Er is in de kerken al jarenlang heel veel aandacht voor missionair gemeente zijn. Dat is prachtig, want dat is nodig. De kerk is er niet voor zichzelf maar om voor de wereld een teken te zijn van Gods koninkrijk. Maar de aandacht voor missionair gemeente zijn lijkt wel eens wat op gespannen voet te staan met de aandacht voor pastoraat in de gemeente. Een beetje scherp gezegd: het is een beetje sneu als je je (als predikant of kerkelijk werker) met intern gerichte pastoraat bezig houdt terwijl er daarbuiten een wereld vol mensen is die de boodschap van het evangelie nog moeten horen! Zo wordt pastoraat gemakkelijk vereenzelvigd met een naar binnen gekeerde gemeente en missionair kerk zijn met een naar buiten gerichte gemeente. Maar is dat terecht?
Ik zou de stelling wel aandurven dat pastoraat het beste paradigma biedt voor missionair gemeente zijn! De kerk die missionair wil zijn is de kerk die haar pastoraat opnieuw doordenkt en vorm en inhoud geeft.
Het boek ‘Total Church’ (waarover komende vrijdag en zaterdag een conferentie wordt gehouden, ter gelegenheid van de Nederlandse vertaling van dit boek over ‘A Radical Reshaping around Gospel and Community’) levert hierin een mooie bijdrage door ook een hoofdstuk over ‘Pastoral Care’ op te nemen. Dit citaat wijst een richting:
In the chapters on evangelism and discpleship we spoke of “ordinary life with gospel intentionality.” It is the same with pastoral care. We often think of pastoral care simply as something that takes place in moments of crisis. But most pastoral care takes place in the context of ordinary life – as we eat together, wash up together, play in the park, walk along the road. (…) The parallel with evangelism is no accident, for the message we speak to believers is the same message we speak to unbelievers – the precious promises o the gospel with the corresponding call to faith and repentance. (137)
Zelf probeer ik pastoraat en missionair gemeente zijn dicht bij elkaar te houden door ze dezelfde definitie te geven: mensen bij Jezus brengen. Dát is heel erg pastoraal en ook heel erg missionair. Als we daarom nieuwe dingen willen leren over missionair gemeente zijn, is het buitengewoon verstandig om eens uit te proberen of het pastoraat, waar de (traditionele) kerk van oudsher vertrouwd mee is, te leren zien als een prachtig paradigma voor missionair zijn.
Hier valt dan veel te leren van Larry Crabb, auteur van boeken over verbondenheid, pastoraal, spirituele gemeenschap en de taal van de ziel als de taal van het pastoraat. Zijn grote passie staat onder woorden gebracht op www.newwayministries.org:
To ignite a revolution in relationships, a new way to live that explores the real battle in our souls and frees us to value intimacy with God more than blessings from God. It’s a new way that’s as old as the Bible. It’s what following Jesus is all about.
Als het in evangelisatie om relaties gaat – en dat wordt inmiddels alom erkend in allerlei missionaire publicaties – wat ligt er dan meer voor de hand om het pastoraat in de gemeente als uitgangspunt te nemen voor missionaire vernieuwing van de kerk?
Wat is pastoraat? Met de ogen van Jezus kijken naar de ander, met de oren van Jezus luisteren naar de ander, met het hart van Jezus de ander aanvaarden, en dit geloof hebben: God houdt zoveel van je dat hij je neemt zoals je bent, maar hij houdt zoveel van je dat hij je niet laat zoals je bent.
04/04/2011 op 18:10
Hoi Jos,
Je omschrijving “mensen bij Jezus brengen” heeft veel moois, maar ook dit: dat het om mensen gaat. Maar vaak gaan kerken uit van een tweedeling, waarin twee soorten mensen bestaan. Pastoraat is elkaar (de ene soort) liefhebben en evangelisatie is anderen (de tweede soort mensen) liefhebben.
