijn leven weer op te pakken, maar zonder haar aanwezigheid voelt alles hol en betekenisloos. Maar dat loslaten lukt niet en er komt bij hem een intensieve zoektocht op gang, vol wanhoop en verwarring over zichzelf, naar de betekenis van liefde, naar wat zin geeft aan het leven, naar wat er mis ging in zijn huwelijk. Het intense verlangen om zijn vrouw weer te zien is daarin allesbeheersend. Zij is zijn Zahir geworden.
Dat arabische woord was nieuw voor hem. “Zahir betekent: zichtbaar, aanwezig, onmogelijk om onopgemerkt te blijven. Het is iets wat of iemand die, wanneer we ermee in contact komen, langzaam beslag legt op onze gedachten zodat we ons uiteindelijk op niets anders meer kunnen concentreren. Dat kan men zien als heiligheid, of waanzin.” Zo wordt het omschreven.
Oftewel: er is iets of iemand waardoor je helemaal gefascineerd bent, waardoor je helemaal in beslag wordt genomen, tot het bijna een obsessie wordt. Heel je leven staat in het teken van je Zahir. In het boek is dat de verdwenen vrouw van de schrijver.
Is er iets in jouw leven wat je je Zahir zou kunnen noemen: iets wat langzaamaan beslag heeft gelegd op je gedachten zodat je je op niets anders meer kunt concentreren. Het is je passie geworden waar je je vol bevlogenheid aan toewijdt. Je mag er zelfs midden in de nacht voor worden wakker gemaakt.
2
Ik herinnerde me trouwens ook een ander, heel kort verhaal, dat in wezen over hetzelfde gaat. Het is vrij bekend. Het is zo kort dat ik het verhaal even helemaal voorlees:
“Het is met het koninkrijk van de hemel als met een schat die verborgen lag in een akker. Iemand vond hem en verborg hem opnieuw, en in zijn vreugde verkocht hij alles wat hij had en kocht die akker.”
De verborgen schat waarvoor je alles over hebt, waar je altijd mee bezig bent, allesbeheersend aanwezig in je leven. De Zahir.
Wat is de Zahir van kerk-zijn? Wat is de verborgen schat van de christelijke gemeente waar alles op gericht is? Wat houdt ons mateloos bezig?
In de afgelopen maanden is dat voor mij opnieuw geworden wat er eigenlijk steeds al was: “Toegroeien naar Christus”. Dat is mijn Zahir, de verborgen schat. En in dit jaar – waarin we ons herinneren dat de eerste steen van dit kerkgebouw 150 jaar geleden werd gelegd op 2 juli 1874 en dat de eerste eredienst een jaar later plaats vond op 25 juli 1875 – in dit jaar zou ik heel graag willen dat er een geestelijk vernieuwingsproces gaat plaats vinden rond dit ene, waar we vol van zijn, waar onze gedachten door beheerst worden, waar ons hart naar hunkert, wat ons in de ziel raakt: “Toegroeien naar Christus”.
Ik heb het steentje bij me waar die woorden op staan. Wie heeft het steentje ook bij zich?
Laten we die woorden spellen. Ik heb het nu eerst over Christus, dan over de richting en ten slotte over het groeien.
3
Al lezend in de brief aan de Efeziërs – en de andere brieven van Paulus – ben ik weer onder de indruk geraakt van de mateloze passie van Paulus voor Christus. Het is Christus voor en na in zijn leven en zijn verkondiging. Steeds richt hij de blik weer op Jezus. Hij ziet Hem overal. “Onmogelijk om onopgemerkt te blijven.” Christus is alles voor hem. “Dat kan men zien als heiligheid, of waanzin.”
Dat is bij Paulus denk ik begonnen – om nooit meer weg te gaan – toen hij Jezus ontmoette op de weg naar Damascus, die ingrijpende bekeringservaring van Paulus, die maar liefst drie keer verteld wordt in Handelingen. “Toen hij onderweg was en Damascus naderde, werd hij plotseling omstraald door een licht uit de hemel. Hij viel op de grond en hoorde een stem tegen hem zeggen: ‘Saul, Saul, waarom vervolg je Mij?’ Hij vroeg: ‘Wie bent U, Heer?’ Het antwoord was: ‘Ik ben Jezus, die jij vervolgt.” (Handelingen 9:3-5).
Maar er was niet alleen die ervaring van geraakt worden door Jezus die als Licht naar hem toe kwam. In de brief aan de Galaten vertelt Paulus, als mensen hem vragen waar hij het evangelie vandaan heeft: “ik heb het niet van een mens ontvangen of geleerd, nee, Jezus Christus is mij geopenbaard.” (Galaten 1:12).
