De prekenserie die ik momenteel aan het houden ben (over: ‘Gods Geest in jouw leven‘) leidde ertoe dat ik er weer eens een boek van Willem Ouweneel bij pakte. De titel: ‘Meer Geest in de gemeenten’. Het verscheen in 2004 en destijds vond ik het al een mooi boek. Nu vind ik dat opnieuw.
Ouweneel voert een even hartstochtelijk als evenwichtig pleidooi voor Geestvervulde gemeenten, Geestvervulde prediking, Geestvervuld pastoraat, Geestvervulde evangelisatie enzovoort. Het boek bevat mooie hoofdstukken over de ‘zalving met de Geest’, ‘de vervulling met de Geest’ en het belang van het hebben van een bediening in de gemeente. Er worden ook veel behartenswaardige opmerkingen gemaakt over Geestvervuld leiderschap, zoals (blz. 29):
Des te belangrijker is het dat de erkende leiders in reformatorische en en evangelische gemeenten niet alleen boeiend kunnen preken en/of gewaardeerde zielzorgers en/of sterke organisatoren en/of inspirerende leiders zijn, maar Geestvervulde leiders zijn.
En over Geestvervulde prediking (blz. 156-157):
Wat is nu het verschil tussen ‘gewone’ prediking en Geestvervulde prediking? In principe is het antwoord eenvoudig: Geestvervulde prediking brengt mensen dichter bij God, verandert mensen, zodat zij meer tot eer van God gaan leven. (…) Niet-Geestvervuld onderwijs verandert mensen hoogstens theologisch; Geest-vervuld onderwijs verandert mensen praktisch.
En ook deze zinnen over theologie en Geest zijn het waard om overwogen te worden (blz. 39):
We hebben minder theologie en meer Géést in de kerk nodig; mag ik dat als theologieprofessor even opmerken? Ik zeg tegen mijn studenten dat zij ten eerste de Bijbel zo grondig moeten kennen dat de Heilige Geest tijdens het preken vrijelijk uit die kennis kan putten. En ten tweede moeten zij, als ze gaan preken, al hun theologie aan de voet van de preekstoel achterlaten. De kerk heeft geen behoefte aan geleerdheid, maar aan het woord van de Heer. Die geleerdheid speelt een nuttige rol bij de vorming van de prediker en bij zijn bestudering van het Woord – maar in de kerk willen we alleen het Woord horen, en wel zoals de Geest het op dat moment te spreken geeft.
Meer Geest in de gemeenten! Het boek verscheen toen de conferenties ‘Gods Geest werkt‘ in Zwolle werden gehouden. Wat was er toen veel verlangen naar méér van de Geest. Hoe staat het daar op dit moment eigenlijk mee?
12/11/2012 op 16:38
“Ik zeg tegen mijn studenten dat zij ten eerste de Bijbel zo grondig moeten kennen dat de Heilige Geest tijdens het preken vrijelijk uit die kennis kan putten.”
Ik ben wel benieuwd hoe jij daar tegenaan kijkt, Jos. Ik vind dit een bijzonder lastige uitspraak. Ergens voel ik wel met Ouweneel mee, maar in de praktijk kan ik er niet zo mee omgaan. De Heilige Geest is aan het werk tijdens mijn (preek)voorbereiding en op school heb ik ook geleerd dat je als prediker ook zelf voor 100% verantwoordelijk bent voor de boodschap. Onvoorbereid de preekstoel op en het dan maar van de Geest verwachten, dat past niet bij mijn eigen verantwoordelijkheid. Natuurlijk bedoelt Ouweneel dat ook niet, maar ligt ‘de waarheid’ dan ergens in het midden van gedegen voorbereiding en het open laten voor de Geest?
Hoe denk jij daar over?
12/11/2012 op 16:39
N.B. Deze titel kwam ik vandaag nog tegen. Een boek wat wellicht ook past bij je prekenserie: http://www.bol.com/nl/p/een-geest-van-overvloed/9200000001648445/
12/11/2012 op 20:17
Beste Lennard,
Dank voor je reactie! Ik herken natuurlijk ook wel de ‘lastigheid’ van de uitspraak van Ouweneel. Maar ik denk dat algemeen gesproken het werk van de Geest door predikanten in de gereformeerde traditie wel eens wat te veel in het preekvoorbereidingsproces wordt gelokaliseerd en te weinig in de acte van het preken.
Overigens gaat het beslist niet om ‘onvoorbereid preken’. Dat is ook niet wat Ouweneel bedoelt. Het is in dit verband wel zinvol om onderscheid te maken tussen de voorbereiding van de preek en de voorbereiding van de prediker (zo spreekt iemand als Martin Lloyd-Jones daar ook over). De prediker mag beseffen dat hij niet alleen door middel van de (al dan niet uitgeschreven) preek maar ook in eigen persoon dienstbaar is aan het spreken van de Geest.
‘Niet alleen met woorden maar met betoon van Geest en kracht.’ Veel preekvoorbereiding en prediking (in gereformeerde kring) richt zich wellicht toch teveel op de (uitgeschreven) woorden en te weinig op ‘Geest en kracht’.
Het heeft ook met loslaten en overgave te maken: waarom wil ik als prediker per se elk woord, elke zinswending hebben voorbereid en op papier gezet? Dat lijkt heel erg verantwoordelijk, maar het beperkt ook de ruimte op het moment van het preken zelf, als je als prediker in contact met de hoorders die je voor je ziet en in contact met de Geest die op dat moment ook aan het werk is ook nog mag zoeken naar woorden en zinnen.
Nogmaals: dit gebeurt op basis van goede voorbereiding van deze ene preek maar ook op basis van het voor veel predikanten al jarenlang bezig zijn met woorden van God en jarenlange ervaring met (s)preken in de Geest.
Hartelijke groet,
Jos
12/11/2012 op 18:31
In het afgelopen weekend hebben we met zo’n 50 vrouwen ongelooflijk veel liefde van Gods Vaderhart ervaren, we zijn heel dicht aan de voeten van Jezus geweest en we hebben een bijzonder krachtige werking van de Heilige Geest ervaren in een mooie balans, maar het was oneindig veel meer dan we konden bidden of bedenken! Als we God meer en meer naar Geest en waarheid leren kennen en zijn liefdevolle Vaderhart ervaren, dan kunnen we echt rusten aan de boezem van de Vader en dan kennen we onze identiteit en kunnen we echt onze plek innemen…http://www.epafras.net/index.php/activiteiten/wwjb-conferenties