Morgen wordt het boek ‘De kerk is dood, leve de koning!’ van Otto de Bruijne en Stijn Postema gepresenteerd. Een boek met een spannende titel, omdat de kerk afgeschreven lijkt te worden. En inderdaad: de scepsis over het traditionele instituut kerk is groot. Maar aan de andere kant is ook het geloof in de kracht van liefdevolle  gemeenschappen rondom Jezus groot.

Zelf leverde ik onderstaande bijdrage voor het boek. Een iets uitgebreider versie kun je hier vinden.

Waar kerk gebeurt, daar wil ik zijn

Jos Douma

De kern van kerk zijn is: een liefdevolle gemeenschap zijn, met Jezus in het midden. In een onverbonden maatschappij, waarin vervreemding en gebrek aan bezieling de boventoon voeren, heeft zo’n liefdevolle gemeenschap iets unieks te bieden: de kracht van verbondenheid, de genade van een relationele God die ons in Jezus dicht op de huid komt. Waar mensen, gedreven door de Geest, kiezen voor verbinding, voor de kracht van genade, daar wordt iets zichtbaar en ervaarbaar van het in vervulling gaan van deze woorden van de Heer uit Openbaring 21 vers 5: Alles maak ik nieuw. Wat houdt dat in voor de kerk van de toekomst?

1. Het gaat om ontmoeting. Kerk gebeurt waar mensen elkaar in Jezus’ naam ontmoeten. Het gaat om relaties, niet om programma’s en acties. Ontmoeting houdt in dat mensen elkaar werkelijk zien, elkaar werkelijk leren kennen en elkaar een blik gunnen in hun levens en in hun harten. Ont-moeting houdt ook in: er moet niets. In de samenleving moet van alles: we moeten presteren, we moeten vooruitkomen, we moeten gelukkig zijn, we moeten onszelf zijn. Kerk zijn betekent dat we leren om te ont-moeten, want we leven, veelal als gewonde mensen die het niet maken of gemaakt hebben, van die vreemde genade die we hebben leren kennen door te kijken en te luisteren naar Jezus.

2. Het gaat om spiritualiteit. Kerk gebeurt waar mensen zich laten inspireren door het verhaal van God en waar mensen zich realiseren dat de God van de Bijbel zichzelf laat aankijken in de ogen van Jezus. Spiritualiteit als leven in de Geest van Jezus is het waar de identiteit van kerk zijn van afhangt. Daarin gaat het niet om een spiritueel zelfhulpprogramma maar om de eindeloos genadige werkelijkheid van een relationele God – Vader, Zoon, heilige Geest – die ons omhelst, gewoon omdat hij mateloos van ons houdt. Kerk zijn houdt in dat we elkaar helpen om ons geestelijk te oefenen in het leren kennen en ervaren van deze hemelse omhelzing.

3. Het gaat om ziel-zorg. Kerk gebeurt waar mensen elkaar deze vraag durven stellen: ‘Hoe gaat het met je ziel?’ Deze vraag wordt nauwelijks gesteld, misschien als we regelmatig een psycholoog of een psychotherapeut bezoeken. Maar het is juist de liefdevolle gemeenschap rondom Jezus waar deze vraag gesteld mag worden. Kerk gebeurt waar we in de veilige nabijheid van Jezus leren om contact te krijgen met onze kwetsbare binnenruimte die we ziel noemen, met die ruimte in ons waar Gods Geest ons leven aanraakt zodat het meer kan gaan lijken op het leven van Jezus.

4. Het gaat om presentie. Kerk gebeurt waar mensen, geraakt door Jezus en gedreven door zijn Geest, een hartelijk verlangen ontwikkelen en in de praktijk brengen om verschil te maken in deze wereld. Want God is bezig zijn koninkrijk op aarde te realiseren totdat Jezus komt. Het gaat erom dat mensen, die in de omgeving zijn van liefdevolle gemeenschap met Jezus in het midden, iets gaan merken van de barmhartigheid en de gerechtigheid die zo kenmerkend zijn voor de God die we leren kennen in Jezus. Er daadwerkelijk zijn, aandachtig en liefdevol en dienstbaar in christelijke presentie – dat is de onmis(ken)bare vrucht van kerk zijn.

Ik geloof dat mensen (christen of niet) hiernaar op zoek zijn en zullen blijven, ook in de toekomst: ontmoeting, spiritualiteit, ziel-zorg en presentie. Zowel traditionele kerken als nieuwe geloofsgemeenschappen kunnen hiervoor vindplaatsen zijn, als maar deze woorden van Paulus uit Galaten 4 vers 19 in hun volle diepte worden beleefd en in de praktijk gebracht: Kinderen, zolang Christus geen gestalte in u krijgt, doorsta ik telkens weer barensweeën om u.