Gastblog van Wim van der Schee als bijdrage aan het gesprek over de theologie van Tom Wright en de overeenkomsten met de theologie van New Wine.

Er zijn mensen die alles onthouden wat ze lezen, inclusief bladzij-nummer in de tekst. Ik ben niet zo’n geheelonthouder. Hoogstens merk ik dat ik na het lezen van een goed boek over dingen anders ben gaan denken. Soms blijven daar namen van schrijvers mee verbonden, maar al te zeker ben ik daar na een tijdje vaak niet meer van. In ieder geval is de naam van Tom Wright bij mij verbonden gebleven met een eyeopener over het ‘koninkrijk van God’: dat is wat er gebeurt als God als koning gaat optreden.

Met die gedachte werd in één keer een valse tegenstelling overwonnen die al heel lang meedoet in discussies over dat ‘koninkrijk’: gaat het om een ‘koninkrijk’ (in onze betekenis van het woord, zoals in Koninkrijk der Nederlanden) of om ‘koningschap’ (de manier waarop de koning zijn functie uitoefent). Het Griekse woord (βασιλεία) heeft beide betekenissen tegelijk in zich. En dat is ook logisch: bij klassieke koningen hangen ‘koninkrijk’ (rijksgebied) en ‘koningschap’ (optreden) nu eenmaal direct samen. Een groot koning verovert of verkrijgt een groot koninkrijk door de manier waarop hij koning is. Het onoverzienbare rijk van Alexander de Grote is direct verbonden met zijn veldheer- en leiderschap. In mijn herinnering was het Tom Wright die me op het spoor zette van: zo is het ook met Gods koninkrijk/koningschap: wat er van zichtbaar, merkbaar etc. is hier op aarde is één op één verbonden met de manier waarop God als koning optreedt.

Het is wat mij betreft heel duidelijk dat de levende God van Israël als koning is gaan optreden in zijn Zoon Jezus, de Messias. Even duidelijk is dat de manier waarop Jezus leeft en handelt niet de manier is van ‘normale’ koningen en machthebbers. Hij speelt zijn leven niet via de band van macht of geweld, maar leeft in de Geest van concrete liefde (Zach. 4: 6), van een eenvoudigweg geven zonder verwijt (Jak. 1: 5), van een overwinnen van het kwade door het goede (Rom. 12: 21). Als er al sprake is van kracht gaat het om wat de meeste mensen zwakheid noemen (2 Kor. 12): alles van waarde is weerloos.

Op deze manier is God in Jezus als koning gaan optreden. Dat is dus voor ons niet alleen maar een kwestie van toekomst. Het is in Jezus al begonnen. Dus wat er ook nog komt, het heeft in ieder geval ook al een geschiedenis in Hem. Tegelijk is het te simpel om te zeggen: het koninkrijk van God is hier al. Zolang Jezus op aarde rondging en leerde heeft hij nooit meer gezegd dan dat het koningschap/koninkrijk vlakbij is. Het moment dat dit ‘vlakbij’ overging in ‘aanwezig’, het moment dat Jezus heel zijn onderwijs in praktijk gebracht heeft, en inderdaad het kwade overwon door het goede — zijn kruisdood — is tegelijk het moment dat Jezus uit het publieke leven verdwijnt. Hij verschijnt als de Opgestane alleen nog aan zijn leerlingen, en dat bovendien op een geheimzinnige manier, die doet denken aan de manier waarop God zelf in het Oude Testament verschijnt: in het voorbijgaan (Ex. 33: 23).

De manier waarop Jezus koning is in het heden wordt daardoor getekend: hij is voor mensen verborgen in God (Kol. 3: 3). Zijn hemelvaart is zichtbaar geweest voor zijn leerlingen, maar geen publieke aangelegenheid. Ze bevestigt niet alleen dat aan Jezus werkelijk alle macht gegeven is in hemel en op aarde (Mat. 28: 18), maar ook de verborgenheid daarvan. De hemel is niet ver weg, maar de voor mensen verborgen aanwezigheid van God zelf. Juist zo verborgen is Jezus bij ons tot aan de voltooiing van de wereld (Mat. 28: 20).

Het is mij gaan opvallen dat deze verborgenheid van Jezus’ koningschap en daarmee ook de verborgenheid van de effecten daarvan (van het rijksgebied, om zo maar te zeggen), in de meeste discussies over het koninkrijk geen rol speelt. Voor mensen die heel het koninkrijk in de toekomst plaatsen telt de verborgen aanwezigheid kennelijk niet mee. Voor mensen die het koninkrijk in het heden trekken lijkt vooral de verborgenheid van die aanwezigheid niet mee te tellen. Er moet kennelijk op de ene of de andere wijze eenduidig over Jezus’ koningschap hier op aarde gesproken en gedacht kunnen worden. Dat gaat niet lukken omdat er zo, linksom of rechtsom, ontkend wordt wat nu de werkelijkheid is: Jezus heerst als koning in Gods stijl en in zijn verborgenheid.

