Op 28 april verscheen het Missional Manifesto (waaraan ook de naam van Tim Keller is verbonden). Hieronder volgt een vertaling van het document (eerste aanzet door Arjen Vreugdenhil, door mij her en der aangepast; verbetersuggesties zijn meer dan welkom, want vertalen is niet mijn vak).
Het is goed bij dit document om in het vizier te hebben dat er in Amerika een stevige discussie gaande is rond termen als ‘missional’, ‘missionary’, ‘missio Dei’, ‘emerging’ en ‘emergent’, en dat het manifest een poging is om te komen tot een helderder en breed gedragen (orthodoxe) begripsbepaling rond het woord ‘missional’ (omdat dat begrip ook nogal eens verbonden wordt met meer liberaal-theologische opvattingen, waarbij dan nog weer een complcerende factor is dat sommigen die zich rekenen tot de ‘emerging’ of ‘emergent’ beweging het onterecht vinden dat hun theologie als liberaal wordt afgeserveerd). Het woord ‘missional’ blijft hieronder dan ook onvertaald. In het Nederlands is hier niet zo gemakkelijk een equivalent voor te bedenken.
Grofweg zou je naar de Nederlandse context toe vertaald kunnen stellen dat de uitdrukking ‘missionaire kerk’ wordt geassocieerd met kerken die missionaire programma’s hebben maar het in de kern niet zijn, terwijl een ‘missional kerk’ dan een kerk is die Gods missie tot de kern van haar kerk-zijn maakt: alles gebeurt in dienstbaarheid aan Gods missie. In termen van Tim Keller in zijn artikel The Missional Church:
Some churches certainly did ‘evangelism’ as one ministry among many. But the church in the West had not become completely ‘missional’ — adapting and reformulating absolutely everything it did in worship, discipleship, community, and service — so as to be engaged with the non-Christian society around it.
Dan volgt nu de vertaling van de complete tekst van het Missional Manifesto.
PREAMBULE
God is een zendende God, een missionaire God, die zijn volk — de kerk — geroepen heeft om missionaire vertegenwoordigers te zijn van zijn liefde en glorie. Het concept ‘missional’ is bij uitstek de belichaming van deze gedachte. Dit manifest is erop gericht de kerk te dienen door haar roeping te verduidelijken en haar te helpen om Gods zending in de wereld van vandaag theologisch te verstaan en in de praktijk te brengen. Hoewel vaak word gesteld dat ‘Gods kerk een missie heeft’, is het volgens een ‘missional’ theologie juister om te zeggen dat ‘Gods missie een kerk heeft’ (Ef. 3:7-13).
Een van de doelstellingen van de theologie is het om de betekenis van woorden te bewaken en zo de waarheid hoog te houden en een bijbels wereldbeeld onder woorden te brengen binnen de geloofsgemeenschap. Het is in het bijzonder belangrijk de integriteit van het woord ‘missional’ terug te winnen. Het ligt niet onze bedoeling (of binnen ons bereik) om woorden te definiëren voor anderen, maar het leek ons helpend om ons te beschrijven en te definiëren hoe wij de term gebruiken — en om anderen uit te nodigen hetzelfde te doen. Een bijbelgetrouw, ‘missionaal’ verstaan van God en de kerk is essentieel voor de verdere ontwikkeling van onze rol in zijn zending, en zo ook voor de dynamiek van het Christendom in de wereld.
Allereerst moet duidelijk zijn wat ‘missional’ niet betekent. ‘Missional’ is niet synoniem met bewegingen die proberen het Christendom te cultureel te contextualiseren, kerkgroei te implementeren, of in maatschappelijke actiebetrokken te zijn. Het woord ‘missional’ kan dat allemaal wel omvatten, maar het is niet tot een hiervan beperkt.
Het goed begrijpen van de betekenis van ‘missionaal’ begint met het erkennen van Gods missionaire karakter. De Vader is de bron van missie, de Zoon is de belichamelijking van die missie, en missie wordt ten uitvoer gebracht in de kracht van de Geest. Naar zijn aard is God ‘de zendende’ die het initiatief neemt om zijn hele schepping te verlossen. In het Johannes-evangelie sprak Jezus consequent over zichzelf als ‘gezonden’, en in het verlengde daarvan gaf hij zijn discipelen een opdracht tot datzelfde doel (Joh. 17:3, 8, 18, 21, 23, 25). Als het ‘gezonden’ volk van God is de kerk het instrument van zijn missie (Joh. 20:21).
