Geloven is niet een set overtuigingen maar een set praktijken. Dat is de basisgedachte achter enkele blogposts die ik nu schrijf over ‘geloven in praktijken’. De eerste kun je hier lezen.
Na de omschrijving van praktijken die ik al doorgaf, nu een benadering met wat andere accenten. James Nieman geeft in een (Engelstalig) artikel over de vraag waarom het concept van praktijken van belang is, dat praktijken vijf kenmerken hebben. Praktijken zijn: gemeenschappelijke (1), betekenisvolle (2), strategische (3) en doelgerichte (4) activiteiten (5).
Een korte toelichting. In je achterhoofd kun je als voorbeeldpraktijken denken aan: samen eten, gastvrijheid betonen of lectio divina.
Activiteiten. In praktijken doe je iets, je bent actief. Een praktijk bestaat altijd uit een cluster van activiteiten die samen betekenisvol zijn en het eigenen van een praktijk kleur geven.
Gemeenschappelijk. Praktijken dragen altijd gezamenlijkheid in zich. Dan betekent niet per se dat je altijd als groep iets doet. Maar praktijken hebben wel altijd een traditie omdat veel mensen er in geparticipeerd hebben en dat nog steeds doen.
Betekenisvol. Praktijken zijn vol van betekenis. Niet op de manier van: er zijn eerst inzichten en overtuigingen en ideeën die vervolgens in praktijk moeten worden gebracht. Nee, praktijken genereren zelf betekenis.
Strategisch. Aan elk praktijk ligt een plan ten grondslag om bepaalde zaken op een bepaalde manier aan te pakken. Er worden bepaalde ’tactieken’ toegepast. Op dit strategische niveau kun je door oefening in de loop van de tijd ook beter worden in het praktiseren van de betreffende praktijk.
Doelgericht. In zeker zin is dit de belangrijkste kwaliteit van een praktijk: ze hebben een doelgerichtheid in zich, ze hebben een telos, zijn teleologisch gericht. Praktijken doe je om iets te bereiken, ergens in te groeien. Het vormen van karakter en het ontwikkelen van deugden vormen de kern van deze doelgerichtheid.
In een volgende blogpost ga ik verder over die doelgerichtheid door iets meer te zeggen over karaktervorming en deugden.
15/06/2015 op 11:55
Om eerlijk te zijn snap ik het niet helemaal. Is het niet zo dat je algemeen kan stellen dat achter elk bewust menselijk handelen (praktijken) een overtuiging zit? Wat is nu het ‘punt’ wat je met deze reeks aan wilt snijden? Blog 1 over dit onderwerp deed bij mij deze vraag boven komen, maar blog 2 nu helemaal (voor mij een beetje algemeen en dus diffuse managementtaal). Sorry Jos, je neemt me nog niet mee …
15/06/2015 op 12:15
Dag Hans,
Dank voor je feedback. Ik kan me voorstellen dat het wat aan de abstracte kant is wat ik momenteel schrijf en dat het daardoor niet lukt om je mee te nemen.
Wellicht helpt het als je het document achter de volgende link leest: https://verlangennaarhetgoedeleven.files.wordpress.com/2015/06/verlangen-naar-het-goede-leven-gemeentethema1.pdf
16/06/2015 op 10:53
Boeiend wat je schrijft Jos! Ik lees geïnteresseerd mee. Wat je schrijft doet me ook denken aan ‘Het heilige gebeurt van prof. Immink en zijn nadruk op deelnemer i.p.v toeschouwer zijn. Het woord praktijk is zoveel breder dan activiteiten en daardoor minder activistisch. Zou ‘bedoeling’ ipv ‘doel(gerichtheid) in dat kader passen? Ik zocht onlangs naar het verschil tussen beide en stuitte op http://www.stichting-csc.nl/column.php?id=156