Verhaal Jos Douma tijdens het Symposium over ‘Vol van de Geest, woensdag 25 april 2018, Houten
(1) Een prachtig boek
Beste mensen, wat een prachtig boek over de heilige Geest hebben we als Nederlandse christenen nu in handen! Dat verdient een feestje. En daar zijn we nu dan ook terecht mee bezig. Ik moet eerlijk zeggen dat ik nog niet elke bladzijde van het boek heb gelezen, gewoon omdat het teveel van het goede is. Maar ik las al wel veel. En in de voorbereiding naar deze avond toe moest ik de verleiding weerstaan om uitgebreid te gaan citeren uit dit boek van Peter Halldorf. En dat is niet gelukt: ik heb de verleiding niet kunnen weerstaan en ga nu toch citeren. Enkele citaten die elk voor zich al een krachtige aanbeveling zijn om het boek te gaan lezen en het een fundamentele plek te gaan geven in de Nederlandse bezinning op het werk van de heilige Geest in ons dagelijkse leven.
Citaat 1: “Verandering is een van de meest centrale woorden in het christelijk geloof. ‘Word innerlijk veranderd’, word ‘gelijkvormig’, word ‘vernieuwd’ herhaalt Paulus keer op keer in zijn onderricht. Deze voortdurende verandering is niet een doel op zich, maar heeft als doel dat wij ‘onszelf ’ zullen worden, dat waartoe wij geschapen zijn – een weerspiegeling van God. Het gaat er daarom bij verandering nooit over dat je al je krachten inspant en nog beter je best doet om een ‘beter mens’ te worden. Het gaat over de sprong wagen, over je laten meevoeren met de wind van de Geest en betrokken worden in de goddelijke dans. Met Augustinus horen we God zeggen: ‘Ik zal niet veranderen in jou, maar jij zult veranderen in Mij.’” (blz. 21)
Citaat 2: “Door ons te verbinden met God, niet door te discussiëren over God, kunnen we werkelijk iets weten over God en bij een ander dorst opwekken door wat wij weten. Contemplatie, niet speculatie is de moeder van de theologie. De theologie als een discipline los van gebed en geestelijke levensuitingen kan daarom nooit iets anders opleveren dan grootse gedachtebouwwerken. Maar wanneer theologen vervuld zijn met de Heilige Geest wordt de theologie een vloeiende stroom die ontspringt uit aanbidding en overgave bij allen die luisteren. Jezus’ eigen woorden gaan dan in vervulling door de theologen: ‘Wat ik gezegd heb is geest en leven!’” (blz. 24)
Citaat 3: “Als de wegen van christenen die ‘allen van één Geest [zijn] doordrenkt’ elkaar kruisen, ontstaat er een onmiddellijke herkenning en een diepe ervaring van saamhorigheid. Zo’n eenheid gaat dwars door bestaande verschillen heen. Wat kerkpolitiek onmogelijk lijkt, gebeurt. We ontdekken dat christelijke eenheid geen kwestie is van om alle theologische klippen heen laveren – dat leidt slechts tot kapseizen – maar dat zij zich voordoet op het moment dat we onze ervaringen met de Geest met elkaar delen. Zij die drinken uit dezelfde bron weten dat God slechts één gemeente heeft, al spreken alle theologen van de wereld er hun veto over uit.” (blz. 192)
Citaat 4 (een praktische waarschuwing, in het hoofdstuk over de achtste dag als het tijdperk van de Geest): “De uitrekking van de ziel, distentio, is de belangrijkste oorzaak van burn-out. In korte tijd is dat een volksziekte geworden die de proporties van een contemporaine ramp begint aan te nemen. Burn-outs en stress zijn tekenen van een tekort aan rust, echter niet zozeer rust van het werk maar rust tijdens het werk. Een grote hoeveelheid werk op zich is nooit de oorzaak van burn-out. In tijd gemeten werken we nauwelijks meer dan eerdere generaties, eerder minder. Maar we zijn meer bezet, we ‘hebben’ minder tijd en meer haast. De demon die ons de das omdoet is de versnippering van het bestaan.” (blz. 305)
Zo’n boek, met zulke inzichten, daar zitten we als Nederlandse christenen die op zoek zijn naar de Geest op te wachten. Dank, Peter Halldorf!