Een sterke fundering in het evangelie, gehoorzaamheid aan Christus en een houding tegenover de wereld zijn wezenlijke elementen voor zowel individuen als kerken die ‘missional’ willen leven. Een ‘missional’ gemeenschap is een gemeenschap die missie ziet als zowel haar oorspronkelijke drijfveer als haar organisatorische principe (Hand. 1:8). Ze neemt dienovereenkomstig haar beslissingen, in het geloof dat Christus zijn volgelingen in de wereld zendt, precies zoals de Vader hem in de wereld zond.
Het is daarom terecht dat de kerk alle gelovigen bemoedigt om hun primaire roeping als ambassadeurs van Christus (2 Kor. 5:20) uit te leven voor hen die Jezus niet kennen. De bediening van de verzoening is toepasbaar zowel binnen de eigen cultuur als door middel van interculturele bediening over heel de wereld. In die zin is iedere gelovige een zendeling, door de Geest in een niet-christelijke cultuur gezonden om met heel zijn of haar leven te zoeken naar een vollediger participatie in Gods missie.
‘Missional’ staat voor een belangrijke verschuiving in de manier waarop we de kerk verstaan. Aan ons als het volk van een missionaire God is het toevertrouwd om te participeren in de wereld op dezelfde manier als hij dat doet— door ons toe te wijden aan de taak om zijn ambassadeurs te zijn. ‘Missional’ is het perspectief van waaruit we mensen zien zoals God dat doet, en van waaruit we actief betrokken om hen te bereiken. De kerk die zich geeft aan de missie is de kerk zoals God haar bedoeld heeft.
STELLINGEN
1. Gezag. Als openbaring van Gods eigen karakter, kunnen we de missie van God alleen werkelijk verstaan door wat geopenbaard is in de Schriften. Daarom moet ons verstaan van de missio Dei en de ‘missional’ kerk altijd gestuurd en gevormd worden door, en kan het niet in strijd zijn met, Gods geopenbaarde Woord in de Schrift.
2. Evangelie. Wij bevestigen dat God, die heiliger is dan wij ons kunnen voorstellen, met ontferming heeft omgezien naar een mensheid die bestaat uit mensen die zondiger zijn dan we geneigd zijn toe te geven, en Jezus de geschiedenis heeft ingezonden om zijn koninkrijk te vestigen en mensen en de wereld met zichzelf de verzoenen. Jezus, wiens liefde uitbundiger is dan wij kunnen meten, gaf zijn leven als een plaatsvervangende dood aan het kruis en werd lichamelijk opgewekt, waardoor hij Gods toorn stilde. Als iemand berouw heeft van zijn zonde, de messias als Heer belijdt, en gelooft in zijn opstanding, dan ontvangt hij door Gods genade wat de Bijbel definieert als een nieuw en eeuwig leven. Alle gelovigen worden dan samengebracht in de kerk, een verbondsgemeenschap die als ‘vertegenwoordigers van de verzoening’ actief zijn om het evangelie te verkondigen en uit te leven.
3. Koninkrijk. We bevestigen dat het evangelie het goede nieuws van Gods koninkrijk is. Het koninkrijk is de actieve en allesomvattende heerschappij van God over zijn hele schepping. De soevereine regering van God brengt rechtvaardigheid (de juiste relaties met God, anderen en de schepping), herstelt gerechtigheid, en brengt genezing voor een gebroken wereld. Het koninkrijk van God is begonnen maar is er tegelijk ‘nog niet’. Het zal pas volledig worden geopenbaard als Jezus terugkomt. De kerk, geboren in de begintijd van het koninkrijk, dient als een vertegenwoordiger van de Koning in het ‘reeds en nog niet’ van het koninkrijk door het evangelie te verkondigen en te verspreiden, en haar implicaties in de praktijk te brengen.
4. Missie. We bevestigen dat de missio Dei de missie is van de drie-enige God om zichzelf te verheerlijken. God doet dit door in de deze wereld zondige mensen te verlossen en, in de toekomst, de verdorven schepping te herstellen. De Vader zond de Zoon om deze verlossing te volbrengen, en zendt de Geest om deze verlossing toe te passen aan de harten van mannen en vrouwen. Onderdeel van Gods missie is demissio ecclesia waardoor hij de kerk kracht verleent tot getuigenis en tot dienst die leidt tot getuigenis. Gelovigen worden geroepen om het evangelie te delen met mensen met als doel dat zij Christus kunnen leren kennen. In de beweging vanuit God, via de kerk, naar de wereld, resulteert Gods verlossende werk erin dat mensen uit elke stam, taal en natie reageren met levenslange aanbidding van God. Uiteindelijk zal de missio Dei de hele schepping omvatten als God een nieuwe hemel en een nieuwe aarde schept.