Beide hebben te maken met wat ik maar Gods terughoudendheid noem. Hij is liefde en wil geliefd worden. Hij dringt zich daarom niet op en manipuleert niet. Hij verbergt zich in mensen en in gebeurtenissen, in mensenwoorden en in menselijke handelingen als doop en avondmaal, handoplegging en zalving. Al die dingen houden een meerduidigheid. Je kunt God er pas in herkennen als Hij in Christus’ liefde je hart veroverd heeft. Liefde ontdekt zichzelf alleen aan liefde. Voor een andere beschouwer is alles waarin God zich geeft ook anders uit te leggen. In die terughoudendheid is God drie-enig, voor zover ik zien kan, volkomen consistent en consequent. Het is zijn manier van communicatie met mensen die volledig wordt bepaald door wat Hij zelf is: liefde.

Het lijkt me de moeite waard om van hieruit te kijken naar de discussies over bijzonder ingrijpen van God, bijzondere gaven van de Geest, bevrijdingspastoraat, direct spreken van God tot mensen nu. Al die dingen lijken me geen kwestie van een ‘al gekomen zijn’ van het koninkrijk tegenover een ‘nog niet gekomen zijn’ ervan. Ze hebben juist allemaal deel aan de veel algemenere verborgen aanwezigheid van God op aarde, en aan de meerduidigheid daarvan.

Alle ‘special effects’ van de Geest zijn ook geconditioneerde menselijke ervaring. Mensen léren in tongen spreken, léren Gods stem horen in hun eigen hoofd; gebedsgenezing vindt alleen plaats bij sterk psychosomatische kwalen of opereert in het grijze gebied van wat we nog niet weten over de mogelijkheden en onmogelijkheden van de somatiek; de kwade machten die bestreden worden in het bevrijdingspastoraat hebben een sterk cultureel-bepaalde verschijningsvorm, pas als je je leven hebt leren ervaren in termen van goede en kwade machten ‘werkt’ het überhaupt. Bij werkelijk alle bijzondere ervaringen van God kan ook de herinnering opkomen dat Maria alleen aan roomsen verschijnt, en er is wel degelijk een verbinding tussen de rol van speed en LSD in de ‘sixties’ en de rol van de Geest in allerlei charismatische stromingen.

Bestaat het daarom allemaal ‘eigenlijk’ niet? Gaat het dus om illusies en inbeelding? Ik zou niet weten waarom. Net zo goed als Gods verborgen aanwezigheid uitkomt in ons zelfgebakken brood voor elke dag, in het kind dat Hij ons geeft (of niet geeft), in medicijnen en therapieën, kan die uitkomen in dit soort ervaringen die we bijzonder noemen. Of en hoe het ook werkelijk zo is blijkt in de geest die er uit spreekt, in het passen bij wie Hij is, en blijkt op den duur en achteraf. Of die nieuwe baan waar je zo om gebeden hebt een zegen van God is of een beproeving van zijn tegenstander weet je pas na zoveel tijd — en in veel opzichten blijft de dubbelzinnigheid van dit soort dingen tot aan het laatste oordeel.

Er is ook werkelijk een communicatieve kant aan al deze dingen. God verbergt zich in een onttoverde cultuur op een andere manier dan in een betoverde. Zijn tegenstander doet dat trouwens ook: bezetenheid komt bepaald niet alleen op een occulte manier uit. Als westerse mensen de indruk hebben dat er weinig ‘wonderen’ gebeuren is dat niet meer dan logisch: juist voor ons zou het een verkeerd communicatie-middel zijn, zou het dwingen en niet winnen. Waar allerlei ‘wonderen’ ervaren worden blijft juist de meerduidigheid (is dit van God of van de goden, de voorouders, de krachten?). Ik zou niet weten waarom we hierin jaloers zouden moeten zijn op mensen uit andere culturen dan de onze, of vinden dat het eigenlijk ook bij ons allemaal zo zou moeten gaan.

Wat ik in ieder geval niet geloof is dat Jezus in het heden Gods verborgenheid zou doorbreken en mensen zou dwingen of manipuleren met directe en ondubbelzinnige aanwezigheid. Waar verlangen naar bijzondere ervaringen in feite een verlangen is naar een dergelijke eenduidigheid lijkt het mij vragen om illusies en inbeelding en een teken van postmoderne wereldgelijkvormigheid. Waar het ontwijken van bijzondere ervaring in feite een ontvluchten is van de aanwezigheid van de God van altijd meer dan je denkt lijkt dat mij een niet passende zelfgekozen armoede en een teken van platte secularisatie.

Heeft dit uiteindelijk nog iets met Tom Wright te maken? Misschien wel niet. Ik voel me thuis bij de nuchtere en relaxte manier waarop hij vertelt dat de kerk hier altijd mee bezig is geweest. Maar als er iets uitvergroot moet worden uit de manier waarop Jezus nu koning is, zou ik niet zo snel kiezen voor de accenten van New Wine, de Alpha-cursus of andere vormen van de zoveelste golf charismatische vernieuwing.

Het lijkt me in onze actualiteit een stuk belangrijker om trouw te zijn, recht te doen en nederig te leven met God, om te leven vanuit het vertrouwen dat Jezus koning is en niet het roofkapitalisme de dienst uit maakt, om te leren beseffen dat we ook in Nederland onder een slecht regime leven, om te helpen en te protesteren waar blijkt dat we in Europa alleen aan rijke-burger-rechten doen en mensenrechten op straat gooien of laten verzuipen in de Middellandse Zee, etc. Het zijn allemaal dingen waar Wright een stuk meer mee doet dan met genezing en bevrijding. En dat lijkt me dus terecht.