(2) Contemplatief en charismatisch
En nu ook nog wat eigen opmerkingen. Wat mij bijzonder aantrekt in het boek is de mooie verbinding van contemplatief en charismatisch geloven. Een half jaar geleden was het voor mij een ontdekking dat er tussen die twee stromen (contemplatief en charismatisch) niet alleen veel in het oog springende verschillen zijn, maar ook een diepe overeenkomst. Deze overeenkomst: een diep verlangen naar de heilige Geest, zich laven aan de heilige Geest die onze dorst lest. Maar die twee stromingen staan wel eens wat naast elkaar is mijn indruk. De contemplatieve stroom legt veel nadruk op stilte, gebed, eenvoud, luisteren, vrucht van de Geest. De charismatische stroom legt veel nadruk op de gaven van de Geest, genezing, profetie, tongentaal. In wat andere woorden: het charismatische verbindt zich gemakkelijk met extraversie en uit-bundigheid, het contemplatieve met introversie en in-bundigheid. Bij Peter Halldorf is er tussen die twee nauwelijks een tegenstelling: ze verbinden zich met elkaar. Zoals hij al in het voorwoord schrijft: “Bovenal is dit een boek over de persoon in wie de Heilige Geest door alle tijden heen het helderst heeft gestraald: de mens Jezus. In Jezus van Nazaret schuilt het antwoord op het geheim van de Geest. Dit geldt zowel voor het leven van de Kerk als voor het persoonlijke leven van een christen. In Hem vallen het contemplatieve en charismatische leven van de christelijke gemeente samen.” (blz. 12-13)
(3) Simeon de Nieuwe Theoloog
Ik maakte, mee via Halldorfs boek, kennis met Simeon de Nieuwe Theoloog die leefde in de 10e eeuw. Deze man behoort – aldus Halldorf – “tot de eersten van een grote menigte die door de geschiedenis heen hebben begrepen dat God veraf is zonder de Heilige Geest, Jezus van Nazaret slechts een raadselachtig figuur en de Bijbel een hopeloze tekst vol tegenstrijdigheden. Maar met de Heilige Geest is alles mogelijk.” (blz. 10)
Ik ervaar wat ik ontdekte over de theologie van Simeon de Theoloog als geweldige bron van inspiratie. Vooral ook waar het gaat om zijn licht-ervaring. Ik voel me aangetrokken tot deze Nieuwe Theoloog uit de tiende eeuw als lichtend voorbeeld van een mystiek theoloog en stadsmonnik. Hij helpt me om meer zicht op het licht te krijgen, het licht als centrale metafoor voor theologie en spiritualiteit. ‘God uit God, Licht uit Licht’.
Al vele jaren raakt het me altijd opnieuw dat het eerste woord van God zo luidt: ‘Er moet licht zijn’. En hoe mooi is het dat Jezus zegt: ‘Ik ben het licht in de wereld.’ En ook nog: ‘Jullie zijn het licht in de wereld. Jullie licht moet schijnen voor de mensen.’
Simeon vertelt zelf over een ervaring van licht, een licht-visioen: “Toen hij op een dag (Simeon spreekt over zichzelf) ergens stond en aan het bidden was ‘God, wees mij, zondaar, genadig’, meer met zijn verstand dan met zijn mond, verscheen er opeens een goddelijk schijnsel in overvloed van boven en vulde de hele ruimte. (…) Hij zag niets dan licht, aan alle kanten, en hij wist zelfs niet of hij nog op de grond stond. Hij was geheel en al verenigd met het licht, ja het leek alsof hij zelf in licht was veranderd. Blind voor de wereld om hem heen werd hij overweldigd door tranen en door onuitsprekelijke en uitbundige vreugde.”
Het trof me dat een moderne ongelovige, zoals Charlotte Rorth zichzelf voorstelt in de ondertitel van haar boek ‘De dag dat ik Jezus ontmoette’ – dat deze moderne ongelovige ook spreekt over een lichtervaring. Rorth is een Deense journalist, ongelovige, tegen wil en dank een licht-ervaring ontvangt: “En opeens werd ik geraakt door een warme goudgele lichtstraal, precies op mijn voorhoofd. Ik voelde de straal naar binnen gaan en langs mijn ruggengraat onderaan naar buiten komen. Ik viel flauw en werd wakker in de natte sneeuw. Ik wist meteen dat dit het licht van God was: ik had me nog nooit zo gezien en zo onvoorwaardelijk geliefd gevoeld.”