5. Kerk. De kerk is teken en instrument van het koninkrijk van God, voortgebracht door het evangelie van het koninkrijk, en belast met de missie van het koninkrijk. De kerk is een verbondsgemeenschap van onvolmaakte maar verloste gelovigen die leven in onze wereld. Volgelingen van Christus geven niet in een isolement met hun leven vorm aan hun missie, veeleer brengt de Geest van God gelovigen bij elkaar in plaatselijke christelijke gemeenschappen, oftewel kerken. Het is in en door zulke gemeenschappen dat hun missie in de wereld wordt versterkt.
6. Christocentrisch. We geloven dat Jezus het centrum is van Gods plan. Hieruit volgt dat de kerk, als het lichaam van Christus, het primaire middel is van Gods missie voor zijn wereld. We bevestigen dat, hoewel Gods werk en aanwezigheid niet beperkt is tot de kerk, de verkondiging van het evangelie van Christus toch vooral plaats vindt via de kerk en de gelovigen. Leden van de kerk worden, levend door de kracht van de Geest, in hun houding en hun daden gevormd naar het beeld van Christus .
7. Discipelen maken. We geloven dat het maken van discipelen van de volken de essentie is van de missie van God (Mateüs 28:18-20). Het evangelie roept mensen om door geloof en bekering te reageren op het goede nieuws van het Koninkrijk, in en door de kracht van het evangelie. Het tot volwassenheid brengen van gelovigen behoort tot het werk van de kerk doordat ze hen die hun vertrouwen op Jezus hebben gesteld begeleiden van geestelijk kindschap naar geestelijke volwassenheid (Kolossenzen 1:28). Dit betekent dat de kerk haar leden traint om leiders te zijn in het doen van rechtvaardige daden en in dienstbaarheid aan de armen evenals in het in de praktijk brengen van de implicaties van hun geloof in het bedrijfsleven, de kunst, de politiek, de wetenschap, de thuissituatie, en in heel het leven. Doordat de kerk discipelen maakt, rust ze hen toe om hun geloof invloed te laten hebben op elk terrein van hun leven, privé en openbaar.
8. Dualiteit. We geloven dat de missie en de verantwoordelijkheid van de kerk zowel de verkondiging van het evangelie betreft als de demonstratie ervan. Van Jezus leren we dat de waarheid moet worden verkondigd met gezag, en moet worden geleefd vanuit genade. De kerk moet voortdurend het evangelie brengen, vol liefde reageren op menselijke behoeften, en ook ‘zich inzetten voor de bloei van de stad’ (Jerermia 29:7). Door de consequenties van het evangelie vorm te geven in haar leven, biedt de ‘missional’ kerk een verbale verdediging en een levend voorbeeld van de kracht van het evangelie.
9. Universaliteit. We geloven dat Gods missie, en daarmee de missie van zijn volk, zich uitstrekt naar elk volk, elke natie, stam en taal; naar mensen van elk geslacht, leeftijd, opleidingsniveau, maatschappelijke klasse, en religieuze overtuiging (of gebrek daaraan). Een ‘missional’ kerk zal diversiteit daarom doelgericht omarmen op plaatselijk niveau, en zal maatschappelijke, culturele en geografische grenzen oversteken als vertegenwoordigers van de missio Dei. Bovendien omvat Gods missie overal en altijd elk aspect van het leven: persoonlijk, in het gezin, maatschappelijk, cultureel en economisch. Dit is gebaseerd op de universele autoriteit en heerschappij van Jezus Christus.
10. Toepassing. We geloven dat de missie van de kerk wordt voortgezet in de getalsmatige en geestelijke groei van de volgelingen van Christus (discipelschap), in de groei van het aantal gemeenten (kerkplanting), in het toegewijd aan Gods koninkrijk (levend onder zijn heerschappij), in het uitbreiden van Gods roem over heel de aarde (aanbidding), en in het doen van het goede in de naam van Christus (werken van barmhartigheid).
Omdat wij deze dingen geloven, voelen wij ons gedwongen tot actie. Wij dringen erop aan bij Gods volk om een eenheid te vormen rond de heerschappij van Jezus, het ‘missional’ karakter van zijn kerk, en de realiteit van zijn koninkrijk. We nodigen het lichaam van Christus overal uit om mensen en de wereld te zien door de bril van Gods koninkrijk, om heilig te leven als leerlingen van Jezus, en om samen als de kerk hem doelgericht te representeren. We bevestigen dat Jezus naar de wereld werd gezonden om Gods bedoeling te vervullen door zijn volmaakte leven, zijn plaatsvervangende dood, en zijn lichamelijke opstanding, zodat verlossing voor ons beschikbaar kwam. Met Christus als onze focus, zijn koninkrijk als onze bestemming en zijn Geest als onze krachtbron aanvaarden wij het voorrecht en de vreugde van zijn missie.
