Het is de laatste tijd wat rustiger op mijn weblog. Dat heeft onder meer te maken met het feit dat we (ons gezin) een paar intensieve maanden achter de rug hebben waardoor er weinig gelegenheid was om te bloggen. En ik weet nog niet precies of de komende maanden nu juist wel of juist niet meer ruimte gaan opleveren.

Er staan in ieder geval grote veranderingen op stapel. Want ik heb het beroep dat door de Gereformeerde Kerk van Zwolle-Centrum, de Plantagekerk, op mij is uitgebracht aangenomen. Daarmee gaat er binnenkort een einde komen aan een periode van tien jaar in de Fonteinkerk in Haarlem. Dat levert dubbele gevoelens op. Want de jaren in Haarlem, een toch tamelijk geseculariseerde stad met weinig christenen, waren mooi en vol zegen en ik kan nog niet zo heel goed overzien hoe het zal voelen om daarvan afscheid te nemen. Tegelijk is het mooi om op een nieuwe plek verder te kunnen gaan in een jonge, grote en vitale gemeente in een stad waar je (zo kijk ik daar vanuit Haarlem in elk geval naar) struikelt over de christenen waaronder erg veel van de gereformeerde kleur.

Het komende kwart jaar (of drie maanden) staan in het teken van de overgang van Haarlem naar Zwolle. Dat vraagt natuurlijk ook om reflectie. Hoe was het in Haarlem en hoe gaat het er verder? Wat betekent hem eerst predikant te zijn van een kleine stadsgemeente in een ontkerkelijkte stad en dan van een grote stadsgemeente waar nog vele andere grote stadskerken zijn van evangelische en gereformeerde signatuur? Wat betekent ‘geestelijk leiderschap’ als ik terug kijk op een tienjarige periode in Haarlem en vooruit kijk naar de tijd in Zwolle?

In de brieven die ik voor beide gemeenten heb geschreven heb ik dezelfde Bijbelwoorden geciteerd om ze op me in te laten werken in deze transitieperiode van drie maanden en ik reik die Bijbelwoorden ook aan de beide gemeentes aan:

Moge de Vader vanuit zijn rijke luister uw innerlijke wezen kracht en sterkte schenken door zijn Geest, zodat door uw geloof Christus kan gaan wonen in uw hart, en u geworteld en gegrondvest blijft in de liefde. (Efeziërs 3:16-17)

Laat de Geest u vervullen! (Efeziërs 5 vers 18)

Het zijn twee teksten die passen bij het accent op het belang van het werk van de heilige Geest in de gemeente en in iedere christen. Dat sluit aan bij

  • de prekenserie die ik net in de Fonteinkerk heb gehouden (‘Gods Geest in jouw leven‘)
  • het thema van de Zwolse ‘Gods Geest werkt‘-dagen uit 2003-2006 waar ik enkele keren gesproken heb
  • een verlangen dat in de Zwolse gemeente enkele keren onder woorden werd gebracht: niet zo gericht zijn op structuren en organisatie maar op Gods Geest die werkt!

Dus daar wil ik me de komende drie maanden op richten: Hoe werkt de Geest in de gemeente? Hoe komt er meer Geest in de gemeenten? Wat betekent afscheid nemen enerzijds en een nieuw begin maken anderzijds voor onze visie op het werk van de Geest door mensen heen?