Een van de belangrijke aspecten van de missie Mensen bij Jezus brengen is dat de ‘mensen’ er direct in voorkomen. Dat dwingt je dus om voortdurend om die mensen in beeld te krijgen en te houden. Wie zijn zij? Wat houdt hen bezig? Dat is een essentiële vraag die gemakkelijk over het hoofd wordt gezien als je als missie formuleert: ‘Christus centraal’. Dat is een prachtige missie waar ik jarenlang mee gewerkt heb, maar ik zie nu beter waaraan deze missie mank gaat: de mensen komen er zelf niet expliciet in voor.

In mijn boek ‘Leven in verbondenheid. De kracht van het kennen van Christus’ schreef ik al wel een missionair hoofdstuk met als titel: ‘Het gaat om mensen’. Lees maar even mee:

“Kerken die missionair willen zijn of worden lopen het gevaar zich te concentreren op beleidsplannen en veranderingsprocessen en laten zich daarbij vaak inspireren door door gemeenteopbouwmodellen die van elders worden geïmporteerd. Het bekendst zijn: Doelgerichte Gemeente van Rick Warren, Willow Creek van Bill Hybels en Redeemer van Tim Keller. Nu gaat het me er niet om te beweren dat alle inzichten die daarvandaan komen geen waarde hebben (integendeel: er is buitengewoon veel denkkracht en gebed geïnvesteerd in het zoeken naar wegen om buitenkerkelijken te bereiken in hun context). Mij gaat het er nu om dat duidelijk wordt dat het uiteindelijk niet gaat om gemeentemodellen, stappenplannen en veranderingsprocessen, maar om mensen.

Het gaat om mensen binnen de kerken die gehoor willen geven aan hun roeping om te getuigen, want een kerk kan nooit missionair zijn als haar leden dat niet zijn. Het gaat om mensen die allereerst zelf vol zijn van Jezus Christus om zo uit te kunnen reiken naar wie Christus nog niet kennen. Het gaat om mensen die in Jezus’ naam kwetsbaar, transparant en eerlijk durven te zijn. Het gaat om mensen die binnen de gemeente verbondenheid willen en durven ervaren en hun hart niet verstoppen achter een gelovige buitenkant.

Het gaat om mensen buiten de kerken en gemeenten die een unieke levensweg gaan en een uniek verhaal te vertellen hebben. Het gaat om mensen die zoekende zijn, die op de vlucht zijn voor hun problemen en voor wat er op de bodem van hun hart verscholen ligt. Het gaat om mensen die een hart hebben dat verwond is door gebrek aan liefde of door een overmaat aan verdovende prikkels. Het gaat om mensen die geslagen zijn door het leven, de ene na de andere tegenslag hebben meegemaakt en wanhopig zijn. Het gaat om mensen die succesvol zijn en er niets van begrijpen als je zegt dat ze iets missen. Het gaat om mensen die doelloos ronddobberen en niet veel meer kunnen dan hun hoofd boven water houden. Het gaat om mensen die zeer doelgericht leven en daarbij alleen maar gericht zijn op hun eigen koninkrijk en beslist niet op het koninkrijk van God.

Het gaat om mij en om jou, om de vluchteling en om de cassière, om de pornoverslaafde en de drugsveslaafde, om de alleenstaande moeder en de hardwerkende vader, om de succesvolle zakenman en de jongere die geen enkele opleiding heeft afgemaakt, om babyboomers en senioren, om mensen die zwemmen in het geld en mensen die elke maand de eindjes aan elkaar moeten knopen, om misbruikte vrouwen en misbruikende mannen, om jongeren uit gebroken gezinnen, om vrouwen en mannen die gescheiden zijn, om allochtonen, om je buren, om de mensen die rondom het kerkgebouw wonen, om mensen die je tegenkomt in de trein of in de metro of in het vliegtuig.

Kortom: het gaat om mensen. Want bij God geldt deze regel: elk mensenleven telt!”