muurIk kwam een heel spannende gedachte tegen toen ik weer eens zat te lezen in Dallas Willards ‘The Divine Conspiracy’. In het Engels gaat het om de ‘law of religious evasion’. Die wet komt hierop neer: wij structureren en onderhouden onze kerken zo dat ze ons beschermen tegen God en ons afschermen  voor echte religieuze ervaring.

Het schijnt een algemene wetmatigheid in de sociale en historische ontwikkeling van instituties dat ze ertoe neigen om de centrale functie waarvoor ze ooit in het leven zijn geroepen te marginaliseren of zelfs te vernietigen. Is dat herkenbaar? Lijkt het er inderdaad soms op dat kerken hun activiteiten organiseren en structureren rond het ontlopen van Godservaring?

Even Dallas Willard zelf aan het woord laten:

“There is very little time and occasion for openness in most of our gatherings because we fear it. We think it may lead  to confrontation, anger, and divisiveness. We are not open because we fear what others will think of us and do to us. If we honestly compared the amount of time in church spent thinking about what others think or might think with the amount of time spent thinking about what God is thinking, we would probably be shocked. Those of us in congregational leadership need to think deeply about this” (blz. 202).

Daar moet ik inderdaad maar eens diep over nadenken. Je kunt de kerk zo organiseren en structureren dat je je beschermt tegen precies datgene waar de kerk voor is: de ontmoeting met God.