Als uw woorden opengaan, is er licht
en inzicht voor de eenvoudigen.

Psalm 119:130

Vanaf de eerste dag van mijn predikantschap vormen deze woorden een belangrijke leidraad. Toen ik op zondag 11 oktober 1998 intrede deed als predikant van de gereformeerd-vrijgemaakte kerken van Beverwijk en Krommenie, ging mijn preek over dit vers uit Psalm 119, toen nog in de vertaling van 1951: ‘Het openen van uw woorden verspreidt licht, het geeft de onverstandigen inzicht’. Psalm 119 is één van mijn lievelingspsalmen, omdat het zo uitbundig de lof zingt op de wet, of liever: op Gods wegwijzende woorden. Deze psalm staat bekend als (erg) lang. Maar de psalm is niet lang, de psalm is uitbundig. En dat komt door het onderwerp: Gods wegwijzende woorden. Daar raak je nooit over uitgedacht en uitgedicht.

Lectio

‘Als uw woorden opengaan is er licht’. Die eerste regel spreekt me in het bijzonder aan. Het gaat daarin om ‘uw woorden’. Niet ‘mijn’ woorden dus. Waar ik vaak veel voller van ben. Ik leef denk ik best vaak zo: ‘Als míjn woorden opengaan, is er licht.’ Die woorden van God moeten en kunnen dus ‘opengaan’.

Maar de mogelijkheid dat ze dicht blijven, bestaat ook. Als zijn woorden dicht blijven, is het donker. ‘Als uw woorden opengaan, is er licht.’ Het begin van Genesis klinkt voor mij meteen al mee: ‘God zei: Er moet licht komen. En er was licht.’ Er is licht, als uw woorden opengaan.

Meditatio

‘Als uw woorden opengaan, is er licht.’ Ik moet eigenlijk direct denken aan woorden die Jezus sprak aan het begin van zijn bediening: ‘De tijd is aangebroken, het ​koninkrijk van God​ is nabij: kom tot inkeer en hecht geloof aan dit goede nieuws.’ Die woorden brachten me al weer jaren geleden licht en inzicht: dus híer gaat het om in het evangelie! De woorden van Jezus gingen open en gaven me zicht op de kern van waar het in de boodschap van de Bijbel om draait. Dat het koninkrijk van God nabij is en dat dat vraagt om geloof en inkeer. ‘Als uw woorden opengaan, is er licht.’

Woorden kunnen ook gesloten blijven, zoals een bloem in de knop. Er zit iets prachtigs in, in die knop, maar het komt er nog niet uit. Tot het moment dat de knop wel opengaat, misschien wel later (of eerder) dan ik had verwacht. ‘Als uw woorden opengaan, is er licht.’ Er klinken zo ongelooflijk veel woorden in deze wereld, in mijn werkelijkheid. Wijze woorden, dwaze woorden, pijnlijke woorden, lelijke woorden, verdrietige woorden, twijfelende woorden, verleidende woorden.

Al die woorden, al die woorden. Ik word er soms gek van. In ben er soms klaar mee. Woorden, woorden, woorden en nog eens woorden. Meestal zijn het namelijk geen woorden van God. Voor die woorden is in een overvol en overdruk bestaan vaak helemaal geen ruimte. Wat heerlijk om dan nu alleen even bij deze woorden stil te kunnen staan. En te merken dat mijn verlangen naar woorden van God wordt aangewakkerd.

Ik hoor weer een woord. Het klonk bij de doop van Jezus in de Jordaan. ‘Jij bent mijn geliefde Zoon, in jou vind ik vreugde.’ Ik heb geleerd dat ik ze op mezelf mag betrekken. Zo gingen die hemelse woorden voor mij open en gaan ze nu weer open en brengen ze licht.

Het is waar: ‘Als úw woorden opengaan, is er licht.’

Er komen enkele dichtregels bij me naar boven die al een tijd met me meegaan. Ze zijn van Ida Gerhardt: ‘Het licht begint te wandelen door het huis en raakt de dingen aan.’ Het leven wordt lichter als Gods woorden klinken. Waarom laat ik die woorden dan nog zo vaak dicht zitten? Waarom open ik de Bijbel niet vaker?

Oratio

Heer, hoe mooi is het dat u spreekt. Woorden van liefde en genade, woorden vol licht en leven. Dank u, Jezus, dat u uzelf aan ons geeft als het licht voor de wereld. Ik verlang ernaar meer van uw woorden te horen, meer in het licht te leven. Ik verlang ernaar dat steeds meer woorden, die nu soms nog gesloten voor me zijn, voor me opengaan. Dank u dat elk woord van u een scheppingsdaad is, iets nieuws creëert: nieuw leven, nieuw licht, nieuwe inspiratie. 

Contemplatio

Ik ben stil geworden. Een enkel woord blijft over.

Licht. Het licht van uw gelaat.