(4) Tranen
Als ze later woorden zoekt voor haar ervaring citeert ze onder andere Peter Halldorf die schrijft over de tranen die zij ook zelf had ontvangen. Tranen zijn volgens Halldorf een gave van de Geest, een teken van de Heilige. Zo citeert Rorth Halldorf: “De Geest is het levende water dat opwelt uit ons innerlijk en onze blik zuivert. Die zuivering betreft niet alleen de innerlijke mens maar ook het lichaam en ze wordt zichtbaar in de doop, maar ook in tranen – die daarom vergeleken worden met een gave van de Geest. Het doopwater en de tranenvloed zijn hetzelfde water: het levengevende water van de Geest dat stroomt uit de woestijnrots die openbarst om de mens ziende te maken. Tranen zijn een teken van Gods bezoek. Ze zijn het echte teken van de geestesdoop.” (blz. 253)
Halldorf schrijft – en dat spreekt me ook zeer aan – in één adem over drie gaven van de Geest: “Tranen zijn de taal van de verwondering; ze zijn als gave nauw verwant aan stilte, maar ook aan tongentaal.” (blz. 254) Tranen. Stilte. Tongentaal. Een nieuw rijtje voor mij van gaven van de Geest.
En via de tranen komt Halldorf ook uit bij iets wat we in het christelijke leven hard nodig hebben: een ‘spiritualiteit van de onvolmaaktheid’ Tranen, zo lezen we, “getuigen van de volmaaktheid die bestaat uit een in wording zijn. In de zwerftocht zelf ligt een tekort: we zijn op weg naar iets dat we nog missen. Dit gemis is voor de christelijke mens zowel verbonden met verdriet als met verlangen. We missen juist dat waarvoor we geschapen zijn: gelijkenis met God.
(5) Het licht
Ik wil graag eindigen met een korte contemplatieve oefening met een dichtregel van Ida Gerhardt. Eerst even het hele gedicht. Zondagmorgen heet het.
Zondagmorgen
Het licht begint te wandelen door het huis
en raakt de dingen aan. Wij eten
ons vroege brood gedoopt in zon.
Je hebt het witte kleed gespreid
en grassen in een glas gezet.
Dit is de dag waarop de arbeid rust.
De handpalm is geopend naar het licht.
En nu de oefening. Ik nodig jullie uit om de regel die ik uitspreek hardop na te spreken en daarna even stil te zijn totdat ik opnieuw spreek. Dat herhalen we zeven keer. De regel wordt steeds korter.
(1) het licht begint te wandelen door het huis en raakt de dingen aan
– stilte –
(2) het licht begint te wandelen door het huis en raakt de dingen
– stilte –
(3) het licht begint te wandelen door het huis en raakt
– stilte –
(4) het licht begint te wandelen door het huis
– stilte –
(5) het licht begint te wandelen
– stilte –
(6) het licht begint
– stilte –
(7) het licht
– stilte –
03/01/2021 op 12:09
Geachte heer Douma, dag Jos,
Kort een bericht uit Nieuw-Lekkerland waar je zondag 10 januari wordt verwacht om Theo Bekkema te bevestigen in het ambt als dienaar van het woord van God. Ik mail omdat ik vaststel dat er mij vandaag een doorgaande lijn zichtbaar is geworden tussen waar ik met voormalig predikant Rik Meijer mee bezig ben geweest: het in klein comité lezen en bespreken van het boek van Peter Halldorf: Vol van de Geest en zijn met ons gedeelde conclusie.
Wat betekent dit voor ons? Jezus leven is een voorbeeld voor ons leven. Maar dan niet zonder de Geest, want zonder de heilige Geest leiden onze inspanningen om op Jezus te lijken eerder tot de dood, dan tot leven. Dan word je een moralist, maar geen christen. Dan ben je ‘bijbelgetrouw’ zonder ‘in Christus’ te zijn. En dan blijft Jezus een idee, maar werp je je niet in aanbidding voor Hem neer. Maar door de heilige Geest worden we op een goede manier ‘charismatisch’.
In bovenstaande samenvatting herken ik je ervaring dat het lezen van het boek je soms te veel wordt, gedachten van jaren stromen samen en vinden zomaar een weg.
N.B.: Zondag 10 januari hopen we thuis mee te kunnen kijken en luisteren.
Arjan Damsteeg