En als hij reflecteert op die ervaring, zegt hij: “Maar toen besloot God (…) zijn Zoon in mij te openbaren, opdat ik Hem aan de heidense volken zou verkondigen. (…) Ik ben onmiddellijk naar Arabië gegaan en ben van daar weer teruggekeerd naar Damascus. Pas drie jaar later ging ik naar Jeruzalem.” (Galaten 1:15-18)
Wist je dat: dat Gods Zoon ín Paulus is geopenbaard – dus niet alleen maar áán Paulus, maar echt binnenín hem? En wist je dat hij drie jaar in Arabië heeft doorgebracht? Die jaren vormen een soort gat in zijn levensloop, en het is niet helemaal duidelijk wat hij die jaren deed. Het evangelie verkondigen in Arabië? Maar misschien waren het ook wel jaren om de ontmoeting met Jezus op zich in te laten werken? Jaren van gebed, studie, verdieping, luisteren naar de Geest, groeien in Christusgelijkvormigheid. Jaren om zich steeds opnieuw en steeds te laten raken door Jezus en te groeien in Christusbewustzijn.
En ik kan me voorstellen dat er zich in die drie jaren een heel diepgeworteld geloof heeft gevestigd in de binnenwereld van Paulus, dat Christus steeds meer in hem is komen wonen. Luister maar naar uitspraken als deze:
“Ik ben met Christus gekruisigd, en niet meer ik leef, maar Christus leeft in mij.” (Galaten 2:20)
“Alles beschouw ik als verlies, want alles wordt overtroffen door het kennen van Christus Jezus, mijn Heer, omwille van wie ik alles heb prijsgegeven. In mijn ogen is het allemaal waardeloze troep, want ik wil Christus winnen en één met Hem zijn.” (Filippenzen 3:8)
Paulus is geraakt door Jezus en vol van Christus. En Hij wil dat niet voor zichzelf houden. God roept hem om met een geweldige, haast obsessieve gedrevenheid Christus bekend te maken zó dat ook anderen vol worden van Hem.
“Dan zult u”, zegt Paulus tegen de Efeziërs, “de liefde van Christus kennen die alle kennis te boven gaat, opdat u geheel vervuld zult raken van de volheid van God.” (Efeziërs 3:18-19)
En als hij spreekt over de opbouw van de christelijke gemeente, en dan zijn we in Efeziërs 4, dan schrijft hij: “Zo wordt het lichaam van Christus opgebouwd, totdat wij allen samen door ons geloof en door onze kennis van de Zoon van God een eenheid vormen, de eenheid van de volmaakte mens, van de tot volle wasdom gekomen volheid van Christus.” (Efeziërs 4:12-13)
De volheid van Christus. Dat is dat je hele leven doordrongen raakt van alles wat Christus is. Dat is alsof een glas dat eerst helemaal leeg was, nu tot de rand toe gevuld raakt met water zodat het overstroomt. De volheid van Christus is dat dat de leegte van de eenzaamheid wordt gevuld met aanwezigheid. Dat is als een donkere kamer waar jarenlang de gordijnen waren gesloten, maar waar nu het daglicht binnenkomt door de geopende ramen. Volop licht, volop lucht, volop warmte. De volheid van Christus. Overrompelende aanwezigheid. Onuitsprekelijke liefde.
Toegroeien naar Christus – dat is onze Zahir, onze schat, en Paulus is onze gids die ons uitnodigt om Christus steeds meer te leren kennen in al zijn oneindige veelzijdigheid en ondoorgrondelijke veelkleurigheid, zijn onuitsprekelijk liefde en genade, zijn onuitputtelijke wijsheid.
4
Ik kan me voorstellen dat dit allemaal wat overweldigend is. Dat je denkt: “Hoe kan ik ooit zo vol van Christus zijn als Paulus dat was? Ik ben maar een gewoon mens, ik heb mijn fouten en zwakheden, en ik heb het bovendien best druk met andere dingen.”
En ik zie dat bij mezelf ook best wel. Er zijn ook periodes geweest in mijn geloofsleven dat ik dacht: “Hou toch eens op; doe niet zo overdreven; er is toch ook nog wel iets anders dan Christus? Vol van Christus? Mag het misschien ook half-vol zijn, of half-leeg? Mag het wat aardser en concreter, want dit klinkt erg zweverig en radicaal? Er bestaat ook nog zoiets als werkstress, een gezinsleven, tegenslagen, dagelijkse zorgen die alle aandacht opslokken!”
