[Deze blog wordt als gastblog geplaatst op www.staatgeschreven.nl vrijdag 10 december om 12.00 uur; daar vind je ook een reactie van theoloog Erik Drenth.]

De laatste maanden ben ik intensief bezig met nadenken over de doop. Ik maak deel uit van een kinderdopend kerkgenootschap (GKV) en kom, nu ik me wat structureler in de thematiek van de doop verdiep, steeds meer tot de ontdekking dat de praktijk van de kinderdoop ertoe leidt dat belangrijke aspecten van de werkelijkheid van de doop buiten beeld zijn geraakt. Kinderen dopen betekent in de praktijk vooral dat er veel nadruk wordt gelegd op Gods verbond met gelovigen en hun kinderen, op de afwassing van de zonden en op Gods beloften.

Er is echter veel meer te zeggen over (en te beleven met) de doop. Voor mij speelt de doop van Jezus in de Jordaan daarbij ook steeds meer een grote rol. Helemaal als ik die gebeurtenis parallel laat lopen met andere Bijbelse gegeven als ‘sterven met Christus’ en ‘opstaan met Christus’. Ik geloof dat de doop van Jezus de ‘doop aller dopen’ is en dat elke doop vandaag een verbinding heeft met die doop. Dan komen de volgende belangrijke betekenisaspecten van de doop aan het licht. Gedoopt worden met Christus betekent:

– met Jezus worden geïdentificeerd die zich op zijn beurt identificeerde met zondige mensen die gehoor gaven aan de oproep tot bekering;
– met Jezus echt mens zijn, want Jezus presenteerde zich daar bij de Jordaan niet als de grote uitzondering, maar als één van ons;
– met Jezus ondergaan in het water (onderdompeling) en ervaren dat daar een kruis wordt gezet door je leven;
– met Jezus opstaan uit het watergraf en de Geest ontvangen die op hem en op mij rust;
– met Jezus de hemel zien open gaan en de stem van de Vader horen: ‘Jij bent mijn geliefde zoon/dochter, ik vind vreugde in jou’;
– met Jezus ervaren dat God ons bevestigt en waardeert in ons kindschap nog voordat we iets hebben ‘gepresteerd’ (Jezus’ openbare bediening moest nog beginnen);
– met Jezus een bronervaring ontvangen waarop we heel ons leven terug kunnen grijpen;
– met Jezus getuigen en belijden: ‘Het koninkrijk van God is nabij!’