humusDeemoed. Discipelschap. Deemoedig discipelschap.

Hoe klinkt dat? Deemoedig, diep en duurzaam discipelschap. Dat allitereert in elk geval heel goed. Maar is dit ook wat we zoeken? Is dit wat we willen vinden?

Het gesprek over discipelschap (dit gesprek heeft een eigen waarde naast de dagelijkse praktijk van discipelschap maar beslist niet in plaats daarvan) kan wel wat meer deemoed gebruiken. Dat is al een paar blogs lang mijn stelling, mijn zoektocht ook. Want kwetsbaarheid, spiritualiteit van beneden, het neerwaartse pad van Christus – het brengt ons allemaal onontkoombaar bij die klassiek en wellicht vergeten christelijke deugd van de deemoed.

Anselm Grün pleit ervoor in zijn boek ‘Spiritualiteit van beneden’. Het laatste hoofdstuk is eraan gewijd: ‘Deemoed en humor als grondkenmerk van het christelijk bestaan’.

Deemoed is geen deugd die wijzelf kunnen bewerkstelligen, maar zij is uitdrukking van godservaring en van een besef van eigen werkelijkheid. En deemoed is de weg van afdalen in de eigen humus, in de eigen aardsheid. Dit vertrouwd raken met de eigen humus in ons leidt tot humor. Het is een wezenlijk aspect van de deemoed dat zij overgegeven is, dat zij op humorvolle wijze omgaat met de eigen werkelijkheid en met de wereld. Maar deemoed beschrijft ook de weg van de mislukking, de weg naar het nulpunt, waar ons leven lijkt te breken, maar waar het juist voor God wordt opengebroken. (blz. 86)

Anselm Grün wijst er ook op dat Benedictus in zijn Regel het langste hoofdstuk wijdt aan de nederigheid, de deemoed, de humilitas:

Het hoofdstuk over de humilitas (= nederigheid) beschrijft niet de weg van de monnik van deugd naar deugd, maar zijn geestelijke weg, de innerlijke weg, de weg van de menselijke rijping en van beschouwing, de weg van de groeiende godservaring. De weg van de humilitas leidt via het afdalen in eigen aardsheid en menselijkheid tot God. (blz. 29)

Augustinus waagt zelfs de uitspraak dat zonde, verbonden met deemoed, beter is dan deugd zonder deemoed. De deemoed opent mij voor God. En juist de zonde kan mij dwingen tot overgave. (blz. 30)

Deemoed en discipelschap. Het is niet de meest voor de hand liggende verbinding. Toch kon het wel eens zijn dat groei in discipelschap allereerst groei in deemoed betekent. En ook andersom: groei in deemoed betekent groei in discipelschap. Het al eerder genoemde boek van Stephen Cherry kan hier wellicht een belangrijke rol spelen: ‘Barefoot Disciple: Walking the Way of Passionate Humility’. En ook dit is een veel belovende titel, een boek van John Dickson: ‘Humilitas: A Lost Key to Life, Love, and Leadership’.

Deemoed: een verloren sleutel tot discipelschap?