bergredejezus3Op een van de vorige posts reageerde Rick Jansen. Hij schrijft onder meer:

Discipelschap draait volgens mij niet om modellen, methodes, acties of programma’s. Het draait in de kern om relaties. Diepgaande relaties aangaan met mensen met wie je jarenlang optrekt. Daarbij kan een programma behulpzaam zijn, maar soms ook weer niet.

Het zal lastig zijn in een bestaande kerk die gewend is aan organisatie, programma’s en methoden de cultuur dusdanig te veranderen dat we relaties met elkaar en met de buitenwereld aangaan.

Wellicht is er binnen kerken ruimte om naast traditioneel gemeente-zijn een nieuwe beweging op gang te laten komen. Emerging van binnenuit in plaats van buitenaf?

Ik denk dat Rick gelijk heeft: het gaat in het maken van leerlingen niet om methoden en modellen maar om mensen en relaties. Als je met een emerging church begint, kun je wat dat betreft meteen goed beginnen. Maar hoe ga je hiermee om binnen bestaande kerken die gericht zijn op samenkomsten, cursussen, programma’s en vergaderingen?

Dat is de uitdaging voor de gevestigde kerken: hoe kan bewuste, intentionele spirituele vorming in Christus (discipelschap, leerling-zijn en leerling-maken) worden nagestreefd?

Dallas Willard heeft daar wel iets over te zeggen. Als hij het hoofdstuk over ‘A Curriculum for Christlikeness’ in zijn boek ‘The Divine Conspiracy’ aan het afronden is, richt hij zich tot de pastors, de leiders van de gemeente.

1. We must be sure that the curriculum outlined is in fact the substance of our own life. Do we, or are we obviously learning to, love the Lord with all our heart, soul, mind and strength?

2. We should prayerfully observe those we serve and live with to see who among them has already been “ravished with the kingdom of God” and is ready to become Jesus’ apprentice. These we help consciously to do so, and we then devote serious time to leading them into and through the curriculum, adapting it as needed. It may at first not be possible to carry this on as a congregational project, though one should not be furtive about it. We can pour ourselves into a few people without fanfare, and soon they can begin sharing the work of forming other disciples. You can count on it to spread, for, in truth, there is nothing on earth to compare it to.

3. We should speak, teach, and preach the gospel of the kingdom of the heavens in its fullness. Practically, that means that in our various communications we focus on the Gospels and on the teaching what Jesus himself taught in the manner he taught it. This, with intelligent prayer and loving deed, is our method for “ravishing people with the kingdom of God”, and thus preparing them for the step into out-and-out apprenticeship. We do not need to talk a lot about what we are doing. In time it will be obvious (p. 371-372).

Iemand wees me op een bediening van de Navigators waaraan de naam van Greg Ogden verbonden is: Church Discipleship Ministry. Ik vermoed dat hier heel veel te leren valt voor het implementeren van discipelschap als spirituele vorming in Christus in de lokale gemeente! Dat geldt overigens ook voor Renovaré.