Het gesprek over ‘Eten, bidden, beminnen’ gaat rustig verder. Allereerst in onderlinge ontmoetingen van mensen die door dit thema zijn geraakt – dat bereikt dat blogosfeer niet en dat is helemaal oké. En verder zijn er ook talloze christenen die hier niet over praten maar het gewoon in de praktijk brengen: prachtig!

Maar dat neemt niet weg dat het zinvol en zelfs belangrijk is dat er ook op weblogs, ietwat geabstraheerd van de dagelijkse werkelijkheid, aan gedachtevorming wordt gedaan. Weblogs zijn naast studiecentra, hogescholen en universiteiten plekken waar reflectie plaats vindt die waarde heeft voor de praktijk van het kerkelijke leven. Met name Nico-Dirk van Loo heeft de laatste weken een aantal belangrijke blogposts geschreven: De openbaring van de heilige Julia, De zere benen van de kerk en De kerk van de heilige Paulo. In de laatstsgenoemde post schrijft Nico-Dirk:

Het EBB [EtenBiddenBeminnen]-gesprek wordt met belangstelling gevolgd door de rest van de christelijke subcultuur: De ‘eenvoudige kerk’ mensen moeten glimlachen: “Fijn dat de gereformeerden ook wakker worden, wij doen dit al 2000 jaar.” De emergers denken: “Leuk! Wie weet kunnen de vrijgemaakten hun diepe en brede theologische roots combineren met ‘eenvoudige kerk’. PKNners grinniken: ‘Dit hebben we vaker gezien. Doe het vooral kalm aan dan komt het goed’. Menig GKV gemeentelid zegt ‘God zij dank dat een (aanstaand) dominee het nu eindelijk ook eens zegt, wie weet wordt er nu na zoveel jaar wél geluisterd”

Binnen de GKV staat ‘eten, bidden en beminnen’ voor een zeer noodzakelijke correctie van de gebruikelijke sacramenten en rituelen. EBB staat ook voor een herontdekking van gemeenschap der Heiligen én het staat voor een gesprek dat ervaren wordt als een frontale aanval op de kerkdienst.

Ik ben erg benieuwd wat Nico-Dirk daarover gaat schrijven!

Zelf wil ik nu even stil staan bij de gedachte dat dit wellicht een typische GKV-discussie is, en wel op twee manieren: 1) typisch voor de GKV omdat daar al wel grote veranderingen plaats gevonden hebben en vinden, zo lijkt het, maar het zou wel eens kunnen zijn dat die veranderingen ten diepste marginaal zijn, namelijk nog steeds binnen de vertrouwde GKV-kaders; 2) typisch voor de GKV omdat de stijl heel erg GKV is: vol vuur en met het bijpassende idealisme.

Wat 1) betreft: ik denk inderdaad dat ‘Eten, bidden, beminnen’ niet zozeer over nieuwe kerkvormen gaat, maar dat met die uitdrukking een diepere laag aangeboord wordt in het veranderingsproces binnen de GKV: de kerkelijk geijkte kaders van kerkorde, confessie en kerkverbandelijke vergaderingen staan nog recht overeind en worden door velen steeds meer als belemmerend ervaren, ook al is er binnen die kaders zeker wel het een ander verschoven. Ik vond in een (Engelstalig) boek een uitspraak die deze situatie op formule brengt: Stop doing church, start being disciples! Volgens mij is dat waar de slogan ‘Eten, bidden, beminnen’ over gaat. Ik laat het even in het Engels staan, want ‘doing church’ laat zich niet zo gemakkelijk vertalen omdat je dan al snel bij ‘kerkje spelen’ uitkomt, en dat heeft in het Nederlands een denigrerende ondertoon die niet bedoeld wordt. ‘Doing chuch’ is zoveel als: je bent bezig met een manier van kerk zijn die vooral gekleurd wordt door de institutionele kant ervan, kerkelijke discussies (over tweede diensten, doop, vrouw en ambt, liturgie etc. ) kunnen moeilijk echt gevoerd omdat ze te snel met een beroep op de kerkorde, de confessie of de gangbare Schriftuitleg op een zijspoor terecht komen, er wordt veel aandacht en energie besteed aan het in stand houden van het vertrouwde kerkelijke leven zoals dat al een aantal eeuwen vorm krijgt. En zeker, aan die uitdrukking ‘doing church’ zit een scherp randje, het heeft een profetische ondertoon, en dat wordt niet altijd gewaardeerd. Maar nodig is het wel om dat soort dingen te zeggen en ernaar te luisteren. Helemaal omdat het alternatief zo heel erg Jezus-like is: ‘being disciples’.