Al eerder schreef ik daar het volgende over:
Drie relaties: God, wij en zij. Toch is dat een relatie teveel. Iemand vroeg Jezus: “Wie is mijn naaste?” Jezus vertelde het verhaal van de barmhartige Samaritaan. Vijand helpt volksgenoot. Zijn vraag: “Wie is de naaste geweest?” Jezus geeft maar twee relaties: God en de naaste. Daarmee gaat hij tegen de verwachting van zijn volk in. Het is niet eerst wij en dan zij. Het is niet eigen volk eerst. Het is niet eerst de uitverkorenen en daarna de rest. Er is maar een mensheid. Het is God en wij. Dat is Jezus’ antwoord op de opmerking van de man die eerst had verteld, dat er maar een opdracht is: God en de naaste liefhebben. “Ja,” zegt Jezus: “Je hebt gelijk. En er is maar een soort naaste, niet twee.”
Kortom: er zit iets tegendraads zelfs iets polemisch in Jezus’ uitleg en juist dat mist in de drievoudige relatie God, elkaar en de ander. Dat is teveel wij en zij. Het is te braaf, te conformistisch. Jezus is juist gekomen om menselijke tegenstellingen; man-vrouw, arm-rijk, blank-zwart, hoogopgeleid-ongeletterd, Nederlander-Turk te verzoenen. In onze tijd van scheiding is het belangrijk om op dat tegendraadse nadruk op te leggen.
Maar er zijn toch christenen en niet christenen? Inderdaad, en een van de belangrijkste kenmerken van een christen is nu juist, dat hij/zij erkent dat er maar een Heer en een mensheid is. Een kenmerk van een christen is, dat hij erkent dat er geen aanziens des persoons bij God is. Een volgeling van Jezus moet zelfs zijn vijanden liefhebben. Kortom, ik zou bijna zeggen, kenmerkend voor een christen is dat hij weerstand voelt tegen die verdeling God, wij en zij.
Pastoraat als “mensen bij Jezus brengen” wordt pas missionair als ze wordt gedaan door een gemeenschap die beseft dat ze in Christus geroepen is de ander – of die nu binnen of buiten de gemeenschap is – lief te hebben (of in jouw woorden “bij Jezus te brengen”). Maar een dergelijke manier van pastoraat is in theorie onbegrensd – de ander is nu heel onze wijk, heel onze stad, heel ons land,… En dan is het goed om als gemeenschap biddend te vragen welke anderen de Heer op hun weg brengt.
04/04/2011 op 18:28
Een missionaire gemeente heeft een sterke pastoraat nodig. Juist als mensen bereikt worden buiten de gemeente moet er voldoende kennis zijn van bevrijding en genezing. We mogen in een veilige haven de gaven die wij van God hebben gekregen beoefenen, om vervolgens buiten de veilige haven het beoefend in praktijk te brengen. Hierin blijft gebed het belangrijkste, de pastorale dienstknechten moeten zelf door anderen voortdurend tijdens hun bediening gedragen worden door gebed.
07/04/2011 op 00:58
Er is in het verleden teveel een verschil gemaakt tussen ‘binnen’ en ‘ buiten’ ten aanzien van pastoraat binnen de gemeente. Als ik kijk naar onze nieuwe missionaire christelijke wijkgemeenschap Villa Klarendal, dan is er veel sprake van pastoraat. Mensen bijstaan bij alles wat hen bezig houdt. Die problemen houden niet op als zij de grens van het geloof zijn overgegaan. Wij willen ons niet beperken tot de groep die het geloof eigen hebben gemaakt. In een missionaire omgeving zijn relaties van het grootste belang. Dus ben ik veel met pastoraat bezig. Voor een groot deel doorverwijzen, omdat de problemen groter zijn dan ik kan aanpakken of een bepaalde specialiteit vereist die ik niet in huis heb. Maar in dit alles wil ik naast mensen staan en hen het gevoel geven dat ze mens mogen zijn en niet alleen ‘een probleem’. Wellicht is dit een deel voor de oplossing van het probleem. Gelovig of niet.
Ik ben dus bezig met missionair pastoraat of heb een pastorale missie. Ze moeten niet uit elkaar worden getrokken. Ze horen bij elkaar. De wereld hunkert naar de pastoraal gestudeerde dominees die hun kennis leveren aan mensen buiten de kerkmuren.