Afgelopen weekend heb ik het boek Oefenplaatsen van Herman Paul en Bart Wallet  gelezen. Het pleidooi van het boek (‘laat kerken oefenplaatsen zijn waar karakters worden gevormd’) herinnerde mij aan een ontmoeting een kleine vier jaar geleden (om precies te zijn: op dinsdag 7 oktober 2008). We (Mees te Velde, Henk Schaafsma, Arie de Rover en ik) hadden een gesprek over wat we alle vier als een urgente zaak beleefden: dat er in kerken meer aandacht voor spiritualiteit zou komen.

Pleidooi voor spirituele oefenplaatsen

Uit dat overleg rolde een document van verlangen (‘manifest’ is een te groot woord), een hartekreet, een pleidooi voor Oefenplaatsen Spiritualiteit. Nu dat woord ‘Oefenplaatsen’ door het boek van Herman Paul en Bart Wallet de komende tijd wat vaker zal gaan klinken (want het boek roept inmiddels veel reacties op), leek het me goed dat document van verlangen aan de vergetelheid te ontrukken. Ik had het destijds geschreven mede namens de andere gesprekspartners en publiceerde het verhaal ook op mijn weblog: Oefenplekken Spiritualiteit. Ik heb het document nu wat geredigeerd, en het woord ‘Oefenplekken’ nu vervangen door ‘Oefenplaatsen’. Je kunt het document hier downloaden:

Oefenplaatsen Spiritualiteit

Ik heb de indruk dat we rond dat woord ‘Oefenplaatsen’ een belangrijke waarneming niet moeten vergeten: het woord oefenen heeft, denk ik, zijn primaire plaats in de spiritualiteit. Oefenen heeft primair te maken geestelijke oefeningen, spirituele disciplines. In het boek Van Paul en Wallet komt het woord spiritualiteit hooguit één of twee keer voor. Maar ten diepste is in het boek (en met name in het pleiooi voor de kerk als oefenplaats) een zaak aan de orde die mijns inziens het meest vruchtbaar bestudeerd en verder gebracht kan worden als we (ook) kiezen voor het perspectief van de spiritualiteit.

Spiritualiteit?

Nu weet ik dat dat begrip ook op nogal wat weerstand stuit. In haar scriptie Framing Spiritualiteit. Christelijke spiritualiteit als missionaire kans vraagt Tjitske Volkerink (@hippetjitske) daar uitgebreid aandacht voor. Maar nu gaat het me erom dat het verlangen naar oefenplaatsen een verlangen is dat ons primair op het gebied brengt dat vandaag de dag veelal wordt aangeduid met spiritualiteit (een vak dat binnen het curriculum van de theologie ook een heel eigen plaats inneemt), maar dat ook bekend staat onder namen als: geestelijk leven, vroomheid, godsdienstoefening, godsvrucht, bevinding etc.

Zijn er wel oefenplaatsen?

Nog wat toegespitster geformuleerd: de vraag naar kerkelijke oefenplaatsen waar karakters worden gevormd is de vraag die door Tim Vreugdenhil (in zijn reactie op het boek van Paul en Wallet: Naar welke kerk gaat Hauerwas?) als volgt wordt geformuleerd:

Zijn er in Nederland kerkelijke plaatsen van character formation en spiritual formation?

Dát is inderdaad de vraag. In tweeërlei opzicht. 1) Dit is de vraag die onder de vraag naar en de uiterst boeiende overwegingen over ‘oefenplaatsen’ ligt; de overwegingen in het boek ‘Oefenplaatsen’ hebben een overwegend  academisch karakter, erg interessant en belangrijk wat mij betreft, maar het is allemaal nog veel te weinig betrokken op de praktijk van de lokale kerk. 2) Het is inderdaad de vraag hoeveel lokale kerken er zijn die op een structurele manier bezig zijn met spirituele vorming. Het staat gewoon niet op de agenda van de meeste kerken (wel van parakerkelijke organisaties zoals bijvoorbeeld Renovaré).

Waarom niet? Ik denk dat er in de kerken een behoorlijk grote verlegenheid is rond de thematiek van spiritualiteit (lees deze eerdere blog hierover: Kerken weten geen weg met spiritualiteit) en dat we nauwelijks de karaktervormende kracht van geestelijke oefeningen als gebed, meditatie, stilte, leven in eenvoud, de minste zijn, geestelijke begeleiding en vasten kennen.

Ecclesial turn én formational turn

Daarom is mijn stelling: de ecclesial turn (wending naar de kerk) waarvan het boek ‘Oefeningen’ getuigenis aflegt kan niet zonder een formational turn (wending naar spirituele vorming) als het ons er tenminste om gaat dat de kerk een oefenplaats zal zijn waar karakters worden gevormd.