predikantindepraktijkBegin 2016 verschijnt het boek ‘Predikant in de praktijk‘. Aan zo’n 20 predikanten is gevraagd om op 18 vragen een antwoord te formuleren (rond de 225 woorden). Gisteren heb ik de kopij ingeleverd. Hieronder mijn beantwoording van een vraag die op Facebook aardig wat reacties losmaakte. Misschien hier ook wel;-)

Dit is de vraag: “Op welke wijze onderhoudt u contact met de hoorder tijdens preek en dienst? Welke rol speelt volgens u binnenkomst van de predikant en het bestijgen van de kansel hierin?”

En dit mijn antwoord:

“Preken is volgens mij een ontmoetingsgebeuren waarin contact dus een belangrijke rol speelt. Het liefst wil ik daarom geen kansel bestijgen. Ik vind dat preekstoelen fysieke afstand scheppen. En daar heb ik last van. Ik voel veel meer voor het preken vanaf een podium waarop je ook wat heen en weer kunt bewegen.

Toen ik een keer in de Fontein in Zwolle twee ochtenddiensten achter elkaar preekte (het was de eerste keer dat ik daar voorging) ontdekte ik tijdens de eerste dienst dat de lessenaar (geen preekstoel dus) dermate ver van de gemeente verwijderd was, dat me dat op afstand zette. Ik had een preek bij me waar ik niet heel vertrouwd mee was en had mijn aantekeningen op twee a4tjes dus nodig. Maar de tijd tussen de diensten gebruikte ik om de aantekeningen in wat beknoptere vorm op een kleiner papiertje te schrijven dat ik in mijn Bijbel kon leggen, zodat ik tijdens de tweede dienst veel dichterbij de gemeente kom komen staan.

Nu beschikt de prachtige en monumentale Plantagekerk in Zwolle waar ik predikant ben over een klassieke preekstoel. Ik maak daar over het algemeen gewoon gebruik van, alleen al omdat mensen op de achterste rijden me onvoldoende kunnen zien als ik op het podium preek. Maar dat doe ik eigenlijk veel liever. Een preekstoel is een wat mij betreft onnodig symbool. Ik hoef niet hoger dan de gemeente te staan. Het is al meer dan genoeg dat je als predikant letterlijk tegenover de gemeente staat als je preek. Daarin komt al voldoende tot uitdrukking dat het Woord een tegenover is.”