De eerste dag van een nieuw jaar is een mooi moment om met iets nieuws te beginnen. In dit geval gaat het om een thema (of liever: een christelijke praktijk) waarmee ik me de komende maanden intensiever hoop bezig te houden: kerk als school van de liefde.

In de afgelopen maand is voor mij deze uitnodiging van Jezus belangrijk geworden: ‘Blijf in mijn liefde’ (Johannes 15:9). Naar deze woorden wil ik luisteren in mijn eigen leven, in de momenten van contemplatie en stilte, maar ook in alle ontmoetingen die er dagelijks zijn en alle dingen die gebeuren). Wat betekent het nu, op dit moment, in deze situatie, in deze stilte, in deze ontmoeting, in deze vergadering om in de liefde van Jezus te blijven? Hoe sta ik op dit moment open voor de stem van Jezus die uitnodigend zegt (terwijl hij me liefdevol aankijkt): ‘Blijf in mijn liefde’.

Is dat niet waar het in de kerk in de kern altijd over moet gaan: liefde? Over de onuitputtelijke liefde van God? Over de liefde voor elkaar? Over de liefde voor onszelf? Over de liefde voor onze vijanden?

In de komende drie maanden zal ik daar met name in de preken die ik in de Plantagekerk hoop te houden mee bezig zijn (en ook hier in blogs op mijn site). Dat moet zich allemaal nog wat uitkristalliseren. Ik ga me in elk geval door drie boeken laten inspireren. Die zet ik hier vast op een rijtje.

Het eerste boek is voor mij al een vertrouwde metgezel: ‘De grote spirituele shift.  Christendom in beweging‘ van Brian McLaren. Voor deze Nederlandse vertaling van ‘The Great Spiritual Migration’ schreef ik in 2018 een voorwoord waarin ik vertelde dat ik met name geraakt was door McLarens pleidooi voor de kerk als ‘school van de liefde’:

Zelf ben ik vooral geraakt door McLarens pleidooi voor de kerk als ‘school van de liefde’. Is dat niet waar het in de kerk om moet gaan: dat we er leren liefhebben? Dat we er leren luisteren naar Jezus’ tegendraadse geboden over bijvoorbeeld de liefde voor de vijand? Heb jij al eens meegemaakt dat er in jouw kerk een cursus werd aangeboden over ‘Hoe heb ik mijn vijand lief?’ En stel dat die cursus werd aangeboden (met ook heel veel praktische oefeningen naast verdiepende momenten van stilte en contemplatie), zou je die dan willen volgen?

Ik wil dat de komende maanden weer oppakken en zo meer handen en voeten geven aan McLarens idee om een curriculum van de liefde te ontwikkelen, een pedagogiek van de liefde voor de christelijke gemeente (mijn aandacht voor de Bergrede als BergRegel zou overigens ook gezien kunnen worden als een bijdrage aan zo’n liefdescurriculum).

Het tweede boek is het pas verschenen boek ‘Hoe een kerk een familie werd. Het verhaal van Hart van Osdorp‘ van Henno Smit (hij en waren collega’s in de tijd dat ik in Beverwijk en Haarlem predikant was, Henno heeft me bevestigd als predikant van Haarlem in 2013). Terwijl ik al die tijd gemeentepredikant ben gebleven in wat je zou kunnen noemen ‘gevestigde kerken’ (in de Fonteinkerk Haarlem, en nu al weer bijna zes jaar in de Plantagekerk Zwolle), is Henno de weg van het pionieren ingeslagen in het Amsterdamse Osdorp. Van de 11 jaren dat hij nu samen met zijn team aan het pionieren is als ‘familie van Jezus in Osdorp’ doet hij verslag in een goed geschreven en boeiend boek dat de moeite van het lezen zeer waard is.

Al lezend (ik ben nu bijna halverwege) heb ik al ontdekt hoezeer de liefde van Jezus de alles dragende grond onder het werk van Hart van Osdorp is. Hart van Osdorp werkt met de slogan ‘Geloven in de buurt’. Prachtig en meeslepend. Maar je zou het woord Geloven ook kunnen vervangen door Liefhebben. ‘Liefde in de buurt’. Maar ik zal in latere blogs hier nog wel wat meer over schrijven.

Het derde boek kwam ik via internet toevallig op het spoor: ‘School van de liefde. Cisterciënzers en hun spiritualiteit‘ van Guerric Arden. Nou ja, toevallig. Ik ben al jaren zeer gecharmeerd van de monastieke spiritualiteit in de cisterciënzer traditie. En ik had al eerder ontdekt dat er een link te leggen valt tussen McLarens ‘school van de liefde’ (Engels: ‘school of love’) en het cisterciënzer monastieke leven dat getypeerd wordt als ‘school van de liefde’ (Latijn: ‘schola caritatis’).

Vermeldenswaard is in dit verband overigens ook dat ik van abt Dom Bernardus van Koningshoeven in Tilburg in oktober 2017 een boek kado kreeg waar ik in mijn studieretraite in 2018 intensief in heb gelezen: ‘Godsliefde. Meditatie – Gulden Brief – Leven van Bernardus‘. In dat boek zijn door dezelfde Guerric Aerden drie werken van de twaalfde eeuwse cisterciënzer monnik Willem van Sint Thierry bijeengebracht waarvan met nam de Gulden Brief me zeer heeft aangesproken en nog aanspreekt. Ook hier dus dat sterke accent op de liefde.

Deze drie boeken dus, als inspiratiebronnen om een stap verder te zetten op de weg van de kerk als school van de liefde. Want:

Wij hebben Gods ​liefde, die in ons is,
leren kennen en vertrouwen daarop.

God is ​liefde.

Wie in de ​liefde​ blijft, blijft in God,
en God blijft in hem.

1 Johannes 4:16