05/05/2011 op 21:12
Als we onderdeel 1 en 2 er nu eens uit zouden halen? Waarom eerst reformatorisch-evangelisch funderen in autoriteit van schrift en vervolgens het evangelie vastzetten in de verzoening van de zondaar.
De rest is een prima verhaal, maar juist punt 1 en 2 maken het ongelofelijk zwak en twintig jaar terug in de missiologische geschiedenis.
Zullen we beginnen bij punt 3?
05/05/2011 op 21:24
Hoi Johan,
Dank voor de reactie. Dat de punten 1 en 2 het verhaal ongelooflijk zwak maken, gaat me wat te ver. Wel herken ik dat in die twee punten jammer genoeg opnieuw een eenzijdige concentratie op ‘de verzoening van de zondaar’ dreigt die juist door jouw ‘Missional Story’ wordt gecorrigeerd.
Iets anders gezegd: het manifest heeft meer de kleur van Tim Keller dan van Tom Wright, en dat is spijtig. Misschien zelfs wel erg spijtig.
De andere kant is dat velen nog nauwelijks kennis hebben gemaakt met het werk van Wright en de vernieuwende kracht daarvan, terwijl in dit manifest wel de missio-gedachte en het koninkrijk zeer prominent aanwezig zijn.
Misschien kan het manifest fungeren als een soort tussenstop in een missionair-theologische ontwikkeling die op gang is gekomen maar die zeker ook nog verder moet gaan.
Groet!
Jos
05/05/2011 op 21:42
Ik moet zeggen dat het enthousiasme voor deze overigens heel aardige tekst nog steeds wat bevreemdend op me overkomt. Ik ken zelf weinig mensen die hierdoor (weer) tot geloof in Christus zijn gekomen, wat wellicht meer zegt over de kringen waarin ik me begeef. 😉
Maar juist daarom erg boeiend om dit allemaal te lezen!
05/05/2011 op 21:48
@Jos thnx voor je reactie. ik denk dat het een goede zaak is als mensen eerst kelleriaanse veiligheid nodig hebben om tot een missional inzicht of houding te komen. dat is winst.
vervolgens hoop ik dat men ziet dat de ‘vergeving van de zondaar’ een onderdeel is van Gods reddende en rechtvaardigende werk voor allen en alles en geen voorwaarde.
misschien wil ik te snel…
05/05/2011 op 21:54
@Johan
Ed Stetzer is bezig met een serie blogposts over de 10 Affirmations. Vandaag over Affirmation 2. Daar volgens mij een wat bredere visie:
http://www.edstetzer.com/2011/05/musings-on-the-manifesto-part.html
Groet,
Jos
05/05/2011 op 22:01
@johan
Zie ook: http://gospeldrivenchurch.blogspot.com/2010/03/two-fisted-gospel-manifesto-for-kingdom.html
06/05/2011 op 06:13
Eerlijk gezegd vind ik dit document slecht geformuleerd. Het bevat veel herhaling en bevestigt allerlei dingen die niet direct ter zake doen en meer gericht zijn op het afbakenen van een bepaalde orthodoxie in het Amerikaans kerklandschap dan op de “missionale” kern. Dat vind ik op zich begrijpelijk als het gaat om een definitie van kerkelijk samenwerkingsverband enz. maar niet voor een doelgericht manifesto.
Bij het vertalen liep ik tegen het feit aan dat “zending” en “missie” in het Engels homoniem zijn maar in het Nederlands niet. Mijn keuze was “zending”; Jos heeft er “missie” van gemaakt. Hoe dan ook, het verband dat het Engels ‘vanzelfsprekend’ legt tussen Gods missie (plan in uitvoering) en onze zendingsarbeid is in het Nederlands minder vanzelfsprekend. Dat zegt iets over de moeilijkheid van vertalen, maar ook over een verborgen betekenisverschuiving op de achtergrond van het manifesto.
De kerngedachte lijkt te zijn dat wij ons als kerk er bewust van moeten zijn (en ons er naar gedragen!) dat de kerk een element is in Gods plan (“missie”) met deze wereld, waarvoor Christus in het bijzonder gezonden is, en waarin wij ingeschakeld worden. Een mooi thema, bijbels, en ongetwijfeld een goede correctie voor traditionele gemeenten die zichzelf als eindpunt zien in plaats van een “agency” of “ministry”. Een goed thema voor een preek, voor een congres, voor een inspirerend boekje. Een “manifesto” lijkt met teveel eer voor een bezinning op deze missio Dei. Dat geldt ook voor de nadruk op de term “missional”.
