Vluchtelingen. Ze zijn overal. Op zee. Langs snelwegen. In bussen. In opvangscentra. In journaals. In onze hoofden. In onze harten. Zouden al deze vluchtelingen door God naar ons toegestuurd worden zodat christenen en christelijke geloofsgemeenschappen weer een beetje kunnen oefenen met de betekenis van deze woorden uit de Hebreeënbrief (hoofdstuk 12 vers 13): ‘houd de gastvrijheid in ere, want zo hebben sommigen zonder het te weten engelen ontvangen’.
Soms vang ik dit geluid op: ‘Houd de gastvrijheid niet in ere, want zo hebben sommigen zonder het te weten ISIS-strijders ontvangen’. Nu begrijp ik best wel dat die gedachte er is (je kunt nu eenmaal niet altijd helpen wat je denkt), maar als die gedachte zich vastzet, zet ook de angst zich vast (die de bron is van deze gedachte).
Daarom is het belangrijk dat christelijke geloofsgemeenschappen (ook wel kerken genoemd, en tegenwoordig steeds vaker: oefenplaatsen) oefenen in liefde (het tegenovergestelde van angst). Eén van de vele vormen van die liefde (die we van God leren) is gastvrijheid. Want vlak voor die oproep in de Hebreeënbrief staat: ‘Houd de onderlinge liefde in stand en houd de gastvrijheid in ere, want zo hebben sommigen zonder het te weten engelen ontvangen.’
In de Romeinenbrief, hoofdstuk 12, waar we ook worden opgeroepen tot gastvrijheid, is het al niet anders: ‘ Laat uw liefde oprecht zijn. (…) Heb elkaar lief met de innige liefde van broeders en zusters. (…) Bekommer u om de noden van de heiligen en wees gastvrij.‘
Heel opvallend is overigens dat de oproep tot gastvrijheid (die vooral naar mensen buiten de gemeente zal gelden) in beide gevallen wordt voorafgegaan door een oproep tot onderlinge liefde (die vooral mensen binnen de gemeente geldt). Is dit niet een aanwijzing dat dat spreken over ‘de kerk als oefenplaats’ heel bijbels is? En vraagt onze reactie op de vluchtelingenstroom misschien ook niet allereerst dat we ons als christelijke geloofsgemeenschappen oefenen in (de deugd van de) gastvrijheid?
Dat zijn zo wat eerst vragen en reflecties op weg naar komende zondag, als het in de Zwolse Plantagekerk zal gaan over deze vraag: ‘Hoe gastvrij zijn wij voor vreemdelingen?’
21/09/2015 op 15:46
Goed om ook in de diensten aandacht te besteden aan de vluchtelingen. Wat is de nood hoog! En wat hebben zij ons nodig!
Je schrijft: “Zouden al deze vluchtelingen door God naar ons toegestuurd worden …” Ik begrijp de gedachte er achter. Stel dat het klopt wat je zegt, dan is er niet alleen sprake van ‘kerk als oefenplaats’, maar wordt ons ook een spiegel voorgehouden door God! De spiegelvraag is deze: Hoe begaan waren we met de vluchtelingen, voordat ze bij ons op de stoep stonden?
Mijn persoonlijke antwoord: Ik nam het min of meer ter kennisgeving aan … Pas nu ze hier op de stoep staan ben ik wakker geschud. En als ik om me heen kijk velen met mij, denk ik. Deze vluchtelingen hadden al veel eerder hulp nodig. Maar waar was ik toen? Waarom heb ik toen geen kleding ingezameld en nu wel? Waarom heb ik toen geen geld gedoneerd en nu wel? Waarom moesten deze mensen daarvoor eerst bij mij op de stoep staan?
En dat ik de vluchtelingen hier gastvrij onthaal, is dat écht voor hén of is dat (ook) omdat het mij een goed gevoel geeft wanneer ik een glimlach krijg of in hun beste Nederlands ‘dank u wel’ hoor zeggen … Maar zou die vluchteling daar ver weg, buiten mijn gezichtsveld, niet even dankbaar zijn? Waarom moesten deze mensen dan toch eerst bij mij op de stoep staan?
Zo maar wat vragen die mee bezig houden ….
22/09/2015 op 08:20
De Letter doodt,maar de Geest maakt levend