We hadden afgelopen dinsdag een inspirerende kerkenraadsvergadering. Het ging onder meer over enkele beleidslijnen voor missionair gemeente zijn en we spraken ook evaluerend over het beleidsplan 2008-2011 ‘In Christus verbonden’. In het gesprek dat we voerden kwamen enkele zaken samen die me ertoe brachten om deze blogpost te schrijven over een 4D-manier van kerk zijn. Even wat achtergronden.
– De voorbije jaren (vanaf 2003) hebben we gewerkt vanuit een visie die we hadden samengevat in de ene B, de 2 C’s en de 3 G’s: “We willen een BIDDENDE gemeente zijn! We willen een gemeente zijn die in alles Jezus CHRISTUS CENTRAAL stelt! We willen een gemeente zijn die groeit in het leren leven uit de GENADE van God en die groeit in het vorm geven en beleven van de GEMEENSCHAP met elkaar, de heiligen, om zo te groeien in het GETUIGEN van Jezus Christus die levens van mensen verlost en verandert!” Een van de ambtsdragers (sinds twee jaar lid van onze gemeente) vond dat een prachtige en doordrachte visie en opperde het idee om na de ene B, de twee C’s en de 3 G’s dan nu maar eens met de 4 D’s aan de slag te gaan (zonder dat hij daar overigens een invulling voor in gedachten had, het was gewoon een aardige associatie).
– Wat eerder op de avond waren we in het gesprek tegen de bekende tegenstelling aangelopen tussen missionair en pastoraal zijn: gaat nadruk op missionair gemeente zijn niet ten koste van pastoraal gemeente zijn? En ook deze aanname kwam op tafel: als van binnen alles op orde is, dan heeft dat automatisch als gevolg dat het met de beweging naar buiten toe ook wel goed komt (wat door anderen, door mij onder andere, werd betwijfeld).
– In datzelfde gesprek probeerde ik duidelijk te maken dat je zou kunnen spreken over vier aspecten van het gemeente-zijn die elkaar altijd nodig hebben en die niet zonder elkaar kunnen. 1. Spiritueel (God, Jezus, Geest, gebed, Bijbel, verkondiging, aanbidding, eredienst, verdieping, inspiratie, spiritualiteit, theologie etc.); 2. Pastoraal (zorg voor elkaar, meeleven, bewogenheid, onderlinge betrokkenheid, elkaar kennen, kleine groepen, georganiseerd en spontaan pastoraat, liefde etc.); 3. Diaconaal (barmhartigheid, praktisch christendom, gaven inzetten, geven, helpen, daden etc.); 4. Missionair (verlangen om mensen bij Jezus te brengen, evangelisatie, context, cultuur, kerk zijn in en voor de wereld etc.). In het Engels zou je deze vier aspecten zo benoemen: 1 Spiritual, 2 Pastoral, 3 Diaconal, 4 Missional. Ik reikte deze vierslag aan om vooral ook helder te houden (naar hen die bezorgd zijn dat missionair ten koste van diepgang en onderlinge betrokkenheid gaat) dat het missionaire element zeker niet in plaats van de andere elementen komt.
En ziedaar: de ingrediënten voor een benadering vanuit 4 D’s, of liever een 4-dimensionale benadering. Ik denk dat het helpend is (in elk geval voor het vervolg van ons – momenteel primair missionaire – beziningsproces in de Fonteinkerk) om deze vier dimensies te zien, te (her)ontdekken en te begrijpen hoe ze met elkaar samenhangen, vooral om uit te komen boven een onvruchtbare dilemmatiek tussen enerzijds missionair en anderzijds pastoraal (een dilemma waar ’traditionele’ kerken gemiddeld genomen nogal last van hebben), of tussen enerzijds missionair en anderzijds spiritueel (een dilemma waarvan ik zelf wel wat last heb gehad, waarbij de balans voor mij tot nog toe doorsloeg naar spiritueel, maar dat is een beetje aan het veranderen).
Dus: een 4D-manier van gemeente zijn. Misschien zou je kunnen zeggen dat de spirituele, pastorale en diaconale dimensie gemiddeld genomen in kerken redelijk ontwikkeld zijn (daar valt nog wel heel wat over te zeggen) en dat we als het om de missionaire dimensie gaat nog wat meer onze weg moeten vinden. Missionair als de vierde dimensie dus.
Het reflectieproces wordt vervolgd…
12/05/2011 op 09:37
Beste Jos,
Veel herkenning in wat je schrijft. We zijn afgelopen maanden ook bezig met 4D in onze gemeente (vineyard wageningen). Het begon bij mij bij het nadenken over de vier wezens: Leeuw, Mens, Rund en Arend. Ezechiel 1:10 en openbaringen 4: 6-7. Toen ik er in dook kwam ik erachter dat het volk Israel rond 4 hoofdbanieren met deze wezens (zie joodse historie) rond de tabernakel opgesteld stonden. (Numeri 2:1-2) Daarnaast heb je de vier dimensies van Gods koninkrijk, Vanuit Efeze 3,17-18 de lengte hoogte breedte en diepte. (ook Job11:5-9) . Later zijn de vier wezens ook gekoppeld aan de vier evangelieen, die ieder hun andere kleur benaderen van wie Jezus is.
Het gaat denk ik inderdaad over het leren waarderen en herkennen van de vier karakters/ kleuren in de gemeente als totaal. Maar ook het herkennen en waarderen van specifieke kleuren van gemeenteleden.
