Stil, mijn ziel, wees stil: Les 11
11 De naam van Jezus
‘Heer Jezus Christus, Zoon van God, ontferm u over mij.’ Deze tien woorden vormen samen het Jezusgebed, één van de gebedsvormen die je kunnen helpen om te groeien in contemplatief gebed.
‘Mag je eigenlijk wel tot Jezus bidden?’, vroeg een deelnemer aan de cursus. ‘Ik bid altijd tot de Vader, en dat heeft Jezus ons toch ook geleerd?’ In een volgende les kom ik op deze vraag terug. In deze les maken we eerst nog wat verder kennis met het Jezusgebed.
11.1 Onophoudelijk bidden
Het Jezusgebed heeft zijn wortels in de oosters-orthodoxe traditie. Daar wordt het verhaal verteld van een Russische pelgrim die tijdens een kerkdienst diep in zijn ziel werd getroffen door dit woord uit 1 Tessalonicenzen 5:17: ‘Bid onophoudelijk.’ Hij had het gevoel: dát vraagt God van mij, te bidden zonder ophouden.
Hij ging naar veel kerken en hoorde veel mooie preken over het gebed. Maar nergens vond hij het antwoord op de vraag hoe men zonder ophouden kan bidden. Dan trekt hij er op uit om na veel omzwervingen een geestelijk leider te vinden die hem het Jezusgebed leert bidden. Dat gebed is een samenvoeging van de bede van Bartimeüs: ‘Zoon van David, Jezus, heb medelijden met mij’ (Marcus 10:48) en het gebed van de tollenaar uit de gelijkenis: ‘God, wees mij zondaar genadig’ (Lukas 18:13).
Het traditionele Jezusgebed luidt zo: ‘Heer Jezus Christus, Zoon van God, ontferm U over mij.’ De geestelijk leider leert de pelgrim om dit gebed zo vaak te bidden – eerst hardop en later in het hart – dat het op den duur als het ware altijd voortdurend als vanzelf in het binnenste tot klinken komt. Dat is het onophoudelijke gebed.
11.2 Evangelie in notedop
Van het Jezusgebed kun je zeggen dat de kern van het evangelie erin zit. Het zijn niet zomaar wat woorden, maar woorden vol van het goede nieuws waar de bijbel over spreekt. Wie ‘Heer’ zegt, belijdt Jezus als Heer van hemel en aarde, als de herder van het leven. En deze woorden van Paulus klinken ook mee: ‘niemand kan ooit zeggen: ‘Jezus is de Heer,’ behalve door toedoen van de heilige Geest’ (1 Korintiërs 12:3).
Wie ‘Jezus’ zegt, belijdt de enige naam die redt. ‘Door niemand anders kunnen wij worden gered, want zijn naam is de enige op aarde die de mens redding biedt’ (Handelingen 4:12). En: ‘Daarom heeft God hem hoog verheven en hem de naam geschonken die elke naam te boven gaat, opdat in de naam van Jezus elke knie zich zal buigen, in de hemel, op de aarde en onder de aarde, en elke tong zal belijden: ‘Jezus Christus is Heer,’ tot eer van God, de Vader’ (Filippenzen 2:9-11). Wie ‘Christus’ zegt, belijdt dat Jezus Gods gezalfde is, de messias en belijdt samen met Petrus: ‘U bent de messias, de Zoon van de levende God’ (Matteüs 16:16).
Wie ‘Zoon van God’ zegt, eert Jezus Christus die én mens én God is, Zoon van de Vader: ‘Niemand heeft ooit God gezien, maar de enige Zoon, die zelf God is, die aan het hart van de Vader rust, heeft hem doen kennen’ (Johannes 1:18).
En als je ‘ontferm u over mij’ zegt, belijd je dat je een kwetsbaar en falend mens bent die helemaal afhankelijk is van Gods genade. ‘Luister, HEER, en toon uw genade, HEER, kom mij te hulp’ (Psalm 30:11). Soms wordt het Jezusgebed ook aangevuld met de woorden ‘een zondaar’. Maar de vroegste versies van het Jezusgebed hebben dat niet. Het ‘een zondaar’ is later toegevoegd.
11.3 Ademen
Je kunt het Jezusgebed heel goed bidden op het ritme van je adem. Ik weet niet of je vertrouwd bent met het aandacht geven aan je ademhaling tijdens stilte en gebed. Ik heb daar zelf in het begin wel wat weerstanden tegen gehad omdat het doet denken aan oosterse meditatiepraktijken of aan mindfulness. Maar ik ben het toch gaan doen en merkte hoe natuurlijk het eigenlijk is om aandacht te hebben voor je ademhaling.
