Gastblog van Hans Burger

In zijn blog ‘Waarom ik het 450-jarig feestje van de HC niet meevier’ verwijst Jos naar een artikel dat ik in 2001 in Radix heb geschreven. Wat Jos nu schrijft, roept veel reactie op, begrijp ik van hem; het is ook te zien op Twitter. Het valt me op dat in sommige reacties de HC in bescherming genomen wordt. Zelf heb ik op mijn artikel destijds vooral positieve reacties gekregen. Toen ik in 2001 binnen de GKv classisexamen deed om preekbevoegdheid te krijgen, lag het artikel op tafel en werden er ook wat vragen over gesteld. Maar niets gaf mij het vermoeden dat hier een open zenuw zou kunnen liggen. Zou er sinds 2001 iets veranderd zijn?

Als ik het artikel nu herlees, valt me op sommige punten op dat ik preciezer had kunnen lezen. Vandaar dat ik onlangs op een congres over de HC een nieuwe versie [Gospel Presentation and the Structure of the Heidelberg Catechism] heb gepresenteerd als een short paper. Maar dat doet niets af aan het belang van de thematiek.

Waar gaat het om, en waarom heb ik dit artikel destijds geschreven?

Het artikel is ontstaan in een kerkgenootschap (de GKv) waarin de HC een belangrijke plaats innam (er is in 12 jaar veel veranderd). Generaties zijn opgegroeid met het uit het hoofd leren van vragen en antwoorden uit de HC, en met preken over de HC. En dat heeft invloed op hoe we het christelijk geloof begrijpen en uitleggen, op ons christelijk leven en op onze spiritualiteit. Leerstof moet je selecteren en ordenen, in aansluiting op de situatie van je leerlingen. Dat moet in de kerk ook als we het christelijk geloof uitleggen. Zo legt de HC het christelijk geloof uit aan 16e eeuwse ex-roomskatholieken en hun kinderen. Het is een prachtig staaltje van contextuele theologie en is juist daarom van blijvende waarde gebleken.

Maar wat gebeurt er als wij generatie na generatie diezelfde tekst blijven gebruiken? Dan gaat de selectie en de ordening van de HC in onze genen zitten, terwijl de situatie van de leerlingen verandert. Dan is het risico, dat de HC onze spiritualiteit en ons geloof gaat domineren.

Je kunt aanwijzen dat dit in de GKv het geval (geweest) is. Er is een verband tussen het ontbreken van een missionaire discipelschapscultuur en de HC. Er is een verband tussen de HC en de nadruk in gereformeerde spiritualiteit op juridische noties. Terwijl andere beelden voor heil die de Bijbel gebruikt veel minder ter sprake komen: bevrijding, adoptie, genezing, overwinning.

Slechte lezingen van de HC spelen ook een rol, slechte lezingen die gestimuleerd worden door samenvattingen van de HC in Jip-en-Janneketaal, in slogans als ‘ellende-verlossing-dankbaarheid’: ‘Ik ben heel zondig, ik word ervan verlost, en nu moet ik dankbaar zijn.’ Dat is maar een half evangelie, en je wordt er of moe of oppervlakkig van.

Als ik over de HC preek, vraag ik mezelf altijd af: wat zegt de HC wel, wat vind ik daar sterk aan, wat zwak, en wat zegt de HC niet? Het gaat er immers om dat wij nu aan leerlingen uitleggen wat de inhoud van het christelijk geloof is, zodat zij als discipelen van Jezus leren leven. Een eerlijk gesprek over de vraag tot op welke hoogte de HC dienstbaar is aan de uitleg van de leer van de Bijbel, lijkt me belangrijk. Daar kan toch niemand tegen zijn?

Het kader van de wordt HC zomaar de bril waarmee je Bijbel leest. Een voorbeeld. In Johannes 12:31 en 16:8 en 11 gaat het over het oordeel van God in verband met de kruisiging. Heel lang heb ik gedacht dat oordeel van God verbonden is met oordeel over de zonden van individuele mensen. En die verzen in Johannes kon ik dus niet begrijpen. Tot ik besefte dat Gods oordeel breder is. Het is ook een oordeel over het kwaad en over slechte machten. De HC richt je oog op de individuele dimensie van Gods oordeel over zondaren. Maar Gods oordeel is meer dan dat. Gods oordeel is ook dat de duivel veroordeeld wordt (Joh 16:11) en uit deze wereld gebannen wordt (Joh 12:31).

Het domste wat je kunt doen is ontkennen dat de HC de bril kan worden waarmee je de Bijbel leest. Wie wijs is, stelt zich de vraag: in hoeverre is de HC mijn leesbril? En wanneer helpt de HC mij bij het Bijbellezen, wanneer niet?