binnenkamerSpirituele en missionaire gemeenteopbouw – daar gaat het gesprek over. Ik ben blij met de vragen van Theodoor (en ook met de reacties die inmiddels verschenen zijn van met name Ronald). Hoewel ik het uiteindelijk volkomen eens ben met de gedachte dat missionaire en spirituele gemeenteopbouw elkaar nodig hebben (en me heel goed kan vinden in Ronalds formulering dat het gaat om ‘spirituele gemeenteopbouw met missionaire waarden’) wil ik toch eerst even een nadrukkelijke keuze voor spirituele gemeenteopbouw maken.

Het valt namelijk op dat er al snel waarschuwende geluiden klinken rond het begrip spiritualiteit. Theodoor is bang voor ‘het eigen mystieke hoekje’. ik zou op mijn beurt richting de missionaire gemeenteopbouw willen zeggen: pas op dat je niet koste wat kost relevant wilt zijn en dat het evangelie in de uitverkoop gaat. Ik beweer geenszins dat dat bij Theodoor gebeurt (!), maar het gaat me even om de openheid dat het naar beide kanten toe fout kan gaan.

Missionair bezig zijn is momenteel heel populair. Alle kerken zijn er zo’n beetje mee bezig, in Kampen (Broederweg, TU) is zelfs een aparte Master Missionaire Gemeente gestart. Maar het blijft noodzaak om ook daar vragen bij te stellen. Verdraagt het geheimeniskarakter van het evangelie wel die zo sterke behoefte om relevant te zijn en om op de marktplaats mee te tellen? Hoort bij het volgen van Jezus niet per definitie het lijden (niet vanwege ziekte enzovoort, maar puur vanwege Christus) en is een zeker Salonfähigkeit van het christelijk geloof vanuit die optiek niet op z’n minst merkwaardig?

Verder schrijft Theodoor:

Nog te vaak kom ik veel christenen tegen die hun geestelijke en kerkelijke leven absoluut niet weten te verbinden met hun leven op school, werk, tijdens sport etc. En dan gaat het om meer dan ‘bid je op je werk voor het eten of niet’.

Dat is herkenbaar. Maar ik kan het ook nog sterker vertellen: Nog te vaak kom ik christenen tegen die überhaupt geen geestelijk leven hebben en in de kerk eigenlijk alleen komen consumeren. Het is met name die realiteit die schreeuwt om spirituele gemeenteopbouw: dat we elkaar in de gemeenste structureel helpen om een relatie met Jezus te ontwikkelen en om een leerling van Jezus te zijn. Daarvoor is zeker de marktplaats nodig, maar die kan ook te vroeg in beeld komen. Even scherp gezegd: wie geen binnenkamer heeft, heeft op de marktplaats niets te bieden.

Daarom wil ik het nog even volhouden om vooral en primair te pleiten voor spirituele gemeenteopbouw. Het is dan wel van belang om spiritualiteit goed te omschrijven. Ik kies voor deze definitie: ‘leven in de Geest van Jezus’. Ik vermoed dat Theodoor met die omschrijving heel goed kan leven, omdat die ook zeer open is naar een missionaire presentie. Maar mij gaat het dus primair om de inoefening van deze spiritualiteit waarvoor Jezus ons naar de binnenkamer verwijst: dat is niet ‘het mystieke hoekje’ maar de plek waar de vader die in het verborgene is ons ontmoet.