Je zou de vier dimensies ook kunnen koppelen aan de vier/vijf bedieningen: Apostel, leraar, herder, profeet, evangelist en dan kom je al een eind in de richting van de termen die je hierboven gebruikt. Het risico van het direct koppelen aan deze termen/bediening is dat wij zelf al best vooringenomen ideeen hebben over hoe bijvoorbeeld het missionaire eruitziet (als zendeling ver weg of op een zeekkist). We hebben er tot nu toe voor gekozen het te omschrijven als karakters/ kleuren, om zo de rijkdom en vernieuwing van de vier dimensies ruimte te geven. Je zou bijvoorbeeld juist ook missionair bezig kunnen zijn door diaconaal voor niet christenen te zijn (barmhartige sameritaan).
Goed, dat de leeuw mag brullen, de mens genadig mag zijn, het rund zich mag offeren en de arend alles vanuit Gods perspectief mag zien. En dat onze focus voortdurend op Jezus blijft.
12/05/2011 op 09:57
Wat ik me eigenlijk afvraag;
Heeft apologetiek bij jullie eigenlijk ook nog een functie? Ik weet dat de GKv nogal eens het verwijt heeft gekregen dat ze ’te rationeel’ was in het verleden, maar wat ik van de tegenwoordige praktijk meekrijg (en dat zal vast geen representatieve dwarsdoorsnede zijn), is dat hier best wel een gemis. Ik ken redelijk wat studenten uit Gereformeerde hoek die óf afgehaakt zijn, of nog wel geloven, maar op een bijna fideistische wijze, waardoor men al gauw in twee werelden leeft, de seculiere en die van het geloof. Die mensen zijn (of waren) op het punt gekomen dat ze best wilden geloven, maar het in geweten gewoon niet met hun verstand konden rijmen.
Daarnaast ken ik ook nog een groep jonge katholieken die katholiek zijn geworden, niet om de sfeer, niet om de liturgie, niet om de mooie verhalen, maar omdat ze tot de overtuiging kwamen dat wat de Kerk verkondigde waarheid is.
Nu is het Christelijk geloof m.i. een ‘holistisch’ geloof en natuurlijk moet de ratio, net als al onze andere kenvermogens nooit alleen de boventoon voeren, maar het omgekeerde moet denk ik ook niet gebeuren.
Ik merk trouwens terzijde ook vaak op dat een kennis van het eigen Gereformeerde belijden een oecumenische benadering bemoeilijkt.
12/05/2011 op 10:02
@Jedi Noordergraaff:
Wist je dat de vier wezens vanouds ook wel eens met de vier Evangeliën werden geidentificeerd? De leeuw met Marcus, de Arend met Johannes, Lucas met de Os en Mattheus met de mens/engel
12/05/2011 op 11:09
Dom, dom, dom:
“Ik merk trouwens terzijde ook vaak op dat een kennis van het eigen Gereformeerde belijden een oecumenische benadering bemoeilijkt.”
Moet natuurlijk zijn:
“Ik merk trouwens terzijde ook vaak op dat een gebrek aan kennis van het eigen Gereformeerde belijden een oecumenische benadering bemoeilijkt.”
12/05/2011 op 15:11
@Ruijtenbeek: Dat is een goede aanvulling. Niet alleen voelen en doen maar ook weten en denken. Maar dat onderscheid ligt “in een andere dimensie” dat de 4 D’s die Jos noemt. Spiritualiteit heeft een intellectuele (of rationele) en een mystieke kant; en pastoraal/diakonaal/missionair bezig zijn vraagt betrokkenheid van hoofd, hart en handen.
@Jos: Jouw beschrijving van “pastoraal” lijkt te gaan overlappen met “diakonaal”: beide zijn onderlinge toewijding en zorg. Traditioneel neigt “pastoraal” naar een ongelijke relatie (een ‘herder’ leidt veel schapen) terwijl “diakonaal” meer symmetrisch is (‘knecht’ zijn voor elkaar), maar dat onderscheid valt bij jou weg.
Als ik die twee samenvoeg krijg ik het traditionele 3D model van “boven”, “binnen” en “buiten”.
Zomaar een idee: Maak een kruistabel met “boven/binnen/buiten” langs de ene as en “hoofd/hart/handen” langs de andere as. Denk dan samen na over concrete zaken die thuishoren in elk van de 9 vakjes.
13/05/2011 op 14:20
@Arjen
Je hebt gelijk dat pastoraal en diaconaal elkaar kunnen overlappen; je hebt ook gelijk dat onder de vierslag de bekende drieslag Boven, Binnen, Buiten ligt.
De 4D-benadering is daarmee dan ook echt een benadering die aansluiting wil vinden bij wat er momenteel is bij ons, een kerk in de gereformeerde traditie), zodat kerkenraad en gemeente zo’n ietwat nieuwe inzet ook kunnen meemaken omdat er evident sprake is van aansluiting bij het bestaande. Deze herkenning legt hoop ik de basis voor ook een wat vernieuwende uitwerking van een en ander, waarbij het missionaire een heel centraal moment gaat worden.
Ik zie zelf vanuit de praktijk wel een groot verschil tussen diaconaal en pastoraal, en dan niet op het punt van symmetrie of asymmetrie, maar op het punt van praktisch doen (diaconaal) en van geestelijke gesprekvoering en bemoediging (pastoraal).
Het apart benoemen van het diaconale kan ook een inspirerende manier zijn om (binnen de gereformeerde kerkstructuur en ambtsinvulling) de diakenen volop te betrekken in deze 4D-manier van gemeente zijn.
Wat mij betreft is het missionaire hier dan ook echt de vierde dimensie, wat uitdaagt om deze vragen te stellen:
– wat is een missionaire spiritualiteit?
– wat is een missionaire diaconaat?
– wat is een missionair pastoraat?