En ik vind het dan heel bemoedigend dat dit bij Paulus ook allemaal niet van de ene op de andere dag is gebeurd. Het waren jaren in Arabië – stel ik me zo voor – van zoeken, worstelen, aarzelen, terugvallen, tegenvallen, de Zahir ook even kwijt zijn, andere schatten ontdekken – en dan toch jezelf op een goed moment weer terugvinden in de genadige armen van God.
En de twee andere dingen die ik nog ga zeggen, die helpen hier denk ik ook bij, om van dat gevoel van je overweldigd voelen los te komen.
5
Eerst over die richting. “Toegroeien naar Christus.” Daar zit een beweging in, een richting. Ik verbind dat nu even met wat Paulus daar net aan voorafgaand schrijft. Hij schildert dat nieuwe leven, dat we samen in de kerk als lichaam van Christus steeds weer en steeds meer ontdekken. En dat doen we juist in een wereld waar we alle kanten worden opgetrokken, en voor je het weet ben je echt de weg kwijt.
Paulus belooft dit: “Dan zijn we geen onmondige kinderen meer die stuurloos ronddobberen en met elke wind meewaaien, met wat er maar verkondigd wordt door mensen die tot alles in staat zijn wanneer ze anderen listig en doortrapt op een dwaalspoor willen brengen.” (Efeziërs 4:14)
Ik weet niet precies wat Paulus toen in gedachten had, maar het kost ons vandaag misschien niet heel veel moeite om hierin iets te herkennen van de eindeloze hoeveelheid meningen die er zijn in de samenleving over van alles en nog wat. Het kost niet veel moeite om te zien dat er veel leugens worden verkocht via social media en slimme marketing. We leven in een tijd waarin informatie en desinformatie zich razendsnel verspreiden. En het kan moeilijk zijn om te onderscheiden wat waar is en wat niet. Een wereld vol stemmen die om onze aandacht schreeuwen, ieder met een eigen waarheid en een eigen agenda. En het is best verleidelijk om mee te gaan met weer een nieuwe hype, met wat het gemakkelijkst klinkt, met wat het aantrekkelijkst lijkt.
Herken je daar iets van? Van die verwarring en stuurloosheid? Dat je je gevoel voor richting helemaal kwijt dreigt te raken?
Paulus zegt eigenlijk: de kerk is de plek waar je weer gevoel voor richting krijgt. De kerk is de plek waar de waarheid klinkt, en dat is het evangelie van het koninkrijk. De kerk is de plek waar we elkaar leren liefhebben. En zo gaat het richting Christus. Hij is onze richting, Hij is ons Doel. Hij is onze Weg.
En het gaan van de Weg is het Doel. Toegroeien naar Christus.
Toen ik vorige week bij de ontmoetingsplek ‘Over de Brug’ was, rond het brugwachterhuisje bij de Menistenbrug, stond daar ook een mok met kleine kaartjes met daarop met de hand korte spreuken geschreven. Ik dacht: ik pak er eentje en ben benieuwd wat dat brengt. Dit bracht het:
“Je richting is belangrijker dan je snelheid”.
Dat is wat we nu net aan het ontdekken zijn: richting is belangrijk. Maar hoe goed is het om ook te zien dat die richting belangrijker is dan de snelheid. Ook als je groeit richting Christus kun je soms het idee hebben dat het allemaal sneller moet, dat we meer haast moeten maken. In zo’n samenleving leven we ook: alles gaat snel en haastig en in fragmenten. Soms lopen we rond als kip zonder kop, heel snel, met heel veel haast, maar we hebben eigenlijk geen idee meer van welke kant we op gaan.
6
Maar hier – en dan zijn we bij het laatste, de groei – hoeft niets geforceerd te worden. Het gaat immers om groei. En dat is niet de groei waarmee we met elkaar deze wereld aan het kapot maken zijn: economische groei, technologische groei, consumptieve groei.
Het is een groei die veel meer te maken heeft met ons karakter, met onze ziel, die zo zeer in de verdrukking kan komen, met ons mens-zijn. Het gaat om een groei die een afspiegeling is van natuurlijke groeiprocessen zoals God ze in de schepping heeft gelegd. Het gaat om een groei die gepaard gaat met geduld, wachten, afhankelijkheid. Een groei die Gód geeft.