Zeggen de auteurs uiteindelijk meer dan Casting Crowns in hun liedje “If We Are The Body”?
“But if we are the Body
Why aren’t His arms reaching
Why aren’t His hands healing
Why aren’t His words teaching
And if we are the Body
Why aren’t His feet going
Why is His love not showing them there is a way
There is a way”
06/05/2011 op 08:14
Beste Arjen,
Ik heb gekozen voor ‘missie’ om voortdurend de verbinding met het kernbegrip missio Dei vast te houden. ‘Zending’ heeft in het Nederlands volgens mij nog teveel de kleur van ‘evangelisatie in verre landen’, hoewel die kleur inmiddels wel wat aan het vervagen is.
Met jou denk ik dat het document teveel een soort orthodox statement wil zijn, een bewijs van orthodoxie, en dat daardoor datgene waar het in de kern om zou moeten gaan wat minder gepassioneerd en creatief naar voren komt.
Voor mezelf was deze beweging recent het nieuwst, en ik vond die bij Alan Hirsch (The Forgotten Ways): christologie >> missiologie >> ecclesiologie (waarbij >> = determines). Pas hier viel voor mij het grote belang van missie / missiologie / missional zijn op zijn plaats.
Omdat ik dat terugvond, als vrij centrale bewering, ben ik enthousiast over het Missional Manifesto. Maar je hebt gelijk: Casting Crowns heeft het eigenlijk mooier onder woorden gebracht…
Echter, theologische en missiologische is ook onmisbaar in het missionair-eccelsiologische proces waar we ons in bevinden en waarvan volgens mij de kern is dat missiologie en ecclesiologie van plaats verwisselen. Niet: ecclesiologie >> missiologie, maar: missiologie >> ecclesiologie. Vandaar de titel van mijn blog: niet ‘De kerk heeft een missie’ (dat is toch de taal van de laatste 10-20 jaar) maar ‘Gods missie heeft een kerk’. Ik denk dat ook het Total Church verhaal hier heel goed in past.
Groet,
Jos
06/05/2011 op 11:32
Prachtige woorden. Inderdaad: Gods missie heeft een kerk. Zoals eerder Israël geroepen was om Gods grootheid te verkondigen onder de naties, zo heeft ook nu de kerk de taak om de wereld tot zegen te zijn door ‘missional’ te zijn. Maar zoals de eerste stelling al voorzichtig stelt: we moeten eerst ‘biblical’ zijn voor we überhaubt ‘missional’ kunnen zijn. Want ten diepste is het Evangelie niet dat we gered worden van zonden en toegang tot de hemel krijgen. Nee, dit is slechts de oppervlakkige uitleg van het Evangelie. Want “dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, Die U gezonden hebt”. God te kennen, daar gaat het om. Hijzelf is het Evangelie. Pas als we dat gaan beseffen kunnen we werkelijk ‘missional’ zijn. Maar hier gaat dus kennis aan vooraf. En daar gaat het bij punt 3 al scheef, als je het mij vraagt. Want hoezo dienen wij het Evangelie van het koninkrijk te verkondigen? Natuurlijk, wij mogen spreken over het koninkrijk van God, maar slechts in zeer algemene zin maken wij hier onderdeel van uit. Het Evangelie van het Koninkrijk, zoals we dat met name vinden in de eerste drie Evangelieën, is namelijk de blijde boodschap en hoop voor Israël. Het Koninkrijk op aarde is een belofte die aan Israël is gedaan en niet aan de Gemeente.
“Een van de doelstellingen van de theologie is het om de betekenis van woorden te bewaken”, lees ik in de preambule. Fantastisch, maar dat geldt dan wel voor alle woorden. We kunnen moeilijk doen over het woord ‘missional’, maar als we het woord ‘koninkrijk’ – dat veel vaker in de Bijbel voorkomt – niet eens goed begrijpen, dan zijn we volgens mij geen steek verder.
Opgeroepen wordt om een eenheid te vormen ‘rond de realiteit van Zijn koninkrijk’. Dit neigt naar theologische onkunde. Want sinds wanneer is Hij Koning dan? Christus is nog niet de heerschappij gegeven over de aarde, het is de Satan die nog altijd de ‘overste dezer wereld’ is. En ‘de wereld zien door de bril van Gods koninkrijk’? Mooie woorden, maar kan iemand mij vertellen wat ik dan zie?
Het is waar wat er in de eerste stelling staat: we kunnen “de missie van God alleen werkelijk verstaan door wat geopenbaard is in de Schriften”.
06/05/2011 op 15:15
@Ruben Hadders:
“Opgeroepen wordt om een eenheid te vormen ‘rond de realiteit van Zijn koninkrijk’. Dit neigt naar theologische onkunde.”
