Gisteren plaatste ik een tweetje met deze tekst: ‘De pastor of dominee die meer tijd besteedt aan de voorbereiding van zijn preek dan aan twitter of facebook, verzaakt zijn bruidsschat.’ Deze tweet haalde vandaag het ND. Mooi! Want het is een prikkelende tweet en het citaat is niet van mezelf maar van Eric van den Berg, de man achter www.isidorusweb.nl en auteur van het Handboek kerk en internet.

Eric van den Berg schreef al weer een tijdje geleden (12 juli 2010) op prostestant.nl een open brief aan predikanten: Kerk wordt marginaal omdat ze internet niet weet te gebruiken. Het slot van de brief:

Voor de doeleinden van mijn bijdrage ben ik ongemeen fel: u steekt meer tijd in uw wekelijkse preek dan dat u actief op Twitter en Facebook praat met zinzoekers. Daarmee verzaakt u uw bruidsschat, u gegeven door grote reformatoren als LutherCalvijnSimons,Arminius en Zwingli.

Dat is zonde. U kunt met sociale media mensen ontmoeten die uw kerk hebben verlaten, of er amper meer komen, of u helemaal niet kennen. U kunt hen te woord staan, het Evangelie verkondigen, bidden, of een luisterend oor zijn. Er zijn genoeg mensen die u willen helpen, dus dat is voor u geen reden om deze brief ter zijde te schuiven. Wanneer begint u op LinkedIN, Hyves of Twitter?

Het zou dus weer een typisch binnenkerkelijke discussie worden als we nu gaan praten over de vraag of (sommige) dominees wel genoeg tijd aan hun preekvoorbereiding besteden. Dat is helemaal het punt niet waar het over gaat.

Dit is het punt: zijn kerken en predikanten er voldoende van doordrongen dat de sociale media voor het leggen van relaties met bijvoorbeeld zinzoekers, ongelovigen, randkerkelijken en kerkverlaters, maar ook met enthousiaste kerkgangers die door de week op zoek zijn naar inspiratie voor hun christen zijn, buitengewoon veel kansen bieden? En zijn zij bereid om daar tijd en aandacht in te investeren?

Eric van den Berg prikkelt kerken en voorgangers om niet zo binnenkerkelijk te denken (waarbij de ‘preekkerk’ dan model staat voor veel kerkelijk leven, gericht op de kleine kudde, met veronachtzaming van de grote schare zoekers en onkerkelijken die niemand tellen kan) maar om missionair te denken en te zijn.