Wat 2) betreft: hierover is door Gerard ter Horst het een en ander gezegd in een artikel De kerkdienst als ‘vrome poppenkast’ in het Nederlands Dagblad. Hij wees daarin vijf grondlijnen aan die kenmerkend zijn voor het debat dat op het internet gevoerd wordt rond ‘Eten, bidden, beminnen’. De eerste en de vijfde grondlijn haal ik even naar voren:

Ondanks alle ketelmuziek wordt duidelijk dat volgens veel bloggers niets meer of minder dan de toekomst van de kerk in geding is. Wellicht maakt dat de taal zo stevig: de ogen moeten geopend worden, mensen overtuigd. Laat de discussie op zich niet-vrijgemaakt zijn, hier komt vuur om de hoek kijken dat niet vreemd is aan deze traditie.

Veel bloggers vallen op door onverholen idealisme. Daarmee gaan ze elkaar te lijf, en dat heeft iets treurigs. Leven voor een ideaal oogt sympathiek, maar mag de reële, vaak rauwe en onvolmaakte werkelijkheid ook een stem hebben? Dromen van een kerk die geen werkelijke vormen aan wil nemen, gaat frustreren.

‘Vuur dat niet vreemd is aan de GKV-traditie’ en ‘onverholen idealisme’ – zijn dat terechte typeringen van het gesprek? Of zijn dat typeringen die als doel hebben de discussie op een zijspoor te rangeren? Ik verwacht dat laatste niet, want ter Horst schrijft in zijn derde grondlijn:

De weblogdiscussie raakt intussen wel aan elementaire vragen over de kerk, de kerkdienst en christen-zijn – en de tijd leert dat niemand daar omheen kan. Al in de jaren zestig is het zaad gezaaid voor nieuwe generaties met een afkeer van de kerk als ‘instituut’ of ‘systeem’ – dat sentiment licht sterk op bij de bloggers, maar leeft breder. Er wordt een alternatief beleden: een verlangen naar vormen van gemeenschap. Termen als ‘bidden, eten, beminnen’ (Heek), ‘simple church’ of ‘minder kerk’ passen daarbij.

Juist omdat de discussie ‘elementaire vragen’ raakt over kerk, kerkdienst en christen-zijn is het interessant om te kijken wat we dan precies aan moeten met dat blijkbaar typische GKV-vuur en dat onverholen idealisme. Of moet ik zeggen: ‘normatief idealisme’ – want op die noemer is het vrijgemaakte verleden wel gebracht.

Al met al is er heel wat aan de orde. Boeiend. Tijdrovend (maar, beste lezer, niemand is verplicht om mee te lezen, ook jij niet). Spannend. Kritisch. Zoekend. Ik wil zelf in elk geval proberen om het een gesprek te laten zijn, een samen hardop nadenken over ‘elementaire vragen’. In een rustig tempo hoop ik in de loop van de komende weken hierover meer te schrijven.

De volgende blogpost zal gaan over de vijfvoudige bediening van Efeziërs 4. Want we hebben ze alle vijf nodig in dit gesprek: de apostel, de profeet, de evangelist, de herder en de leraar. En ik neem vast een voorschotje: de heftige afhaakreacties die ik her en der zie bij deze discussie (c.q. dit gesprek) interpreteer ik als de herder-leraar-reflex die dominant is in de traditionele kerken. We hebben nog geen goede manieren gevonden om met apostelen en profeten om te gaan. Evangelisten – ze mogen er zijn, maar het blijven toch de buitenbeentjes van de herder-leraar-kerken. Wordt vervolgd…