abdijsionEen paar weken geleden schreef ik over Discipelschap en het monastieke verlangen. Ik stelde toen de vraag hoe de aandacht voor discipelschap zich verhoudt tot het monastieke verlangen dat ook vrij breed aanwezig is in de kerken? En ik vroeg: Is een missionaire kerk misschien allereerst een monastieke kerk?

Vandaag formuleer ik de vraag: Is monastiek het nieuwe missionair? Of iets anders geformuleerd: kunnen we ons voor het missionaire verlangen van kerken om relevant aanwezig te zijn met het goede nieuws van het koninkrijk van Jezus niet diepgaand laten inspireren door een monastieke spiritualiteit? Vanuit drie invalshoeken wil ik daar wat meer over zeggen.

1. Afgelopen zaterdag bezocht ik Abdij Sion in Diepenveen (in de Cisterciënzer traditie). Deze abdij staat te koop en er is een vrij grote groep met name protestantse christenen uit de omgeving van Zwolle en Deventer die ervan dromen dat de bestemming van deze abdij toch in de lijn mag blijven van de huidige bestemming: een plek om God te zoeken en door hem gevonden te worden.

Ter voorbereiding op het bezoek aan Abdij Sion ging ik op verkenning uit op de site van de abdij: www.abdijsion.nl. Ik kwam een document tegen dat we zeer trof omdat het opende met een Bijbeltekst die voor mij al vele jaren een bron van inspiratie is: 2 Korintiërs 3:18. Het gaat om een document (Ratio Institutionis) waarin beschreven wordt hoe de vorming van monniken en monialen gestalte moet krijgen en wat de essentie c.q. het charisma is van de cisterciënzer spiritualiteit: ‘Geroepen om omgevormd te worden naar het beeld van Christus’. In de Proloog staat het zo (Proloog.2):

Het doel van de monastieke weg is een groeiende omvorming van de persoon tot gelijkenis met Christus door de werking van Gods Geest.

Enkele andere aansprekende citaten uit dat document, met nu even een accent op een belangrijke klooster-praktijk, die van de Lectio Divina:

In deze school van de liefde groeien monniken en monialen in nederigheid en zelfkennis.Zij leren beminnen naarmate zij de diepten van Gods barmhartigheid in eigen leven ervaren. Beetje bij beetje bevrijd van valse zekerheden groeien zij in afhankelijkheid van God en snellen met een verruimd hart voort langs de wegen van zijn dienst (Proloog.4).

De verschillende aspecten van de cisterciënzer levenswijze zoals gehoorzaamheid, nederigheid, ascese, eenzaamheid en stilte, voeren alle op hun manier naar die innerlijke vrijheid waardoor men de zuiverheid van harten de ononderbroken aandacht voor God bereikt.Toch herkent men het cisterciënzer charisma vooral aan het heel eigen en delicaat evenwicht tussen lectio, liturgie en arbeid (I.7).

Vooral door hun lectio divina waaraan zij zich trouw op welbepaalde uren wijden, ontwaken monniken en monialen tot geloof in Gods aanwezigheid in hen en rondom hen.Op die manier wordt lectio die leidt tot meditatie, gebed en contemplatie, bron van voortdurend gebed en leerschool in de beschouwing. Hierdoor ontvangt de lezende de genade Gods Woord te incarneren in zijn leven dat zo helemaal omgevormd wordt. Als ascese van het verstand opent de lectio ook het hart tot een ononderbroken luisteren naar God (I.8).

Als ik dit soort teksten tot me neem, denk ik: dit is waar we als kerken ook naar op zoek zijn. Verdieping, bezinning, nederigheid, lectio, liturgie. De monastieke spiritualiteit biedt veel inspiratie voor het diepe discipelschap dat we nodig hebben om op een betekenisvolle manier missionair present te zijn in de samenleving.

2. De voorbije weken ben ik aan het lezen in het recent verschenen boek ‘Anders leven. Hedendaagse monastieke spiritualiteit‘ van Thomas Quartier. Een prachtig boek dat een heel belangrijke bijdrage kan leveren aan een bezinning in protestantse en evangelische kerken op de vraag hoe geloven er vandaag kan uitzien.

Monastieke spiritualiteit is door het zoekende en vragende karakter vaak minder op antwoorden gericht, maar eerder op vragen. Zich te laten vervreemden, aandacht te focussen en openheid toe te laten, kan door vragen bevorderd worden (blz. 156).

Dom Bernardus, abt van klooster Koningshoeven bij Tilburg, schrijft in een lovende bespreking van dit boek:

Eindelijk een gedegen en toch leesbare inleiding in de monastieke spiritualiteit zonder te vervallen in een romantische nostalgie, in managementachtige beschrijvingen of in een infantiele betutteling van eventuele gasten of bezoekers aan monastieke plaatsen. Dit boek is niet ‘het laatste boek dat we allen in verband met monastieke spiritualiteit in handen hebben’, maar het is een ‘must’ voor iedereen met interesse voor dit onderwerp!

Naar mijn mening is de grootste bijdrage die dit boek levert aan het zoeken en verwoorden van een goed gefundeerde hedendaagse monastieke spiritualiteit de gedachte die is uitgedrukt in de titel van dit boek: ‘Anders leven’. Het monastieke leven is anders leven, dat wil zeggen: “een levensvorm die je wakker schudt en wakker houdt”.

3. Vanmorgen kwam ik al googelend rond de thema’s van klooster en kerk en missionair en monastiek terecht op de site van het Monastic Institute van de Saint John’s Abbey (Minnesota, Verenigde Staten). Daar staat een conferentie aangekondigd van 28 juni tot 2 juli 2015: ‘Monasticism: Soul of the New Evangelization‘, Nu denk ik dat ’the New Evangelisation’ in de context van de Katholieke Kerk wat anders betekent dan wat ik nu even ‘het nieuwe missionair’ noem. Maar het trof me dat ik hier verwoord vond wat me de laatste maanden veel bezig houdt. Namelijk: dat veel van de kerkelijke aandacht voor missionair zijn en voor discipelschap misschien gekenmerkt wordt door gebrek aan ‘ziel’. Het is allemaal toch snel weer activistisch en programmatisch. Zou het monastieke onderscheid tussen enerzijds het ‘actieve leven’ en enerzijds het ‘contemplatieve leven’ ons niet kunnen leren dat we vandaag de dag misschien vooral nood hebben aan die contemplatieve dimensie?

Hoe dan ook, het is een boeiende vraag. Is monastiek het nieuwe missionair?

En let wel, het gaat me, monastiek gezien, dus niet om het antwoord, maar echt om de vraag.