Ik volg regelmatig de blog- en andere activiteiten van Boele Ytsma. Hij is iemand die op zoek is naar de vraag wat geloven en kerk zijn in onze postmoderne en digitale tijdperk betekent. Op die manier weet hij vragen te thematiseren die bij veel gelovigen leven, vragen die te maken hebben met geloven als zoektocht, met twijfel en met de praktische relevantie van het koninkrijk van God in onze tijd. Boele Ytsma publiceerde daarover vorig jaar een boek met de titel ‘Van de kaart. Manifest van een gepassioneerde twijfelaar’.

Begin juni verschijnt er een tweede boek van zijn hand: ‘Authentiek. De zoeker en het verlangen’. Tegen de achtergrond van de verschijning van dit boek gaat Boele een wandeling van acht dagen maken langs het Pionierspad: door ‘het nieuwe land’ van de polders. De tocht begint bij het Muiderslot en eindigt bij een herberg in Vollenhove. Het thema van de tocht is: ‘Van burcht tot herberg en verder’. Hij nodigt iedereen die dat wil uit om een stukje mee te lopen als verbeelding van onze gezamenlijke zoektocht naar authentiek geloven in deze tijd. Ik hoop ook een klein stukje van de wandeling mee te doen (waarschijnlijk op woensdag 23 juni): voor mij een praktische en meditatieve manier van preekvoorbereiding.

Want de zondag daaropvolgend wil ik dan in de morgendienst aan deze thematiek aandacht besteden vanuit het thema ‘Allemaal Godzoekers…’. Een themadienst dus waarin we onszelf ook afvragen in hoeverre de geloofsgemeenschap van de Fonteinkerk een veilige plek is voor mensen die het niet zo zeker weten, voor zoekers, voor twijfelaars. Wat betekent het voor ons allemaal dat christenen per definitie mensen van ‘de weg’ zijn, onderweg dus, niet gearriveerd?

Voor mezelf is dat ook een oefening in het hebben van aandacht voor wie geloven echt als een worsteling, een weg van onzekerheid ervaren. Ik ben zelf niet direct een twijfelaar, maar ik heb in de voorbije tijd, mede doordat Boele daar zo goed woorden aan geeft, meer oog gekregen voor de realiteit van de aanvechting, van de letterlijk adem-benemende impact die al te stellige zekerheden kunnen hebben op je geloofsleven, van een zoeken dat gedragen wordt door de niet-ervaring van gevonden zijn door God.

Heb ik daar in de gemeente wel voldoende ruimte aan gegeven? Ademen mijn preken niet een te grote zekerheid? Is er in de liturgie wel echte ruimte voor de twijfelaars, de vertwijfelden, voor hen die zich meer en meer vervreemd voelen van de kerk?

Boele schrijft op dag 3 van 40 (Hemelvaartsdag 13 mei 2010)  op zijn weblogserie naar de wandeling toe:

Vandaag hebben velen mij al laten weten dat ze mee willen lopen. Vrolijke evangelicalen en vrijzinnige denkers, gepassioneerde twijfelaars en zoekende gelovigen, nieuwe religieuzen en oude getrouwen – met recht een bont gezelschap.

Ik zal één van dat gezelschap zijn. Als  ‘oude getrouwe’? Als ‘vrolijke evangelicaal’? Als ‘zoekende gelovige’? Ik weet het eigenlijk niet zo precies. Misschien ben ik ook niet op zoek naar de verschillen, maar naar de verbinding tussen al deze mensen: ‘Allemaal Godzoekers’.