Als je je verdiept in het thema ‘engelen’ dienen er zich talloze boeken aan die je kunt lezen. Ik heb al een aardig plankje met boeken staan (geleend, uit de bibliotheek, via google.books) waarin ik zo nu en dan wat grasduin. In blogposts zal ik er de komende tijd het een en ander uit doorgeven.

Ik heb nu naast mij het boek ‘Honderd Engelen’ van Anselm Grün open liggen. Als je verwacht dat Grün je inwijdt in de wereld van engelverschijningen, kom je wat bedrogen uit. Bij hem zijn de engelen geen hemelse wezens die (al dan niet) verschijnen maar geesteshoudingen, of deugden. En tegelijk zijn de engelen de geestelijke begeleiders die je hart openen voor deze geesteshoudingen. Een citaat (blz. 10, 12)

Engelen zijn beelden van het diepe, blijvende verlangen naar hulp en genezing, dat niet uit onszelf voortkomt. Dat zij tegenwoordig weer ‘aankomen’, ons weer raken, drukt een verwachting uit: dat ons leven werkelijk niet in leegte eindigt, dat het kan lukken, dat wij kunnen aankomen bij ons eigenlijke doel. Engelen zijn geestelijke begeleiders. Zij brengen ons in contact met een diep verlangen, dat in ieder van ons verborgen is. Zij zijn een bron van inspiratie.

De engelen willen in ons iets oproepen wat wij in de dagelijkse drukte vergeten of verwaarlozen. Het is mooi je voor te stellen dat je () wordt begeleid door de engel van de trouw of de engel van de tederheid, dat God een engel naar je toestuurt die je inwijdt in het geheim van de trouw of de tederheid.

Dat klinkt natuurlijk allemaal heel toegankelijk en aantrekkelijk. Maar is de engel hier eigenlijk niet alleen maar een metafoor geworden? Of is dat de enige manier om vandaag nog over engelen te kunnen spreken?

Ik stel mijn antwoord op die vragen nog maar even uit. Er is nog veel meer te lezen en te ontdekken!