Ik schat in dat het merendeel van alle Kerken en gemeenten, en dat al zo’n 2000 jaar, Christus als koning zien van het koninkrijk Gods, niet zozeer het nieuwe alswel het verbrede Israel. Ik ben me goed bewust dat er meerdere Schriftinterpretaties mogelijk zijn (daarom ben ik ook geen Protestant), maar zo”n grote groep mensen (en ja, dan zegt getal wel wat) als theologisch onkundigen wegzetten vind ik ook weer wat overdreven.
06/05/2011 op 15:23
@broeder Ruijtenbeek
Christus is nog geen koning, dat is het punt. De wereld is nog niet aan Hem onderworpen. Dat bewijzen de kranten en het NOS-journaal elke dag weer en dat zegt ook de Schrift.
Inderdaad, het zegt wel wat dat zo’n grote groep mensen hier anders over denkt. Namelijk dat het slecht gesteld is met onze (dus ook mijn) bijbelkennis. Overigens, even terzijde, dat veel mensen anders over een bepaalde kwestie denken, maakt nog niet dat zij gelijk hebben. Was het maar zo’n feest! In de Bijbel is de massa vaak ongelovig, ongehoorzaam of onwetend – of een combinatie hiervan. Dus ja, getal zegt wel wat: namelijk dat je maar beter niet de massa achterna kunt lopen. Ik formuleer het misschien wat scherp, maar ik meen elk woord van wat ik zeg.
Maar voor de duidelijkheid: ik noemde een uitspraak ’theologische onkunde’. Verder geldt: wie de schoen past, trekke hem aan.
06/05/2011 op 15:52
@Ruben Hadders
inderdaad, je hebt een opinie ’theologische onkunde’ genoemd en niet de mensen die die opinie huldigen, dat klopt.
Maar vraag jij je dan nooit af waarom een dergelijke doctrine die jij aanhangt, n.l. dat Christus nog geen koning is over de Kerk (ofwel Israel, ofwel de gemeente hoe je het ook wil noemen) zeker de eerste 1000 jaar van onze Kerkgeschiedenis volkomen onbekend was? Ik vind er in ieder geval niets over terug. In de Bijbel wordt zelfs expliciet een paar keer genoemd dat Christus reeds koning is. Dat wat jij (en ik) waarnemen om ons heen, dat zie theologisch zo, n.l. dat het koninkrijk Gods in de hemel al volkomen is en hier op aarde in wording. Het is natuurlijk natte-vingerwerk, maar geschiedenis heeft me altijd geboeid, en dan valt mij eigenlijk steeds op dat er een hoop narigheid is, maar dat het heel vaak nog veel meer voor de hand lag dat we er veel slechter aan toe zouden zijn.
Dat zou ik dan toch aan de aanwezigheid van God”s koninkrijk op aarde-in-wording toeschrijven.
06/05/2011 op 16:14
@broeder Ruijtenbeek
Het is (1) een veronderstelling dat deze doctrine de eerste 1000 jaar van de kerkgeschiedenis onbekend zou zijn en (2) zelfs al zou dit zo zijn, dan bewijst dit niet dat deze onwaar zou zijn.
Waar leest u in de Bijbel dat Christus reeds Koning is? Hij is Koning in de zin dat Hij het is, Die Koning zijn zal. Maar officieel is Hij het nog. Ik heb overigens nog even snel nageslagen, maar het woord ‘koning’ komt in de nieuw-testamentische brieven zelfs nauwelijks voor! Het ‘koninkrijk’ is een waarheid die in eerste instantie altijd betrekking heeft op Israël, niet op de gemeente. Onze hoop is geen aards koninkrijk, ons burgerschap is immers in de hemel. Het is mede de verderfelijke vervangingstheologie die stelt dat de Gemeente de beloften die aan Israël zijn gedaan – ook die van het koninkrijk – heeft overgenomen. Dit onderstreept direct mijn punt: verkeerd gebruik van de term ‘koninkrijk’ kan een hoop narigheid veroorzaken omdat – vaak onbewust – met het volk Israël iets afneemt van hen (niet wij!) beloofd is.
Overigens, wat bedoeld u met ‘het Koninkrijk Gods is in de hemel al volkomen’? Immers, ook de Satan is nog in de hemelse gewesten te vinden en voor zover ik weet wachten wij nog steeds op een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, juist omdat de oude niet zo volkomen (meer) zijn.
