ankerplaatsen‘De aandacht voor discipelschap ervaar ik als een adequaat antwoord op een verlangen naar een nieuwe configuratie van de inhoud en vertolking van Jezus Christus in onze huidige missionaire context.’

Zo, dat staat zwart op wit. Ik vind het een prachtige volzin en ben blij dat deze zin is gevloeid uit de pen van Bert de Leede. Hij schrijft in het boek ‘Ankerplaatsen, waar geloven houvast vindt‘ een hoofdstuk over discipelschap als een van de ankerplaatsen waar geloven houvast vindt. Ik heb de rest van het boek niet gelezen, maar alleen het hoofdstuk van De Leede is de moeite van de aanschaf al meer dan waard.

In de voorbije tijd is er veel aandacht gekomen voor discipelschap. En dan klinkt al snel de verzuchting: ‘De zoveelste hype…’. Ik ervaar dat altijd als een wat onverstandige opmerking (ik druk me voorzichtig uit). Maar ja, omdat ik zelf meedoe aan die ‘hype’ ben ik niet de meest aangewezen persoon om daar tegenin te gaan. Bert de Leede kun je er (als ik hem goed genoeg ken) niet van verdenken dat hij meedoet aan hypes. Vandaar dat ik het hoofdstuk dat hij geschreven heeft zo waardevol vind. Nog maar een keer die prachtige zin:

‘De aandacht voor discipelschap ervaar ik als een adequaat antwoord op een verlangen naar een nieuwe configuratie van de inhoud en vertolking van Jezus Christus in onze huidige missionaire context’ (blz. 95).

Valkuilen

Zeker, Bert de Leede waarschuwt ook voor valkuilen (blz. 97-98): 1. Pas er alsjeblieft voor op om de gemeente/kerk te gaan funeren op het geloof, op de geloofsgehoorzaamheid van mensen. 2. Pas op voor biblicistische modeltekeningen van de goede leerling. 3. Pas op voor het overboord kieperen van de kinderdoop ten gunste van de volwassendoop. (Dat laatste is overigens wel erg massief: er mag in de kerk blijkbaar héél veel veranderen, maar van de kinderdoop-opvatting blijf je af! Punt!)

Maar veel boeiender zijn de drie sterke argumenten die De Leede noemt vóór de actualiteit van discipelschap als kernwoord voor christen-zijn in onze postmoderne context.

Sterke argumenten

1. Het zogenaamde zendingsbevel (wat mij betreft zou je dat beter een ‘discipelschapbevel’ kunnen noemen) wijst hier de weg. De vroegchristelijke gemeente van na Pinksteren heeft zichzelf gedefinieerd ‘als gemeenschap van leerlingen van Christus’. Christen worden ‘Mensen van de Weg’ genoemd, ‘Christen zijn wij wanneer wij op de Weg van discipelschap blijven’ (blz. 90).

2. Altijd als er sprake was van scharniermomenten waren in de loop van de geschiedenis hebben de noties van navolging en discipelschap zich opgedrongen aan (groepen binnen) de kerk. Als de tijden kantelen, dan is daar discipelschap. Als voorbeelden noemt De Leede de beweging van de Franciscanen, de nevenbewegingen naast en de opwekkingsbewegingen binnen de kerken van de Reformatie en Dietrich Bonhoeffer in de 20e eeuw. ‘Kennelijk is discipelschap een accent dat past bij bepaalde overgangsmomenten in de geschiedenis van de gemeente in de culturele context. (…) Zo’n moment maken wij nu mee’ (blz. 91).

3. De tijd waarin wij leven vraagt om een accentverlegging in de christelijke spiritualiteit. Bert de Leede noemt het niet minder dan ‘een nieuwe configuratie’. ‘De gemeente is in zijn meest basale gestalte een gemeenschap van volgelingen van Jezus Christus die bij Hem in de leer zijn en blijven. Als wij zien dat de beweging van de christelijke gemeentevorming die kant op gaat, dat veel bewuste gelovigen zoeken naar een actuele vormgeving van hun toewijding en die vinden in ‘discipelschap’, wat zou ons als theologen weerhouden om daar positief in mee te bewegen?’ (blz. 92).

Een nieuwe configuratie

Het gaat dus om een nieuwe configuratie die ook samenhangt met verschuivende spiritualiteit. De Leede schrijft dar ook enkele persoonlijke dingen over. Samengevat komt dat hier op neer: er is bij hem sprake van een verschuiving van rechtvaardiging naar inwijding, naar ‘Christus voor ons’ én ‘Christus in ons’ (blz. 93-94).

Ik herken die verschuiving ook in mijn eigen kerkelijke context en mijn eigen spiritualiteit. Ik zou dan nog wel een stap verder gaan door deze drieslag te hanteren: ‘Christus vóór ons – Christus ín ons –  Christus dóór ons’. Of: ‘geloof – inwijding – uitzending’. Juist dat laatste element (‘Christus dóór ons’ of ‘uitzending’) mag in de missionaire context van vandaag niet onderbelicht blijven.

Woord en Sacrament

De Leede schrijft ook nog over ‘Woord en Sacrament’ en dat de eenheid van Woord en Sacrament een nieuwe doordenking vragen. Dat doet me denken aan de inleidende overdenking die Bert de Leede hield tijdens de theologenconferentie van de IZB over discipelschap op 16 april. In een nabeschouwing (Reflecties over discipelschap na een theologische studiedag) noteerde ik n.a.v. deze overdenking:

Van Bert de Leede, die de opening van de studiedag verzorgde vanuit Johannes 15:1-17, noteerde ik deze uitspraak: ‘Woord en sacramenten, daar kun je mee toe!’ Inderdaad: Woord, Doop en Avondmaal vormen de kern-praktijken van de christelijke gemeente.

Helemaal mee eens dus. Maar pas dan wel op dat je Woord en Sacrament niet (ook ambtelijk) blijft ‘opsluiten’ in de liturgie van de gemeente maar ze zo dynamiseert dat ze ook van betekenis worden voor het leven. Een poging daartoe ondernemen we in het nieuwe kerkelijke seizoen in de Plantagekerk in Zwolle. Daar zal het gaan over ‘Verlangen naar het goede leven‘. Met dat ‘goede leven’wordt eigenlijk niet anders bedoeld dan het leven als discipel van Jezus, discipelschap dus, het door Jezus geschonken leven in al zijn volheid (Johannes 10:10). En we gaan focussen op ‘praktijken‘ (een perspectief dat voor het voortgaande gesprek over discipelschap wat mij betreft heel vruchtbaar zal blijken te zijn) die open zijn naar zowel de (zondagse) liturgie als het (alledaagse) leven:

  • Woord: samen lezen
  • Doop: samen delen
  • Avondmaal: samen eten

Samengevat: ik ben erg blij met dit prachtige hoofdstuk van Bert de Leede over discipelschap als een van de ankerplaatsen waar geloven houvast vindt.