Lezen: Lucas 2:1-14
Als ik het Kerstverhaal dat we net weer hoorden uit Lucas 2 op me in laat werken, komt deze keer vooral bij me binnen dat het zo’n lieflijk gebeuren is. Een jonge moeder. Een baby. Een doek waarin de pasgeborene wordt gewikkeld. Tederheid. Dat is daarvoor het beste woord. Tuurlijk, er is meer: het stralende licht uit de hemel, een hemels leger van engelen dat indrukwekkend zingt, herders die op zoek zijn.
Maar toch: die tederheid, Maria met baby Jezus, gewikkeld in een doek.
Daar klopt voor mij vandaag even het hart van kerst.
*
Dat dat woord tederheid zo bij me naar boven komt, heeft alles te maken met een uitspraak van Paus Franciscus. Wat is hij in die paar jaar een geliefde paus geworden! En waardoor? Omdat hij oog heeft voor de armen. Omdat hij opkomt voor de zwakken. Omdat hij zieken omhelst. Omdat hij voeten wast van drugsverslaafden. Omdat hij babies teder aanraakt en kinderen een knuffel geeft. Zo verkondigt hij het evangelie met dáden. Want dat evengelie gaat over een God van onuitputtelijke liefde. Wat een man. Op mijn twitter-bio heb ik deze week toegevoegd: franciscus-fan.
En ook met wóórden kan hij er wat van. Ik heb deze uitspraak als inspiratiebron genomen voor dit moment, waarin we samen proberen iets van de boodschap van Kerst te pakken: ‘De Zoon van God heeft ons in zijn menswording uitgenodigd tot de revolutie van de tederheid’.
Ja mensen, dat God mens werd, dat is een revolutionaire daad. Het zet de wereld op zijn kop. Een God die mens wordt. Dat vind je niet in andere religies. De Islam, het boeddhisme, het hindoeïsme, New Age – ze zijn op dit punt echt anders. Alleen in het christelijke geloof vind je een God die het lef heeft om mens te worden. Een God die zo dichtbij mensen komt dat hij zichzelf met hen vereenzelvigt. Dat is pas revolutionair! Een God die met beide voeten in de módder van deze wereld gaat staan, dat is écht een revolutionaire God.
*
Dat moeten we vandaag trouwens niet vergeten. Die módder. Kerst gaat over vrede, maar dat heeft alleen zin tegen de achtergrond van oorlog en geweld. Kerst gaat over licht, maar dat slaat alleen ergens op als we ook de nacht in de ogen durven kijken.
Jezus kwam in dezelfde wereld als die waarin wij nu leven. En die wereld typeer je niet zo gemakkelijk met het woord tederheid. Een woord dat daar eerder voor in aanmerking komt is: terreur. De aanslagen in Parijs staan ons nog op het netvlies gebrand. Wat is er veel haat en angst en moord en doodslag in deze wereld. En Parijs raakte ons omdat het zo dichtbij kwam. Maar het is elke dag raak op zoveel plekken in de wereld waar mensen in angst leven, radeloos, zonder hoop. We leven in een wereld waarin honderdduizenden mannen, vrouwen en kinderen op de vlucht zijn. En dan komen ze in Nederland. En dan is daar weer de angst en de terreur maar nu bij Nederlanders die bang zijn voor de vluchtelingen. Geldermalsen bracht het in beeld.
Terreur. Het staat lijnrecht tegenover tederheid. Ze verschillen van elkaar zoals het licht en de nacht van elkaar verschillen. En tegelijk moeten we er ook geen ver van ons bed show van maken. Parijs is ver weg (560 kilometer). En Geldermalsen eigenlijk ook nog steeds (120 kilometer).
Maar terreur en grof geweld doen zich ook in subtielere vormen voor. Het zit in onze gedachten die vaak veroordelend zijn. Het zit in ons hart waarin we anderen hun geluk misgunnen. Het zit in de angst die we hebben dat ons rustige leventje wordt verstoord. Het zit in ons gevoel van bedreigd worden door anderen die beter, knapper, leuker of interessanter zijn dan ik ben. Het zit in roddel en kwaadsprekerij, in agressieve reacties en boosheid als we onze zin niet krijgen. De afstand tot terreur is voor ieder van ons nul komma nul kilometer. Het zit in ons allemaal.
*
En toen kwam Jezus. Als redder. Dat zei de engel immers? Ik kom jullie goed nieuws brengen: vandaag is in de stad van David jullie redder geboren. Hij is de messias, de Heer.’ Hier geen terreur maar tederheid. Hier de onuitputtelijke liefde van God. Hier laat de Schepper zien dat terreur en geweld en haat niets oplossen. En dat terreur ook nooit een antwoord op terreur kan zijn.
‘De Zoon van God heeft ons in zijn menswording uitgenodigd tot de revolutie van de tederheid’. En dan is de vraag: hoe kunnen wij meedoen met die revolutie? Hoe kunnen wij licht in de nacht brengen. Hoe kunnen wij antwoorden met tederheid?
1. Wij doen mee met de revolutie van de tederheid als we onze naaste echt willen zien zoals hij of zij is.
2. Wij doen mee met de revolutie van de tederheid als we bidden voor terroristen in plaats van bang voor hen te zijn.
3. Wij doen mee met de revolutie van de tederheid als we zwervers en daklozen niet uit de weg gaan maar hen welkom heten en omhelzen.
4. Wij doen mee met de revolutie van de tederheid als we vluchtelingen niet argwanend bekijken maar hen in ons hart sluiten en helpen waar dat kan.
5. Wij doen mee met de revolutie van de tederheid als we kwaad niet met kwaad vergelden maar vergevingsgezind zijn.
6. Wij doen mee met de revolutie van de tederheid als we in de kerk werkelijk ruimte scheppen voor iedereen, hoe anders die ander ook is.
7. Wij doen mee met de revolutie van de tederheid als we kwetsbaarheid omhelzen en onze gebrokenheid omarmen zonder te oordelen.
We doen mee met de revolutie van de tederheid die God begonnen is.
Wij zouden er niet aan beginnen. God wel.
Wij zouden allang hebben opgegeven. Jezus niet.
Wij kunnen het niet eens. Maar de Geest van Christus in ons kan het wel.
Doe jij mee met die revolutie van de tederheid?
Geef een reactie