Tegelijk bestaat het natuurlijk ook dat wij die groei onmogelijk maken. Als je een plant geen licht, geen lucht en geen water geeft, dan gaat die plant dood. Dan komt er geen groei. Die komt er ook niet als die plant wordt overwoekerd door onkruid of voortdurend aan storm en wind wordt blootgesteld.
In de groei in het geestelijke leven bestaat er ook zoiets als onze eigen inzet, doordat we water geven, zorgen voor lucht en licht. En we kunnen die groei belemmeren door van alles wat in de weg laten zitten.
Volgende week wil ik het daar verder over hebben, als de woorden van Jezus centraal zullen staan: “Neem mijn juk op je.”
7
Nu hoop ik dat vooral dit je bijblijft. Deze drie woorden: “Toegroeien naar Christus.” En daar hoort ook “samen” bij: we hebben elkaar nodig. En ook “volledig”: in alle opzichten: in ons denken, voelen, willen, kiezen. Maar ik wil het ook graag kern-achtig houden.
Toegroeien naar Christus.
Is dat wat jij wilt? Echt wilt?
Ik hoop dat er iets bij je aangeraakt is, ik hoop dat de heilige Geest zo werkt dat je zegt: ja, dit is wat ik ook graag wil. Dit is de schat die ik in de akker heb ontdekt, waar ik alles voor over heb. Dit is mijn Zahir: hierop wil ik steeds meer gefocust zijn, want als dit mijn denken en mijn voelen en mijn willen beheerst, dan zal dat veel goeds brengen in mijn eigen leven, in mijn karakter, in mijn relaties, in mijn gezin, in mijn werk, in mijn vrije tijd en ontspanning.
En last but not least: in de kerk. Wat zou er gebeuren als we allemaal als een schat in ons hart en ons hoofd dit verlangen meedragen: “Toegroeien naar Christus” zodat zijn waarheid, zijn liefde, zijn vreugde, zijn vrede, zijn koninkrijk, zijn kracht en zijn heerlijkheid kleur geven aan ons samen kerk zijn.
We zingen een lied dat ons zal helpen om toe te groeien naar Christus: Jezus’ liefde voor mij.
Gespreksvragen
- Wat is jouw ‘Zahir’? Wat is iets of iemand in je leven dat je gedachten zo volledig in beslag neemt dat je er haast geobsedeerd door bent? Hoe beïnvloedt dit je dagelijkse leven en je prioriteiten?
- Wat betekent het voor jou om naar Christus toe te groeien? Hoe ervaar je dit proces in je eigen leven? Welke stappen heb je al gezet, en welke uitdagingen kom je tegen?
- Hoe kan de kerk een veilige plek zijn waar we onze ‘richting’ terugvinden? Wat kan de kerk doen om je te helpen je te richten op Christus in een wereld vol afleiding en verwarring?
- Hoe ga je om met momenten van twijfel en verwarring in je geloofsleven?
- Waarom denk je dat het belangrijker is om ‘richting’ te hebben dan om snel vooruit te gaan? Hoe pas je dit idee toe in je eigen leven en beslissingen? Heb je voorbeelden waarbij je merkte dat langzame, gerichte groei waardevoller was dan snelle vooruitgang?
- Wat zijn de gevaren van economische, technologische en consumptieve groei zoals die vandaag de dag plaatsvinden? Hoe beïnvloeden deze soorten groei ons geestelijke leven en onze toewijding aan Christus?
- Welke concrete stappen kun je nemen om te ‘water geven’ aan je geestelijke groei? Wat zijn de ‘licht’ en ‘lucht’ die jouw geloof nodig heeft om te bloeien, en wat zijn de ‘onkruiden’ die je misschien moet verwijderen?
- Hoe kunnen we in ons dagelijks leven zorgen dat “toegroeien naar Christus” onze Zahir of onze verborgen schat blijft? Welke praktijken of rituelen helpen je om je gedachten en hart op Christus te blijven richten?
- Wat inspireert je in het leven van Paulus en zijn toewijding aan Christus? Hoe kun je zijn passie en volharding toepassen in je eigen relatie met God?
- Hoe kunnen we als kerk samen groeien in de ‘volheid van Christus’? Wat zijn manieren waarop we elkaar kunnen ondersteunen, bemoedigen en leiden om Christus centraal te stellen in ons gemeenschappelijk leven?
Stellingen
- Onze schat bepalen wij zelf; we kiezen wat ons beheerst.
- Social media beïnvloeden ons meer dan het evangelie van Jezus, bewust of onbewust.
Geef een reactie