teveldeVanmiddag nam prof. dr. Mees te Velde afscheid van de Theologische Universiteit in Kampen. Hij hield een boeiend betoog over de kerk met als titel: ‘Koninkrijk van priesters, uitnodiging tot een nieuwe dynamiek’ (dat nu al helemaal na te lezen is als je op deze link klikt). Ik vond het een zeer inspirerend verhaal dat het meer dan waard is gelezen en herlezen te worden én om uitgewerkt te worden in de kerkelijk praktijk. Te Velde pleit voor hernieuwde aandacht voor de gemeente, niet voor de gemeente-als-de-ambtelijk-gestructureerde-kerk, maar voor de gemeente-als-koninklijk-priestervolk. Dat vraagt om een nieuwe dynamiek en daarvoor zijn deze zes dingen nodig (daarmee sloot Te Velde zijn verhaal af), die ik hier nu iets ingekort weergeef:

  1. Er is een reframing van onze visie op kerk zijn nodig. We moeten niet vanuit één dimensie (ambt, instituut, kerkdienst) over de kerk denken, maar vanuit drie: kerkelijk leven, persoonlijk leven en seculier leven. Elk van die drie dimensies is een eigen onder de Heer Christus functionerend domein, in verbinding en wisselwerking met de andere domeinen.
  2. Het is nodig dat we seculier leven zien en beleven als in alle onderdelen een aan God gewijd leven. Wanneer we aan en over het seculiere leven weinig boodschap hebben, zal zich dat wreken in een twee-werelden-systeem, misschien wel de grootste valkuil voor de christenheid.
  3. We hebben coöperatie van bijzonder ambt en algemeen priesterschap nodig om een attitude te ontwikkelen die niet concurrerend maar complementair is. Daarbij moeten we geen dilemmatiek creëren tussen het sacrale en het seculiere, tussen rechtvaardiging en heiliging, tussen collectief en individueel, tussen gangbare gemeente-cultuur en doorgaande innovatie. Maar: het ene steeds in correlatie met het andere.
  4. We hebben betrokkenheid nodig op elkaar van diaspora en ekklèsia. Het christelijk leven van maandag tot en met zaterdag in onze huizen, op de werkvloeren, in de scholen is geen geprivatiseerd en willekeurig aanhangsel bij de viering van de zondag, maar het is zelf volop kerk van Christus zijn, niet privé-leven, maar kerkelijk leven! In de gemeente is daarom een dynamiek onmisbaar van Sammlung en Sendung, van ekklèsia naar diaspora en weer terug.
  5. Het is nodig om (interlokaal en oecumenisch) te werken met ordoïde elementen. Die vorm van de ‘orde’ (aparte units naast het gewone gemeente zijn, zoals bijvoorbeeld Eva-allianties, gespreksgroepen van ‘christenen in de zorg’, pelgrimsgroepen en weekends voor beoefening van de lectio divina) is een welkome aanvulling op ons lokaal kerk zijn en verdient vanuit de ‘ambtelijke kerk’ stimulans en begunstiging.
  6. Het is nodig dat er goede voorbeelden worden ontwikkeld. Het komt op het werkelijke leven aan, het gericht instructie krijgen en inoefenen van de dingen. Al die kleine dingen die te vaak onder de radar blijven, maar waar het echte leven van mensen zich afspeelt. Gemeenten die proeftuin hiervoor willen zijn kunnen zich melden.

Ik geloof dat hier door Te Velde een aantal fundamentele denklijnen zijn uitgezet voor vernieuwing van de kerken. Je zou ook kunnen zeggen: de ontwikkelingen die al gaande zijn, de kanteling die al plaats vindt, wordt hier door Te Velde omarmd en aangemoedigd. En dat lijkt me een prachtig afscheidsgeschenk van de TU Kampen aan de kerken! Zelf denk ik dat met name een herziening van de verhouding sacraal-seculier heel erg wezenlijk is. In mijn eigen woorden: het is meer dan nodig dat we onze kerkdiensten seculariseren en dat we ons dagelijkse leven sacraliseren. In de kerkdienst (Sammlung, ekkèsia) als oefenplaats van het goede leven moet het seculiere leven veel meer zichtbaar, hoorbaar en ervaarbaar worden gemaakt. En in ons dagelijks leven (Sendung, diaspora) moeten we veel meer opmerkzaam zijn op de sacraliteit van onze bezigheden en ontmoetingen als vindplaatsen van een Godgewijd leven.