Natuurlijk, alles wat God over heerst kan in zeer algemene zin ‘Gods koninkrijk’ worden genoemd. Maar dat brengt veel mensen wel in verwarring. Is niet de grootste vraag van de ongelovigen naar het lijden en kwaad in deze wereld? Welnu, juist omdat de ‘hemel op aarde’ nog niet te vinden is – m.a.w. juist omdat God de wereld nog niet regeert – is er kwaad en ellende om ons heen. Zelfs in mij als mens is de regering van God nog maar ten dele, want ik wacht nog op de verlossing van mijn lichaam. Ik bedoel maar te zeggen dat we dus slechts in hele algemene zin kunnen spreken over het koninkrijk Gods – mits wij dit niet verwarren met wat de Bijbel hierover leert – en dat de werking van dit koninkrijk in de praktijk zeer beperkt is.
06/05/2011 op 17:19
@broeder Ruijtebeek
Nog even ter toevoeging: wat u noemt ‘Gods koninkrijk op aarde-in-wording’ wordt in de Bijbel omschreven als de Heilige Geest als ‘wederhoudende macht’, werkzaam in de Gemeente, waardoor de boze inderdaad geen volledig vrij spel heeft.
06/05/2011 op 17:41
Beste mensen, ik begrijp het enthousiasme voor dit document niet helemaal. Maar misschien komt dat door mijn gebrek aan (voor)kennis? Ik lees er weinig nieuws in, al vind ik het belangrijk om de essentie ervan steeds opnieuw voor het voetlicht te brengen. Die vind ik mooi vervat in Jos’ uitdrukking ‘Gods missie heeft een kerk’. Of je het nu formuleert op een Keller of een Wright manier maakt dan niet zoveel uit.
Als het document een poging is om de denominaties en kerken te verenigen achter een gezamenlijk ‘mission statement’, vrees ik dat deze tevergeefs gaat zijn. Misschien ben ik te pessimistisch, maar theologische statements leveren doorgaans alleen nieuwe discussie en verdeeldheid op.
Ook vrees ik dat het onbegonnen werk is om bestaande kerken en denominaties ‘missional’ te maken als ze dat (nog) niet waren. Als het voorbij missionaire programma’s moet komen, moet je iets aan je DNA veranderen en dat kan niet ‘on the go’ in bestaande kerken.
Er zijn volgens mij maar twee manieren om dit wel te bereiken. De eerste is nieuwe kerken stichten vanuit dit ‘missional’ denken. De tweede is dat er binnen bestaande kerken en denominaties ‘missional’ gemeenschappen ontstaan. Een voorwaarde is dan dat ze binnen die kerken ook de ruimte krijgen zich te ontwikkelen. Dan verander je de kerk van onderaf en van binnenuit. Dat lukt niet door dit van bovenaf op te leggen en dergelijke manifesten te schrijven.
In plaats van dit soort documenten en de discussie erover, is het vooral belangrijk dat de kerk (wij dus) gaan doen vanuit echte aanbidding en bewogenheid! Als het document dit effect genereert – wat ik hoop – ben ik er blij mee. Zo niet, dan is het wat mij betreft een zoveelste verzameling kretologie die we weer snel kunnen vergeten.
06/05/2011 op 17:46
Is wel weer typisch Nederlands om zo te discussiëren over dit Missional Manifesto. Ik zou zeggen, de handen in één slaan en aan de slag! Of ben ik nou te simpel?
06/05/2011 op 22:17
Ha Jan,
Nee hoor, je bent niet te simpel;-)
Of het typisch Nederlands is om erover te discussiëren weet ik niet. Wat ik wel weet is dat veranderingsprocessen vragen om activiteit in verschillende dimensies: 1. gewoon doen en aan de slag gaan; 2. nadenken over wat je doet; 3. discussiëren over wat je anders kunt doen; 4. oefenen met bepaalde elementen van wat je al deed of wat je anders wilt gaan doen (en dan weer terug naar 1.)
De bovenstaande discussie is een typische geval van 3 en daarin zeker eenzijdig (en her en der langdradig en niet op ieder moment even inspirerend), maar voor het geheel van het proces toch wel met een heel eigen waarde.
Vergelijk het maar met boeken schrijven: wat een onzin eigenlijk, je moet gewoon doén wat er in die boeken staat, en er niet (eindeloos) over praten en/of schrijven! Maar je eigen praktijk wijst al uit dat de realiteit wat complexer (en interessanter) is dan alleen ‘gewoon doen’. 😉
Hartelijke groet!
Jos
07/05/2011 op 04:45
@Jaap: Spijker op z’n kop.
@Jos: In jouw reactie op mijn reactie hierboven heb je het erover wat primair is: Ecclesiologie of Missiologie. Ik vermoed dat jouw voorkeur (M >> E) voortkomt uit een verlangen om de kerk aan het werk te zien. De kerk slaat de plank mis als ze haar taak in de wereld (discipelen maken, Christus verkondigen) als bijzaak gaat zien.
