Naar een preek luisteren die gaat over vriendelijkheid heeft nog niet direct als effect dat je ook vriendelijker wordt. Tegen de achtergrond van deze waarneming schrijf ik nu vier blogposts waarin ik de waarde uitprobeer van het patroon voor spirituele gemeenteopbouw dat Larry Crabb aanreikt in zijn boek ‘De ideale kerk’ (zie de afbeelding). Na spirituele theologie is nu spirituele vorming aan de beurt.

Een echte kerk is niet tevreden als haar leden maar naar de diensten komen, tienden van hun inkomen afdragen, zich laten inzetten bij kerkelijke activiteiten, en morele en keurige levens leiden. Een echte kerk bidt Gods Geest, de Geest van heiligheid, om haar leden blijvend spiritueel te vormen totdat ze Jezus zien als hun alles overtreffende schat, hoe ze zich ook voelen, hoe anderen hen ook behandelen of hoe het in hun leven ook gaat.

Zo spreekt Larry Crabb over spirituele vorming. In deze vorming gaat het erom dat mensen door de Geest en het Woord daadwerkelijk in een veranderingsproces komen. Daarvoor is het onvoldoende om alleen maar naar preken te luisteren.

Ik denk dat in deze spirituele vorming twee aspecten onmisbaar zijn. Ik licht dat maar direct toe aan de hand van het thema vriendelijkheid als aspect van de vrucht van de Geest.

1. Het gaat in spirituele vorming om de alledaagse levenservaringen. Vriendelijk zijn gebeurt (al dan niet) in onze gewone dagelijkse ontmoetingen met mensen. In die ontmoetingen ligt heel vaak de uitnodiging om vriendelijk te zijn: aandacht geven en tijd geven aan de mensen die je tegenkomt, belangstelling tonen en je in de ander inleven, je vriendschap aanbieden of een daad van barmhartigheid doen. Vaak is het ook een uitdaging (een moeilijker opgave dus) m vriendelijk te zijn: hoe reageer je op je medeweggebruiker die je de pas afsnijdt of onterecht voorrang neemt? Blijf je dan vriendelijk? Hoe reageer je in een conflict op de ander die je onrecht aandoet, je niet begrijpt, je integriteit in twijfel trekt? Blijf je dan vriendelijk? Zo biedt het alledaagse leven (zoals dat zich ook in de kerkelijke geloofsgemeenschap-als-oefenplek afspeelt) voortdurend uitnodigingen en uitdagingen om de vriendelijkheid van Christus in de praktijk te brengen. Vriendelijk worden leer je door het te doen, vanuit het verlangen dat Jezus’ vriendelijkheid door jou heen zichtbaar en ervaarbaar wordt voor anderen.

2. Het gaat in spirituele vorming om geestelijke disciplines. De alledaagse praktijk heeft ook een voedingsbron nodig: momenten waarop je je er bewust op toelegt om de heilige Geest de vriendelijkheid die in je is (omdat Christus in je is) tot ontwikkeling te brengen. Hoe gebeurt dat? Bijvoorbeeld door dagelijks je verlangen naar vriendelijkheid te cultiveren en te bidden om vriendelijkheid én ook door bijvoorbeeld aan het einde van de dag er een gewoonte van te maken de dag die voorbij is door te nemen vanuit de vraag: In welke situaties was ik vriendelijk en in welke niet? En waarom was ik in die situaties al dan niet vriendelijk? En waarom was ik dan wel kortaangebonden, chagrijnig, boos, gefrustreerd, koppig?

Vriendelijk(er) worden vraagt dus ook onze inzet. We begrijpen allemaal dat we lichamelijk fitter worden als we fysieke oefeningen doen: hardlopen, trimmen, naar de sportschool gaan. Maar het lijkt erop dat veel christenen denken dat geestelijk fitter worden ‘vanzelf’ gaat of, erger nog, ten diepste niet nodig is omdat we immers leven van genade. Maar dan wordt genade niet goed begrepen. Genade staat (inderdaad) tegenover verdienste! Maar genade staat niet tegenover inspanning!

De afbeelding hieronder brengt het bovenstaande in beeld. Wie meer wil lezen zonder spiritule vorming kan in ieder geval terecht in: Graham Tomlin, Geestelijk fit; Tom Wright, After You Believe; Dallas Willard, The Divina Conspiracy; Dallas Willard, Heel je ziel en zaligheid.