Aandacht geven aan je ademhaling helpt je om met geest én lichaam in het hier en nu te zijn, en met je hele persoon mee te doen. De adem heb je om zo te zeggen ook altijd bij je: ademen is onze meest fundamentele ‘bezigheid’ die ons helpt om in leven te blijven. Maar het bijzondere is dat we ons er meestal niet van bewust zijn dat we ademen. De adem ademt zichzelf.
Als we aandacht voor onze adem combineren met het Jezusgebed dan kan dat zo:
- bij het inademen zeg je (in je hoofd, in je hart): Heer Jezus Christus, Zoon van God
- bij het uitademen zeg je (in je hoofd, in je hart): ontferm u over mij.
Reflectievragen
Neem nu wat tijd om deze vragen te beantwoorden:
- Bij de toelichting van de bijbelse inhoud van het Jezusgebed heb ik een heel aantal teksten genoemd. Er zijn natuurlijk veel meer andere bijbelwoorden die mee klinken op de achtergrond van dit gebed. Aan welke bijbelwoorden moet jij denken?
- Hoe kijk jij aan tegen het verbinden van het bidden van het Jezusgebed met het ritme van je ademhaling?
Oefening
Hoe kun je oefenen met het Jezusgebed? Het beste is gewoon maar te beginnen. Ik geef je drie handreikingen.
- Leer de tien woorden van het Jezusgebed eerst uit je hoofd. Dat hoeft niet zoveel tijd te kosten, maar is wel even van belang.
- Neem net zoveel tijd als je normaal voor een lectio divina-oefening zou nemen, maar doe nu niets anders dan zachtjes (in jezelf) de woorden van het Jezusgebed eerbiedig te herhalen vanuit je verlangen om Jezus te aanbidden en in zijn aanwezigheid te zijn. Gebruik als je dat prettig vindt een van de stilte-audio’s hieronder.
- Laat op willekeurige momenten van de dag (of de nacht), als je een verlangen voelt om te bidden, het Jezusgebed door je gedachten gaan (vergelijkbaar met een ‘schietgebed’).
Stilte-audio’s: 4 minuten | 8 minuten | 15 minuten | 20 minuten
Je kunt ook weer een lectio divina-oefening doen via Oefenruimte lectio divina.
Bij de vorige les kon je luisteren naar het lied ‘O Jesu nomen dulce’ (o Jezus, lieflijke naam). Op deze pagina vind dat lied, nu met de Latijnse tekst en een Nederlandse vertaling. Het is voor mij al jarenlang een lied dat, passend bij het Jezusgebed, diepe liefde voor de naam van Jezus tot uitdrukking brengt.
Inspirerend citaat
Lev Gillet, een monnik van de Oosterse Kerk schreef een klein boekje over het Jezusgebed. Het volgende citaat komt uit dat boekje:
Men moet bij de praktische beoefening van dit gebed de heilige naam niet steeds maar onafgebroken herhalen. Is de heilige naam eenmaal uitgesproken, dan moet de sfeer daarvan zich uitbreiden en voortzetten in seconden of minuten van stilzwijgende rust en aandacht. Men zou het herhalen van de heilige naam kunnen vergelijken met de vleugelslag, waarmee een vogel de lucht doorklieft. Dat gaat niet moeizaam, geforceerd, overhaast of klapwiekend, maar soepel en licht en in de letterlijke zin van het woord gracieus. Heeft de vogel een bepaalde hoogte bereikt dan gaat hij over in glijvlucht en beweegt alleen maar van tijd tot tijd zijn vleugels om in de lucht te blijven. Zo moet ook de ziel, wanneer zij zich eenmaal op Jezus heeft geconcentreerd en van Hem vervuld is, het herhalen van de heilige naam onderbreken en rusten in onze Heer. Men moet er slechts weer toe overgaan de heilige naam te herhalen, wanneer verstrooiingen de gedachte aan Jezus dreigen te verdringen. Dan begint men opnieuw de heilige naam aan te roepen om zo weer een nieuwe stimulans te ontvangen.
Verdieping
Bij deze les alleen een korte video als verdieping. Een deelnemer vroeg: ‘Ik merk dat je behoorlijk enthousiast bent over meditatie en lectio divina. Hoe komt dat eigenlijk zo? Wat heeft het je opgeleverd waardoor je er zo enthousiast over bent geworden?’ Als je mijn antwoord op die vraag wil horen, kijk dan naar de video.
Tenslotte
In de volgende les zal ik, naast de vraag of je tot Jezus mag bidden, ook aandacht besteden aan de weg ‘van onrust naar rust’. Want bij zowel lectio divina als het Jezusgebed en het centrerend gebed speelt deze vraag steeds weer een rol : ‘hoe kom ik van de onrust om mij heen en in mij bij de rust?’