Maar doordenkend geloof ik toch niet in “M >> E”. De kerk is “missional” in de zin dat ze (1) kernonderdeel is van de missio Dei, omdat ze ‘lichaam’ en ‘bruid’ is van de Gezondene, en (2) een kerntaak heeft om mee te werken in die missio. Maar de kerk is meer. De kerk is de gemeenschap van uitverkorenen, wedergeborenen, gelovigen, geredden. Dat is haar eerste identiteit. (In klassiek gereformeerde termen, Art. 27 NGB komt inderdaad voor Art. 29!)
Wanneer de kerk tekort schiet in de uitvoering van haar taak (haar missio), is ze dan geen kerk meer? Ik zou dat niet zo willen zeggen. De kerk heeft een wezenlijke identiteit die niet opgaat in haar taak.
Als je het hebt over de missio Dei dan valt m.i. zelfs de christologie onder missiologie, omdat de Christus bij uitstek de gezondene is, de uitvoerder van Gods voornemen. Dan krijg je dus M >> C >> E. Anderzijds, de missio ecclesiae is onderdeel (al zij het belangrijk) van kerk-zijn, niet andersom; daarom zeggen we dan ook niet ‘ecclesia missionis’ (of missionalis 🙂 ). In dat geval krijg je C >> E >> M.
(De vraag in hoeverre het wezen van de kerk staat of valt met haar outreach, wordt trouwens helemaal niet zo duidelijk beantwoord in het manifesto.)
09/05/2011 op 11:39
@Johan en Jos
Het missional manifesto is gericht op de context in de VS. Daarom misschien wel Keller en geen Wright (hoewel Hirsch Australisch is). Als wij in Nederland zo’n manifest nodig hebben, moeten we het denk ik ook contextualiseren.
Tegelijkertijd, vind ik dat missional denken juist ook bij de schepping begint en vind ik het een misser dat dit hier niet gebeurt. En dat is niet alleen in aansluiting van Tom Wright, maar ook bijvoorbeeld de Amerikaan Scott McKnight. Of Brits: Tim Chester (From creation to creation), Chris Wright (The mission of God).
Waarom is het een gebrek?
1) Gods missie begint niet na de zondeval.
2) Missional gaat ook over onze identiteit en zo ook over onze gebroken identiteit. Het hele evangelie wordt ook gedreven door hoe wij zijn bedoeld. Dit bedoel ik als een theologisch punt. Ik luister op dit moment naar een aantal interessante MP3s van Mike Reeves over Ireneaus en Athanasius – en ook zij beginnen juist daar, naar de vraag wie wij zijn. Zie http://www.theologynetwork.org. Het is ook een actueel punt: wie zijn wij als mensen – de vraag naar identiteit is voor postmoderne mensen belangrijk.
3) Wie begint bij de schepping kan verzoening veel breder inzetten. Zie McKnigths A community called atonement.
4) Ik begrijp de zorg van Ed Stetzer: I have pointed out before that the last two times that Christians “discovered” social justice, it did not end well. Toch is dat argument voor mij niet doorslaggevend. Het is belangrijk om te blijven onderscheiden tussen God en mensen. God bouwt het Koninkrijk, wij verkondigen het. Micha 6:8 roept mensen op om te leven in het Koninkrijk, niet om het te vestigen. Ik vind dat Miroslav Volf dit onderscheid tussen God en mensen ook telkens goed maakt.
@Jos
Ik vind het leuk om je blog te lezen, idd M >> E. Ik denk dat we elkaar nu hier gevonden hebben?
Alleen hebben we in het Nederlands het woord missional nodig? Hoewel het woord missionair in ons taalgebied te pas en te onpas wordt gebruikt – meestal in de zin van evangelisatie activiteiten, gebruiken velen het ook echt in de missional betekenis. Ik denk alleen al aan Siebrand Wierda’s Visie op de gemeente.
En idd Total Church is hier prima in ingebed – in het eerste hoofdstuk staat niet voor niets een uitgebreid citaat uit Chris Wright’s Mission of God.
@Arjen
Maar toch altijd gered om… Abraham gezegend om tot zegen te zijn. Israel gekozen om tot licht voor de volken te zijn. De kerk geroepen om Gods grote daden te verkondigen.
Tom Wright zou zeggen, dat Israel juist in ballingschap ging omdat ze haar identiteit verloochende.
Ik heb het gevoel, dat je slotzin – of de kerk staat of valt met haar outreach – juist weer naast het missionaire gedachtengoed zit. Heel ons leven is van God, ons ontwaken, ons eten, ons werk, ons gesprek en ons gaan en ons komen.