jezusleeftAfgelopen vrijdag had Robert Doornenbal een boeiend verhaal in het Nederlands Dagblad: Een kerk die iets wil bereiken. Het ging over de vraag waar de kerk eigenlijk voor is. Mijn samenvatting van zijn antwoord: de kerk is er om ‘instrument, teken en voorsmaak’ van het koninkrijk van God te zijn, met daarbij Jezus als stralend middelpunt. De missie van God is de missie van de kerk.

Doornenebal geeft vervolgens aan dat kerken veelal worden geplaagd door lauwheid, gebrek aan invloed, twijfel, onverschilligheid en zelfs ongeloof. Hij noemt vervolgens drie zaken die nodig zijn. De eerste is: de theologiebeoefening moet, ook aan de universiteiten, sterker gericht worden op de dienst aan de actuele roeping van de kerk in een postchristelijke context (missionaire theologie). De tweede: er moet worden geïnvesteerd in nieuw leiderschap, op een manier die aansluit bij de huidige ontwikkeling van instituten naar netwerkstructuren.

En als derde (daar focus ik nu even op) noemt Doornenbal: de noodzaak van spirituele vernieuwing, zowel op individueel als gemeenschappelijk niveau. In zijn eigen woorden: “Een pijnlijke vraag (ook aan mijzelf) in dit verband is deze: hoeveel slapheid en twijfel in de kerken is er niet domweg te wijten aan ondankbaarheid? Of, anders gezegd, aan een diep ingesleten en door een consumentistische tijdgeest aangewakkerde morele, spirituele en emotionele onverschilligheid over wat of wie wij zouden zijn zonder God? Om die onverschilligheid tegen te gaan, is diepgaande verkondiging van het evangelie behulpzaam. Daarnaast: het gezamenlijk gebed, alsook vormen van geestelijke begeleiding of mentoraat, en kleine groepen die gericht zijn op discipelschapsvorming.”

Daarop moet een gepast ‘Amen’ klinken. Het is overigens nogal wat: ‘spirituele onverschilligheid’. Maar het is wel herkenbaar. Bij alle hartelijkheid, verbondenheid, knusheid, ons-kent-ons-heid en gezelligheid in veel kerkelijke gemeenschappen ontbreekt het soms erg aan verlangen naar gebed, verlangen naar de kracht van Jezus, verlangen naar de vrijheid van de Geest, verlangen naar het diep ingrijpende evangelie, verlangen naar geloofsgesprek, verlangen naar missionaire presentie, verlangen naar relaxed-radicaal discipelschap, verlangen naar het koninkrijk van God op aarde zoals in de hemel, hier en nu al.

Graag omarm ik Doornenbals pleidooi voor spirituele vernieuwing. Ik zie het pleidooi parallel lopen met mijn verlangen naar Kerk 7.0: een eigentijdse kerk die primair op zoek is naar wat de Geest van Jezus vandaag in levens van Gods kinderen wil doen, een eigentijds kerk die gericht is op Christusgelijkvormigheid als ultieme doel, een eigentijdse kerk die een teken en voorsmaak van het koninkrijk van God is, een eigentijdse kerk waar vergeving, genezing en bevrijding worden gevonden als datgene waar mensen ten diepste naar op zoek zijn.

Kerk 7.0 is een manier om dit allemaal met één uitdrukking te zeggen. Kerk 7.0 is de kerk die met hart en ziel belijdt: ‘Jezus leeft!’ En die met groot gevoel van urgentie vraagt: ‘Wie volgt?’