Het visiedocument ‘Verlangen naar een nieuwe kerk’ draait in de kern om een zesvoudig verlangen. Zes kernpunten worden er benoemd. Dit zijn ze:

  1. Jezus Christus centraal, Gods Woord in het midden
  2. Veelkleurig, en toch één in genade
  3. Met ruimte voor iedereen
  4. Begaan met de wereld
  5. Samen met alle gelovigen
  6. In een gemeenschap van kerken

Als ik de zes punten iets formeler op een rijtje zet, dan gaan ze hierover:

  1. Het evangelie
  2. De veelkleurigheid van de kerk
  3. De veelkleurigheid van de kerk
  4. De gerichtheid op de wereld
  5. De kerkelijke traditie en de vernieuwing daarvan
  6. Het kerkverband

Ik formuleer de punten 2 en 3 bewust even hetzelfde omdat er in de uitwerking van die twee punten maar weinig verschil kan ontdekken. Die kunnen worden samengevoegd wat mij betreft. Maar het begrip veelkleurigheid wil ik nu ook even gebruiken om aan te geven wat ik mis: ik zie veel aandacht voor de veelkleurigheid van de mensen die samen de kerk vormen, maar ik zie geen veelkleurigheid als het gaat om het evangelie.

Iets anders gezegd: ik zou het mooi vinden als er meer ruimte werd genomen in dit visiedocument om woorden te geven aan de veelkleurigheid van het evangelie. Nu wordt dat evangelie al direct in de allereerst zin op de wat mij betreft nogal smalle noemer gebracht van ‘Jezus Christus en zijn offer’. Als ik het evangelie op me in laat werken, zou ik eerder zeggen: ‘Jezus Christus en zijn koninkrijk’. Het woord offer zet direct op het smalspoor van een evangelie van schuld en genade.

Voor de volledigheid geef ik even de tekst van het eerste verlangen om er daarna nog iets meer over te zeggen:

Jezus Christus en zijn offer staan centraal. Natuurlijk: Hij is onze redding. In Hem leven wij, bewegen wij en zijn wij. Hij is het levende Woord, zijn Geest geeft de Bijbel gezag. Daarom horen Jezus Christus en de Bijbel bij elkaar. Samen vormen zij de kern van ons bestaan, en ook van ons bestaan als kerken.

Wat we horen uit de Bijbel, wordt zichtbaar in doop en avondmaal: alles begint bij Gods liefde voor ons. Met Jezus Christus sterven we en staan we op in een nieuw leven. Hoe gebroken ook, in Hem zijn we een nieuwe schepping.

Ik vind het wezenlijk dat er veel aandacht is voor de veelkleurigheid van het evangelie. Nu meen ik toch een nogal ‘hoordergerichte’ benadering te ontwaren die wel veel aandacht heeft voor de veelkleurigheid van mensen, maar (in elk geval in het eerste punt) een wat bleek en formeel evangelie tekent: offer, redding, Bijbel, gezag, doop, avondmaal. Ik wil overigens niet misverstaan worden: alles wat gezegd wordt in dit onderdeel vind ik van belang, maar het staat er zo braaf en saai. Zo’n woord als ‘Natuurlijk’ haalt alle jeu eraf. Hoezo ‘Natuurlijk’? Het is toch een wonder?! Het is toch ongelooflijk?! En: ‘De Geest geeft de Bijbel gezag’. Alweer: waarom zo formeel? Ik zou woorden willen lezen rond inspiratie, inspirerend, adem, verrassing, de Geest die waait, het wonder van God die spreekt, de levende stem van de Heer.

Ik zie wel dat er voortdurend aan de Schrift wordt gerefereerd. Impliciet kom ik vele Bijbelse citaten tegen. En toch mis ik de kracht van het Woord zelf. Gods Woord is levend en krachtig. En hier wordt het in mijn beleving wat verdund tot enkele goede maar ook formele opmerkingen die op zich waar zijn, maar waar geen passie, verrassing, kracht in doorklinkt.

‘Jezus Christus en zijn offer’. Het is zo beschouwend en meteen ook zo eenzijdig met de focus op het offer. Waarom niet de stem van de Heer zelf tot klinken brengen? Bijvoorbeeld zo: ‘De tijd is aangebroken, het ​koninkrijk van God​ is nabij: kom tot inkeer en hecht geloof aan dit goede nieuws’ (Marcus 1:15). Of: ‘Ik ben gekomen om het leven te geven in al zijn volheid’ (Johannes 10:10)?

Het ontbreken van bijbelse verwijzingen (ik bedoel: er worden geen vindplaatsen aangeduid) en voluit uitgeschreven citaten vind ik echt jammer. Als we dat Woord van God zo belangrijk vinden, en als we echt uit de Schrift willen putten, waarom gebeurt dat in een document als dit dan niet veel explicieter?

Verderop lees ik ook dit:

We staan open voor wat naar inhoud en vorm nieuw en verrassend is, naast wat oud en beproefd is. We toetsen wat van God komt en wat niet.

Samen met alle mensen die bij Jezus horen, zijn we nieuwsgierig, hoe en waar Gods Geest aan het werk is. In de kerk van vandaag en die van morgen. In Nederland en wereldwijd.

Wat zou het mooi zijn als dit visiedocument al een bewijs zou worden van wat hier beweerd wordt: nieuw, verrassend, nieuwgierigmakend. Daarom is het ook mooi dat het een werk-document is, een groei-document. Ik denk dat er krachtiger taal gevonden kan worden en dat dat gebeurt waar de Schrift zelf ook tot spreken komt. Of liever nog: waar de stem van de Heer zelf klinkt.

In een derde en laatste blogpost wil ik graag nog wat zeggen over een probleem dat eigen lijkt te zijn aan de GKv-kerken en wellicht ook aan de NGK-kerken en dat in mei 2018 door collega Maarten van Loon is beschreven als ‘spiritueel tekort’ (lees dit artikel in OnderWeg: ‘Er is binnen onze traditie een spiritueel tekort ontstaan‘). Als dat ‘spirituele tekort’ een groot probleem is van de kerken die in dit proces samen verder gaan, hoe kan een visiedocument dan wellicht al al een richting wijzen?