Een tijdje geleden (eind september 2011) uitte James Kennedy in een debat over kerk zijn in de stad deze wens:

Ik wil graag een kerk die mij ascese leert. Dat mis ik.

Hij verdedigde toen ook deze stelling:

Laat stedelijke christenen in deze tijd het model van de monnik of de non volgen, en laten de stadskerken lijken op kloosters.

Maar wat moet ik me daar nu precies bij voorstellen?

Kloosters, monniken en nonnen raken bij mij in elk geval het verlangen aan om een gedisciplineerde, intieme en hartstochtelijke geloofsrelatie te hebben met de Heer. Maar hoe doe je dat vandaag de dag? Ik zie om me heen wel een vurig verlangen naar spiritualiteit, naar rust en stilte en verdieping, maar ik merk tegelijk ook een verlammende verlegenheid op. Er wordt wel veel gedroomd en gewenst, maar het lijkt er op dat er maar weinig daadwerkelijk wordt gedaan. Een ‘gebedsleven’ hebben is een uitdrukking die klassiek aandoet en lijkt te verwijzen naar een wereld diesteeds verder achter ons ligt. En als ik wel eens vraag naar de praktijk van gedisciplineerd Bijbellezen, dan vallen de gesprekken eigenlijk altijd stil, op wat verlegen gemompel over dat het eigenlijk meer zou moeten gebeuren na.

Al met al signaleer ik – ondanks zoiets als een ‘Maand van de spiritualiteit’ en ondank het gegeven dat de Europese lucht zwanger lijkt te zijn van spiritualiteit  en ondanks het door vele christenen verwoorde verlangen naar een leven dichterbij God – dat er eigenlijk vooral sprake is van een crisis in de spiritualiteit. De kerken weten er eigenlijk geen weg mee. Er wordt gepreekt en ‘gepraised’, maar dat ligt niet ingebed in een duurzame spiritualiteit en draagt ook niet bij aan zo’n duurzame spiritualiteit.

Want zo versta ik de wens van Kennedy. Het is eerder een soort noodkreet: ‘Kerk, help me om een duurzame spiritualiteit te beoefenen! Geef me praktische en uitvoerbare spirituele praktijken die ik in mijn dagelijkse leven kan toepassen om mijn leven elk moment te leven met de Heer.’ Misschien wordt het tijd dat kerken eerlijk onder ogen gaan zien dat het gebedsleven en het bijbellezen van velen is weggeërodeerd en dat er niet echt iets voor in de plaats is gekomen.

(In de volgende post introduceer ik het pleidooi van Brian McLaren voor ‘a simple, doable, durable spirituality’.)