Er klinkt een roep om missionair leiderschap! Robert Doornenbal is degene die daar in zijn dissertatie en in dit artikel heel duidelijk stem aan geeft. In de vorige blogpost heb ik een afbeelding geïntroduceerd die voor mij van veel belang is voor het inhoud geven aan missionair leiderschap. En ik maakte al drie toelichtende opmerkingen. Nu volgen er nog wat meer.

4. De afbeelding probeert duidelijk te maken dat missionair zijn niet zozeer een apart aandachtsveld vormt, maar dat die gemeente missionair is die haar spirituele, pastorale en diaconale dimensie zó inricht dat zowel de gelovige als de niet-gelovige duidelijk in beeld is. Bijvoorbeeld: een pastorale gemeente is een gemeente die op zon manier met pastoraat bezig is dat dit pastoraat ten goed komt én aan de eigen leden van de kerk én aan zoekers en anderen die op haar pad komen. Een pastorale gemeente is missionair als ze er bijvoorbeeld in slaagt om de leden van de gemeente zo te vormen en toe te rusten dat ze hun pastorale hart ook laten spreken in contacten met buren en collega’s. Oftewel: een gemeente is missionair (participeert in Gods missie) als ze in staat is om op inclusieve wijze inhoud en vorm te geven aan waar ze vanouds al goed in is (z.q. behoort te zijn).

5. Missionair leiderschap in een lokale geloofsgemeenschap betekent dus dat ‘het leiderschap’ (of dat nu een kerkenraad, een oudstenraad, een leiderschapteam of in de praktijk toch vooral de voorganger is) zich richt op spirituele vorming én pastorale vorming én diaconale vorming van gemeenteleden op zo’n manier dat zij gemotiveerd en in staat zijn om het koninkrijk van God zichtbaar en ervaarbaar te maken in hun alledaagse leven en ook binnen de geloofsgemeenschap. Want uiteindelijk is een missionaire kerk een kerk van missionaire mensen: mensen die van Jezus houden en een hartelijk en door de Geest gewerkt verlangen hebben om te participeren in Gods missie en Gods koninkrijk zichtbaar en ervaarbaar te maken.

6. Robert Doornenbal geeft aan dat spirituele vorming van wezenlijk belang is voor missionaire leiders. Helemaal mee eens uiteraard. Maar dat geldt dan dus natuurlijk net zo goed voor alle gemeenteleden. Hier kon wel eens het fundamenteelste probleem liggen als het gaat om missionair zijn (nogmaals, missionair is: participeren in Gods missie, dat is: Gods koninkrijk zichtbaar en ervaarbaar maken, dat is: mensen bij Jezus brengen want hij is Gods koninkrijk in eigen persoon). Als waar is dat missionair zijn en missionair leiderschap begint bij geestelijk/spirituele vernieuwing/vorming (zoals Robert Doornenbal gisteren ook opmerkte in het interview in het GrootNieuws Radioprogramma Heiige Huisjes), dan zou spirituele vorming dus met stip op plaats 1 van de kerkelijke agenda moeten staan. Staat dat het ook? Of is hier vooral sprake van grote verlegenheid? (Lees: Kerken weten geen weg met spiritualiteit.)

7. Wat doet een missionaire leider? Een missionaire leider (en ik denk nu dus even aan elke voorganger van een lokale geloofsgemeenschap) werkt al biddend aan een sterke spirituele, pastorale en diaconale cultuur in de gemeente. Elke preek, elk pastoraal bezoek, elke toerustingsavond, elk gebed, elke vergadering, elk gesprek, elke daad van barmhartigheid kan daaraan een bijdrage leveren. Een bijdrage dus aan een missionaire kerk, dat is een kerk die het een voorrecht vindt om door Gods Geest te mogen participeren in Gods missie: mensen bij Jezus brengen, te beginnen bij henzelf.