Voor de vierde keer heb ik het boek nu gelezen. De eerste keer in het Engels en daarna drie keer in het Nederlands, verspreid over een paar jaren. Larry Crabbs ‘De ideale kerk’ (‘Real Church’, 2009) brengt me steeds opnieuw in verbinding met de kern van kerk zijn. Hoe kan het toch dat het zo moeilijk is om daar ook in de kerkelijke praktijk inhoud aan te geven?
Vandaag gaf het Nederlands Dagblad een kleine analyse van de aandacht die in de Nederlandse kerken groeiende is voor het thema discipelschap: navolging staat hoog op de agenda want een kerk die niet focust op (radicale) toewijding aan Christus heeft geen toekomst.
Zelf heb ik er in het afgelopen half jaar ook veel bezinning aan gewijd met name naar aanleiding van het boek ‘Een cultuur van discipelschap‘ van Mike Breen.
En toch mis ik in veel bezinning rond discipelschap een notie die ik juist wel bij Larry Crabb aantref en die vandaag in het Nederlands Dagblad ook wordt aangeraakt door met name Wim Dekker als hij een kritische kanttekening plaatst bij de accenten die Sake Stoppels in zijn boek over discipelschap (‘Oefenruimte‘) legt:
“Stoppels legt in zijn boek de nadruk op de toegewijde kring gelovigen, waarin geen plaats is voor vrijblijvendheid. Ik denk dat je daarmee moet oppassen. De kerk moet ook de plaats blijven waar Christus met zondaren samenwoont. Anders is voor velen geen plaats meer en degenen die overblijven gaan wellicht op de farizeeërs lijken.”
‘De kerk als plaats waar Christus met zondaren samenwoont.’ Dat ligt heel dichtbij de Nederlandse ondertitel die Crabbs boek meekreeg in de Nederlandse vertaling: ‘Waar onvolmaakte mensen God ontmoeten’. In dat boek levert Crabb ook tot nadenken stemmende kritiek op de missionaire beweging. Daarin wijst hij aan dat missionaire activiteiten naar buiten toe wel eens te weinig aandacht hebben voor het gegeven dat alles begint in het hart van mensen. En over dat hart valt niet altijd veel goeds te melden. In ons innerlijk zijn wij, aldus Crabb, gebroken, onvolmaakte, egocentrische wezens. Juist in onze omgang met elkaar, in onze relaties, komt dat al heel snel naar buiten. Larry Crabb over de missionaire beweging:
“We besteden enorm veel energie aan missionaire activiteiten en schenken nauwelijks aandacht aan de kwaliteit van onze relaties. Ik denk dat ik wel weet waarom: het is gemakkelijker en biedt snellere vervulling om actief te zijn in het koninkrijk dan om met koninkrijksburgers om te gaan. (…) Oorzaak nummer één van uitputting op het zendingsveld wordt nog steeds gevormd door gespannen relaties onder zendelingen. Hebben we nog niet geleerd dat uiterlijke goedheid de innerlijke slechtheid niet opruimt, dat missionair bezig zijn niet noodzakelijkerwijs leidt tot eenheid in de gemeenschap?”
Met de tendens van de analyse in het Nederlands Dagblad vandaag ben ik het helemaal eens: discipelschap (navolging) is voor de Nederlandse kerken een thema dat hoog op de agenda staat en moet staan. Maar ik denk dat we daarbij een stevige scheut Larry Crabb nodig hebben zodat we worden bewaard voor een naïef optimisme dat de ogen sluit voor het gegeven dat missionair werk (naast werk van de Geest ook echt) ménsenwerk is en dat het van het allergrootste belang is dat mensen die missionair (willen) zijn eerst ook heel goed weten wat er zich in hun ziel allemaal afspeelt.
Daarom wil ik de komende tijd opnieuw nadenken over discipelschap, maar dan vanuit een Larry Crabbiaans perspectief. En dat zal betekenen dat er veel aandacht is voor spirituele theologie, spirituele vorming en spirituele gemeenschap als noodzakelijk fundament voor spirituele missie c.q. een missionaire beweging naar buiten toe.
Ik schreef al eerder over Larry Crabbs inzichten:
- Echt kerk zijn
- Onversneden narcisme
- Waar ben ik nu helemaal mee bezig?
- Hoe word ik vriendelijk(er) 1 – 5
Je kunt op deze blog ook zoeken op ‘Larry Crabb’ of ‘spirituele gemeenteopbouw’.
23/12/2013 op 19:57
moeten we er ook niet voor oppassen dat we als kerk niet teveel regels opleggen? We moeten discipel zijn, maar moet dat door een vastgelegd patroon? Teveel regels leiden af en gaan vaak ten koste van. Laten we eerst maar zover komen dat we het van Hem verwachten en in alles op Hem vertrouwen en ons aan Hem overgeven. Als we zover zijn laten we dat in ons leven zien en ben je dan niet bezig als discipel?
23/12/2013 op 21:18
Ha Jos, mooi je gedachten hierover te lezen, raakt aan de andere boeken als “midden in het leven ” van Tim Chester & Steve Timmis.
Maar vooral een boek over de kern van gemeente zijn van al een oude voorganger uit de VS, Jerry Cook (“ Liefde, aanvaarding en vergeving “ , 1981, uitgeverij Gideon), echt een aanrader ! Mocht je em niet hebben, ga ik em via bol.com voor je zoeken, echt top boek !
Maar goed, ook Larry Crabb beschrijft deze zelf kern …
24/12/2013 op 00:28
Heldere analyse wat mij betreft. Shalom.
24/12/2013 op 20:08
Wat leerde Christus Zijn discipelen,
Matth 16; 24-27
Zo iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelve, en neme zijn kruis op, en volge Mij. Want zo wie zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen; maar zo wie zijn leven verliezen zal, om Mijnentwil, die zal het vinden. Want wat baat het een mens, zo hij de gehele wereld gewint, en lijdt schade zijner ziel? Of wat zal een mens geven, tot lossing zijner ziel.
Zie hier de wet van het discipelschap en de voorwaarden.
Achter Christus komen, Hem niet voor de voeten lopen of voorschrijven.
Zelfverloochening, wat een harde les is en tegen vlees en bloed ingaat.
Wij moeten ons zelf verloochenen voor Christus, voor onze broederen en voor hun welzijn. Wij moeten ons zelf verloochenen voor onszelf en de lusten van ons vlees verloochenen ten gunste van onze ziel
Het kruis opnemen.
Lijden, beproevingen, vervolgingen en alle moeite die ons ten deel valt wegens het goed doen of wegens het niet doen van wat kwaad is.
Volg mij.
In het bijzonder in het kruis dragen.
Laten wij niet bij vlees en bloed te rade gaan maar bij onze Overste Leidsman en Voleinder des geloofs.
Groet, Jan.
24/12/2013 op 20:33
dankjewel Jos Douma
25/12/2013 op 15:03
Fijn, zo je hier de aandacht vestigt op de zinnige dingen die Crabb schrijft.
Voor we discipelen, werkers, zendelingen en weet-niet-wat werden, waren we GELIEFDEN. Als we daar – bij het geliefd zijn en de gemeenschap – niet beginnen, eindigen we in activisme en burn-out. Ik zie dat regelmatig in de pastorale praktijk.
De liefde (shalom, rust, vreugde, …) van God leren ontvangen is een kunst. Kijk naar de lelies in het veld… Of naar de ranken aan de wijnstok – die bloeien en dragen vrucht omdat ze zich laten VOEDEN door de Wijnstok!