Afgelopen vrijdag en zaterdag mocht ik spreken op een mannenconferentie in Lunteren. Maar liefst 600 mannen waren aanwezig vanuit hun verlangen om God beter te leren kennen en om te groeien in hun geloof. Ik vond het heel bijzonder om daarbij aanwezig te mogen zijn en twee keer te mogen spreken over het thema ‘Nieuw leven’ (naast Eddie Bakker die ook twee lezingen verzorgde). Het Reformatorisch Dagblad was aanwezig in de persoon van journalist Jan van Rhenen. En zo kwam er een uitgebreid verslag terecht in het Reformatorisch Dagblad van vandaag. Lees maar mee! (Je kunt ook luisteren naar wat reacties op www.grootnieuwsradio.nl/mannenconferentie.)

LUNTEREN – „Geestelijke groei doet pijn”, stelde ds. Jos Douma zaterdag. „Als je denkt dat je kunt groeien zonder dat het pijn doet, heb je het mis.”

De predikant van de gereformeerd vrijgemaakte Fonteinkerk in Haarlem sprak tijdens de drukbezochte twaalfde Mannenconferentie, die vrijdag en zaterdag in conferentiecentrum De Werelt in Lunteren werd gehouden. De vanuit het Veens Mannenontbijt ontstane conferentie, die in het eerste jaar vijftig deelnemers trok, is snel gegroeid, zegt werkgroeplid Jaco Verboom. „In 2008 was de conferentie meer dan volgeboekt, zodat vorig jaar besloten werd tot twee bijeenkomsten, een in januari en een in februari, die elk 500 bezoekers trokken. Dit jaar is met een totaalaantal van 1200 bezoekers zeer succesvol. Het is opvallend dat de helft van de aanwezigen nieuw is en dat alle leeftijden onder bezoekers van allerlei kerkverbanden vertegenwoordigd zijn.”

Het thema was: ”Nieuw Leven”, waarover ds. Douma en evangelist Eddie Bakker vrijdag en zaterdag spraken. Centraal stond het Bijbelboek Efeze.

Ds. Douma nam Efeze 4:15 als vertrekpunt voor zijn toespraak. Hij zei dat christenen zelf de groei niet maken, maar dat God die geeft. Geestelijke groei is geen gebod, maar een belofte. Zij heeft niet zozeer te maken met doen als met zijn. Als groeifactoren vanuit de tekst noemde hij waarheid en liefde.

Bij waarheid gaat het niet zozeer om allerlei dogmatische kwesties, maar meer om hoofdwaarheden: God houdt van je; verlangen naar God; redding door Jezus Christus en het feit dat „God in Christus voor ons is.” Het is ook een waarheid dat een christen niets kan doen waardoor God meer of minder van hem gaat houden. Een leugen is het volgens ds. Douma dat mensen het leven in eigen hand hebben en dat willen kunnen is. „Je moet gaan zitten en tot de ontdekking komen dat alles gedaan is.”

Liefde en waarheid zijn met elkaar verstrengeld, zei de predikant. „Liefde is ten diepste dat je elkaar de waarheid zegt en dat je de waarheid in Christus met anderen wilt delen.” Hij raadde aan om in een conflict de waarheid te spreken, maar intussen ook tegen de ander te zeggen of van de ander te denken: „God houdt van je.” „Het vraagt oefening om zo te denken, groei begint klein.”

Niet vanzelf
Het is volgens ds. Douma een misverstand om te denken dat groei vanzelf gaat. „De zonde blijft een sterke macht in ons.” Groei is mogelijk wanneer de gelovige God in zich laat werken.

Hij noemde als voorbeeld een kind dat piano leert spelen en dat vorderingen maakt. Het spel wordt het mooiste als God het overneemt. „God speelt door ons spel heen, maakt er iets prachtigs van en zegt: Het is prachtig wat je doet.”

Groei kost ook pijn, bijvoorbeeld in het contact met andere gemeenteleden. „Geloven zonder gemeente is in strijd met wat Jezus leert. Juist door de pijn heen kun je groeien. Groeien doet per definitie pijn.” Groei is af te meten aan de afstand tot Jezus. „Geestelijke groei is dat Jezus groter wordt. Hoe dichter je bij Christus komt, hoe groter Hij wordt.”

Niet afwachten
’s Middags sprak Eddie Bakker, leidende oudste van Christengemeinde Nordhorn (Duitsland), over passages uit Efeze 5. „Wat je leeft, is wat je waarlijk gelooft”, zei hij. „De rest zijn godsdienstige praatjes.”

Hij wees op het belang van het kennen van de identiteit in Christus, waaruit de goede werken ontstaan. „Wacht op God tot Hij zegt wat je moet doen. Als je jezelf wilt waarmaken, dan komt het kwade.”

Het herkennen van Gods wil betekent niet afwachten. „Probeer te verstaan wat de wil van God is. Iemand zei: „Ik krijg geen telefoontje.” Je moet zelf bellen, nummer 333: Jeremia 33:3: „Roep Mij aan.” Ga naar de binnenkamer en bid bewust. Kom met alle vragen bij God. We vragen te weinig in onze gebeden. Als je Gods wil herkent, wordt die steeds duidelijker. Het is tijd dat de wereld ziet wat God doet door mannen die Hem kennen.”

Bakker vindt het een avontuur om God te dienen. „Ik had toen ik tot bekering kwam geen idee van wat ik zou beleven. Het is heerlijk om Gods wil te doen.”

Hij vroeg de aanwezigen om God toe te laten in hun leven. „Dingen hoeven niet te blijven zoals ze zijn. In Christus zijn er nieuwe kansen.”

Voordat zijn vader stierf, zei zijn moeder tegen haar man dat ze veel fout gedaan had. Zijn vader antwoordde: Jij hebt niets fout gedaan. Bakker: „Hij kon dat zeggen door het geloof. Een gelovige heeft niets fout gedaan in de ogen van God.”